Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
tussenuitspraak van de meervoudige kamer van 10 oktober 2025 in de zaken tussen
[eiseres], uit [vestigingsplaats], eiseres
[vergunninghoudster]uit [vestigingsplaats] (de vergunninghoudster)
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
De beoogde herontwikkeling is binnen het vigerende bestemmingsplan niet mogelijk. Derhalve dient dit bestemmingsplan te worden herzien. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Laarbeek heeft reeds aangegeven om onder voorwaarden in principe medewerking te verlenen aan het wijzigen van de agrarische bedrijfswoning naar een plattelandswoning op het perceel aan de [adres] in [vestigingsplaats]. Eén van de voorwaarden is dat ingezet wordt op vermindering van de belasting van het buitengebied (agrarische bedrijfsruimte, geur, fijnstof, en dergelijke). In de beoogde situatie wordt de zeugenstal (circa 1.580 m²) gesloopt, wordt de biggenstal (circa 600 m²) herbestemd en mag een nieuwe stal van circa 875 m² worden opgericht. De sloop, herbestemming en oprichting van de nieuwe stal passen allemaal binnen het huidige bestemmingsplan en doorlopen een aparte vergunningsprocedure. Bij deze vergunningprocedure wordt getoetst aan de rechtstreeks werkende regels uit de IOV, in dit geval de artikelen 2.73 en 2.74. De vergunningprocedure maakt geen onderdeel uit van deze herziening van het bestemmingsplan. Een andere voorwaarde is dat het bouwvlak ter plaatse van de te slopen stal wordt verwijderd.”
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verzoekt het college binnen twee weken aan te geven of het gebruik maakt van de gelegenheid het geconstateerde gebrek te herstellen;
- stelt het college in de gelegenheid om binnen 6 weken na verzending van deze tussenuitspraak de gebreken te herstellen met inachtneming van de overwegingen en aanwijzingen in deze tussenuitspraak;
- bepaalt dat bij het nemen van een herstelbesluit afdeling 3.4 van de Awb buiten toepassing blijft;
- houdt iedere verdere beslissing aan.