In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Oost-Brabant het beroep van eiseres tegen het besluit van het UWV, waarin haar aanvraag voor een Wajong-uitkering werd afgewezen. Eiseres, die op 1 maart 2023 een aanvraag indiende op 35-jarige leeftijd, had eerder een aanvraag gedaan die op 19 mei 2023 was afgewezen. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat de belastbaarheid van eiseres op haar 18e verjaardag en in de vijf jaren daarna niet kan worden vastgesteld, omdat de door eiseres overgelegde informatie enkel betrekking heeft op haar recente situatie. Hierdoor komt het bewijsrisico voor rekening van eiseres, die niet in staat is om de benodigde medische informatie te overleggen die haar beperkingen in de relevante periode kan aantonen. De rechtbank wijst ook het verzoek van eiseres om een deskundige aan te wijzen af, omdat de rapporten van de verzekeringsartsen voldoende gemotiveerd zijn. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op een Wajong-uitkering en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.