ECLI:NL:RBOBR:2025:6730
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WIA-uitkering wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Oost-Brabant het beroep van eiseres tegen de beëindiging van haar WIA-uitkering door het UWV. Het UWV heeft op 14 mei 2024 besloten de uitkering per 15 juli 2024 te beëindigen, omdat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Eiseres betwist deze beslissing en stelt dat haar beperkingen zijn onderschat, maar onderbouwt dit niet met medische informatie. De rechtbank heeft het beroep op 29 september 2025 behandeld, maar komt tot de conclusie dat het beroep ongegrond is. De rechtbank oordeelt dat de medische beoordeling van het UWV terecht is en dat er geen aanleiding is om aan de inschatting van de arbeidsongeschiktheid van eiseres te twijfelen. Eiseres heeft geen nieuwe medische feiten aangedragen die haar standpunt onderbouwen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op een WIA-uitkering per 15 juli 2024. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven.