ECLI:NL:RBOBR:2025:5802
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Dienst Toeslagen inzake compensatie op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 19 september 2025, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Dienst Toeslagen van 18 juli 2024 beoordeeld. Eiser had een aanvraag ingediend voor compensatie op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht) en was niet in aanmerking gekomen voor het forfaitaire bedrag van € 30.000,-. De rechtbank behandelt het beroep en concludeert dat eiser geen procesbelang heeft bij de beoordeling van zijn beroep tegen het bestreden besluit, omdat de integrale beoordeling van zijn situatie inmiddels heeft plaatsgevonden. De rechtbank stelt vast dat de eerste, lichte toets is ingehaald door deze integrale beoordeling, die heeft bepaald dat eiser geen gedupeerde is. Hierdoor is het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk verklaard. Eiser krijgt geen vergoeding van proceskosten of griffierecht, en de rechtbank oordeelt dat er geen inhoudelijke beoordeling van het beroep plaatsvindt.