In deze beschikking heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 10 oktober 2025 een verzoek tot onderbewindstelling van een betrokkene behandeld. Het verzoek is ingediend door de zoon van de betrokkene, die zich zorgen maakt over de financiële situatie van zijn ouder, die lijdt aan ouderdomsdementie. De zitting vond plaats op 2 oktober 2025, waar zowel de betrokkene als de verzoeker aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de voorgestelde bewindvoerder, Advocatenkantoor Osté B.V. De verhouding tussen de zonen van de betrokkene is verstoord, wat aanleiding gaf tot het verzoek om een onafhankelijke bewindvoerder aan te stellen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene door zijn geestelijke toestand niet in staat is zijn vermogensrechtelijke belangen te behartigen. Ondanks het bestaan van een levenstestament, waarin de zonen zijn gevolmachtigd om de financiële zaken te regelen, biedt dit testament onvoldoende bescherming gezien de verstoorde relatie tussen hen. De kantonrechter heeft daarom besloten om een bewind in te stellen en de voorgestelde bewindvoerder te benoemen. De bewindvoerder zal verantwoordelijk zijn voor het financiële beheer van de betrokkene en moet jaarlijks verantwoording afleggen aan de kantonrechter.
De beschikking bepaalt ook dat de bewindvoerder de zonen van de betrokkene op de hoogte moet houden van de financiële situatie door hen afschriften van de boedelbeschrijving en de rekening en verantwoording te sturen. De kantonrechter heeft de beloning voor de bewindvoerder vastgesteld volgens de geldende regeling en bepaald dat deze beschikking zal worden ingeschreven in het Centraal curatele- en bewindregister. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat.