Uitspraak
hoofdzaak)
RONTREX MILIEUKUNDIG ADVIESBUREAU B.V.,
vrijwaringszaak)
RONTREX MILIEUKUNDIG ADVIESBUREAU B.V.,
1.[gedaagde in vrijwaring 1] B.V.,
2.
[gedaagde in vrijwaring 2],
3.
[gedaagde in vrijwaring 3],
1.De kern van de zaken
2.De procedure
3.De feiten
- Asbestsanering, dakpannen, nieuw dakbeschot;
- Verbreden bestaande dakkapel;
- Dakkapel en goten uitvoeren in keralit;
- Dakconstructie aanbrengen.
4.Het geschil
5.De beoordeling
- Per e-mail van 24 februari 2023 heeft de aannemer een offerte gestuurd waarin voor de dakconstructie € 3.810,- (ex btw) is geoffreerd,
- De opdrachtgever heeft per e-mail van 28 februari 2023 als volgt gereageerd:
Bedankt voor onderstaande opdracht[…]” en hij daarin niet heeft aangegeven dat hij niet akkoord was met de voorwaarden.
aaneengeslotenmoest worden uitgevoerd. De rechtbank oordeelt dat aan deze voorwaarde is voldaan.
“3. Vergunning incl. tekenwerk […] € 850,000”. De vergunning bleek later (na de totstandkoming van de overeenkomst) niet nodig te zijn en daarvoor zijn ook geen kosten in rekening gebracht – de vergunning bleek enkel nodig te zijn voor een dakkapel aan de voorzijde en daarvoor is geen opdracht gegeven, aldus de aannemer. Ook dit is niet betwist. In dat licht heeft de aannemer mogen aannemen dat ook het maken de tekening niet meer nodig was. Het woord “tekenwerk” wordt immers in voornoemd citaat in een adem genoemd met “Vergunning”. Evenmin is gebleken dat voor de vergunning(aanvraag) is betaald. Ter zitting heeft de opdrachtgever gesteld dat hij sowieso een tekening wilde hebben (los van de vergunning(aanvraag)), maar geen feiten zijn gesteld waaruit volgt dat de aannemer had moeten begrijpen dat de opdrachtgever dat wilde voor of bij de totstandkoming van de overeenkomst.
“Rontrex is niet verantwoordelijk voor eventuele water- en afdekschade”die in de offerte is opgenomen: ter zitting heeft de aannemer toegelicht dat deze bepaling standaard in zijn offertes staat. Daarmee is voldaan aan artikel 6:231 sub a BW. Anders dan de aannemer heeft betoogd, is daarbij niet relevant dat het beding niet is opgenomen in een document dat door de aannemer is aangeduid als “algemene voorwaarden”. Dat is niet bepalend. De aannemer heeft tijdens de zitting aangevoerd dat er afzonderlijk over het beding is onderhandeld. Deze stelling is echter betwist en niet concreet onderbouwd, waardoor daaraan wordt voorbijgegaan. Daarnaast heeft de aannemer gesteld dat er regelmatig is gesproken over het risico op waterschade. Uit de zitting is echter gebleken dat deze gesprekken pas na het sluiten van de overeenkomst hebben plaatsgevonden, waardoor dit niet van belang is voor de beoordeling of het betreffende beding onredelijk bezwarend is.
- Wat betreft het beding
- Ten aanzien van artikel 11 van de algemene voorwaarden heeft de aannemer aangevoerd dat hij gedurende het gehele traject van de totstandkoming van de overeenkomst een coulante houding heeft aangenomen. De rechtbank acht deze stelling echter onvoldoende concreet en bovendien niet relevant voor de beoordeling.
per afzonderlijke (schade)postin ieder geval de volgende vragen te beantwoorden:
concreetdat het onderdeel was van de overeenkomst (precies aanduiden en dus niet enkel verwijzen naar “de aannemingsovereenkomst” bijvoorbeeld)?
6.De beslissing
woensdag 19 november 2025voor het nemen van een akte door de opdrachtgever over wat is vermeld onder r.o. 5.20, waarna de aannemer op de rol van zes weken daarna een antwoordakte kan nemen,