Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met 4 bijlagen.
2.De zaak in het kort
3.De feiten
Het onderzoek heeft geleid tot een goed beeld van de bodemkwaliteit ter plaatse van de onderzoekslocatie. Ter plaatse zijn ten hoogste licht verhoogde gehaltes of concentraties aangetoond. Vervolgonderzoek wordt niet zinvol geacht. Op basis van de vastgestelde milieuhygiënische bodemkwaliteit wordt geacht dat geen belemmeringen aanwezig zijn voor het huidige en toekomstige gebruik van de locatie. Aangezien op het maaiveld asbestverdachte materialen zijn aangetroffen wordt geadviseerd om voorafgaand aan de werkzaamheden het maaiveld te ontdoen van asbest middels ‘handpicking’.”
Bij wandmonster W3 is 1,5 mg/kg d.s. asbest aangetoond ter plaatse van de perceelgrens, verondersteld kan worden dat de betreffende gehalte niet op het kadastrale perceel aanwezig is. Hierdoor kan vastgesteld worden dat de saneringsdoelstelling van 0 mg/kg d.s. niet is behaald. Echter het gehalte is dermate klein en visueel niet zichtbaar dat gesteld kan worden dat de saneringsdoelstelling voldoende is behaald voor de beoogde ontwikkeling, er zijn geen milieuhygiënische belemmeringen.”
4.Het geschil
5.De beoordeling
as is-bepaling) -, maar dat het perceel voor normaal gebruik voor bewoning geschikt moet zijn, staat vast. De vraag die vervolgens beantwoord moet worden, is of het perceel hiervoor geschikt is.