Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
4.3 Enkel op grond van het rapport van Abelen kan niet worden vastgesteld dat er sprake is van de door [eiseres] gestelde tekortkoming die de door haar gewenste gevolgen, ontbinding van de aannemingsovereenkomst en betaling van € 130.419,95, zouden rechtvaardigen. Niet alleen heeft [gedaagde] de conclusie van het onderzoek van Abelen, bij welk onderzoek [gedaagde] niet door [eiseres] is betrokken, betwist maar ook staat vast dat een deel van de bevindingen van Abelen niet is gebaseerd op de stand van zaken bij beëindiging van de werkzaamheden door [gedaagde] maar op de stand van zaken tijdens een eerdere fase van de bouw. Bovendien heeft Abelen weliswaar geconcludeerd dat het gehele uitgevoerde werk gesloopt en opnieuw opgebouwd maar uit het rapport kan niet zonder meer worden afgeleid dat die conclusie terecht is.
3.De beslissing
woensdag 8 oktober 2025voor het nemen van een akte door [eiseres] over wat is vermeld onder 2.6, waarna de wederpartij op de rol van 2 weken daarna een antwoordakte kan nemen,