Uitspraak
[handelsnaam gedaagde] ,,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 7 juli 2025,
Rechtbank Oost-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. J. Cordang, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die in persoon procedeert. De zaak betreft een overeenkomst van aanneming voor het vernieuwen van gevelbeplating aan de woning van eiser. Eiser heeft een bedrag van € 10.599,60 betaald voor de werkzaamheden, die eind januari 2023 zijn uitgevoerd. Na de uitvoering heeft eiser gebreken geconstateerd, waaronder gaten in de gevelbekleding en onjuiste afwerking. Ondanks meerdere verzoeken om herstel heeft gedaagde niet naar behoren gereageerd, wat heeft geleid tot een ingebrekestelling en uiteindelijk tot deze rechtszaak.
Eiser vordert een verklaring voor recht dat zij gerechtigd is het openstaande deel van de aanneemsom van € 599,60 te verrekenen met de schadevergoeding van € 17.000,50, die zij vordert voor de gebrekkige uitvoering van de werkzaamheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde de gebreken niet heeft betwist en aansprakelijk is voor de schade. De rechter heeft de vordering van eiser toegewezen, inclusief de kosten voor het deskundigenrapport en de buitengerechtelijke incassokosten. De rechter heeft ook de wettelijke rente toegewezen over de verschuldigde bedragen. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat gedaagde onmiddellijk moet betalen, ook als hij in hoger beroep gaat.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van aannemers bij de uitvoering van hun werkzaamheden en de rechten van opdrachtgevers bij gebrekkige uitvoering. De rechter heeft de vordering van eiser volledig toegewezen, wat de gevolgen van de gebrekkige uitvoering van de aannemingsovereenkomst onderstreept.