ECLI:NL:RBOBR:2025:5821
Rechtbank Oost-Brabant
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot hersteld ter beschikking stellen van brandbeschadigde woning en vervangende woonruimte
In deze zaak heeft [eiseres] een kort geding aangespannen tegen De Stichting WOONSTICHTING THUIS, omdat haar woning door brand onbewoonbaar is geworden. [eiseres] huurt sinds 8 april 2024 een woning van Thuis, die aangepast is op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning, omdat zij rolstoelafhankelijk is. Na een ziekenhuisopname in februari 2025 is er brand uitgebroken in haar woning, waardoor deze niet meer bewoonbaar is. [eiseres] vordert dat Thuis de woning binnen vier maanden herstelt en vervangende woonruimte ter beschikking stelt tot haar woning weer bewoonbaar is. Thuis betwist echter het spoedeisend belang van de vordering en stelt dat [eiseres] geen bewijs heeft geleverd van haar noodzaak om snel terug te keren naar de woning.
Tijdens de mondelinge behandeling op 14 augustus 2025 is gebleken dat [eiseres] langer in het ziekenhuis moet blijven dan aanvankelijk verwacht, wat haar vordering verder ondermijnt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen spoedeisend belang is, omdat [eiseres] nog minimaal twaalf weken in het ziekenhuis zal verblijven en het vonnis in de bodemprocedure binnenkort zal volgen. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiseres] afgewezen en haar in de proceskosten veroordeeld, die zijn vastgesteld op € 678,00.