Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 10 oktober 2025 in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Het bestreden besluit
Het standpunt van eiseres
Omvang van het geding
Conclusie en gevolgen
€ 1.814,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor van 1). Ook veroordeelt de rechtbank het college voor de reiskosten die eiseres redelijkerwijs heeft moeten maken ten bedrage van € 6,80. De totale proceskosten bedragen dus € 1.820,80.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit voor zover daarin het uurtarief voor informele ondersteuning is toegekend en kent in de plaats daarvan het uurtarief voor professionele ondersteuning toe over de periode van 1 oktober 2024 tot en met 31 december 2025;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 1.820,80;
- bepaalt dat verweerder het betaalde griffierecht van € 51,- aan eiseres vergoedt.
Informatie over hoger beroep
a. op welke wijze en op basis van welke criteria wordt vastgesteld of een cliënt voor een maatwerkvoorziening voor zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen of opvang in aanmerking komt;
b. op welke wijze de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld waarbij geldt dat de hoogte toereikend moet zijn;
c. welke eisen worden gesteld aan de kwaliteit van voorzieningen, eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen;
d. ten aanzien van welke voorzieningen een regeling voor de afhandeling van klachten van cliënten vereist is;
e. ten aanzien van welke voorzieningen een regeling voor medezeggenschap van cliënten over voorgenomen besluiten van de aanbieder die voor de gebruikers van belang zijn, vereist is.
a. in de gelegenheid worden gesteld voorstellen voor het beleid te doen;
b. vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen;
c. worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen;
d. deel kunnen nemen aan periodiek overleg;
e. onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;
f. worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.
a. de cliënt naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat is te achten tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van zijn vertegenwoordiger, in staat is te achten de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;
b. de cliënt zich gemotiveerd op het standpunt stelt dat hij de maatwerkvoorziening als persoonsgebonden budget wenst geleverd te krijgen;
c. naar het oordeel van het college is gewaarborgd dat de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, veilig, doeltreffend en cliëntgericht worden verstrekt.
a. voor zover de kosten van het betrekken van de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen van derden hoger zijn dan de kosten van de maatwerkvoorziening of;
b. indien het college eerder toepassing heeft gegeven aan artikel 2.3.10, eerste lid, onderdeel a, d en e.
a. Personen die werken bij een professionele instelling die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 8.5 Handelsregisterwet 2007), en die beschikken over relevante diploma’s die nodig zijn voor de uitoefening van de betreffende taken.
b. Personen die aangemerkt zijn als zelfstandige zonder personeel. Daarnaast moeten ze ten aanzien van het voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 8.5 Handelsregisterwet 2007), en beschikken over relevante diploma’s die nodig zijn voor de uitoefening van de betreffende taken.
a. Reguliere aanbieder: uit de jaarstukken blijkt dat tenminste twee van de volgende drie criteria van toepassing zijn: omzet is hoger dan € 700.000, het balanstotaal is hoger dan € 350.000 en er staan meer dan 10 fte op de loonlijst.
b. Micro aanbieder: uit de jaarstukken blijkt dat tenminste twee van de volgende drie criteria van toepassing zijn: omzet is maximaal € 700.000, het balanstotaal is maximaal € 350.000 en er staan maximaal 10 fte op de loonlijst.
a. wordt vastgesteld aan de hand van een door de inwoner opgesteld plan inzake de besteding van het pgb;
b. wordt berekend op basis van een tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen, die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt zo nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering;
c. bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst passende beschikbare maatwerkvoorziening in natura;
b. Voor micro aanbieders en zzp’ers die begeleiding, groepsbegeleiding en/of kortdurend verblijf bieden wordt in het tarief zoals bedoeld in lid 1 sub c van dit artikel de opslag overhead van 15% naar beneden bijgesteld tot 10%.
c. Voor reguliere aanbieders die beschermd wonen pakketten bieden wordt in het tarief zoals bedoeld in lid 1 sub c van dit artikel de opslag overhead van 35% naar 20% bijgesteld.
d. Voor zzp’ers uit lid 1b die beschermd wonen bieden is in het tarief zoals bedoeld in lid 1 sub c van dit artikel de opslag overhead verlaagd tot 10%
e. De opslag voor risico’s en financiële continuïteit wordt in het tarief zoals bedoeld in lid 1 sub c van dit artikel voor pgb voor begeleiding, groepsbegeleiding kortdurend verblijf en/of beschermd wonen en begeleiding gehalveerd van 2% naar 1%.
f. Bij de pakketten beschermd wonen Zelfstandig Thuis is in het tarief zoals bedoeld in lid 1 sub c van dit artikel gerekend met het maximum uurtarief in de Wlz voor het pgb.
g. Het tarief voor informele hulp voor groepsbegeleiding en kortdurend verblijf bedraagt maximaal het Wlz-tarief voor informeel.
h. Het tarief voor informele hulp bij begeleiding bedraagt het uurloon van de hoogste periodiek behorende bij de Functie Waardering Gezondheidszorg (FWG 30) van de voor de betreffende periode geldende cao Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg, te vermeerderen met vakantietoeslag en de tegenwaarde van de verlofuren.
a. Het tarief als bedoeld in lid 1 sub c van dit artikel, verlaagd naar een overheadpercentage van 10% indien de inwoner een zorgorganisatie inschakelt die formele hulp biedt;
b. Het tarief als bedoeld in lid 1 sub c van dit artikel, verlaagd naar een risicopercentage van 1% indien de inwoner een zorgorganisatie inschakelt die formele hulp biedt.
c. Het tarief voor informele hulp bedraagt het uurloon van de hoogste periodiek behorende bij hulp bij het huishouden van de voor de betreffende periode geldende cao Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg, te vermeerderen met vakantietoeslag en de tegenwaarde van de verlofuren.