Uit niets blijkt dat [verweerder] in de periode vanaf zijn indiensttreding tot eind 2024 anders dan (tenminste) naar behoren heeft gefunctioneerd.
[verweerder] is door De Volksbank altijd beoordeeld met drie sterren (***), dat volgens haar beoordelingssystematiek betekent:
‘is waardevol voor het bedrijf’.
Desondanks is De Volksbank toch een verbetertraject gestart, omdat er volgens de leidinggevende van [verweerder] ( [A] )
“concrete verbetering nodig was in het functioneren en in het stellen van inhoudelijke en persoonlijke doelen”.
Uit de e-mail van 22 januari 2024kan niet worden opgemaakt welke concrete doelen aan [verweerder] zijn gesteld en hoe hij die doelen zou kunnen bereiken. Van De Volksbank mocht worden verwacht dat zij, in het geval een verbetertraject wordt ingezet, duidelijk en concreet met haar werknemer communiceert over de tekortkomingen in het functioneren, de verwachtingen van de werkgever ten aanzien van het functioneren en de wijze waarop ingezet wordt op verbetering van het functioneren. In de e-mail van 22 januari 2024 is weliswaar vermeld dat de nadruk ligt op de competenties impact & overtuigingskracht, persoonlijk leiderschap en probleemanalyse, maar een en ander is niet geconcretiseerd in de hiervoor bedoelde zin.
Weliswaar zijn er veelvuldig zogenoemde bila-gesprekken geweest tussen [verweerder] en [A] die - naar de kantonrechter begrijpt - bij beiden hebben geleid tot veel frustratie en gevoel van onmacht. Deze gesprekken zijn weinig productief gebleken. Verder zijn er in deze procedure door ASN een veelvoud aan e-mails en versies van het verbeterplan overgelegd, maar concrete doelstellingen daarin ontbreken.
Tijdens de mondelinge behandeling is de gemachtigde van ASN er evenmin in geslaagd om eenduidig uiteen te zetten waar specifieke kritiekpunten die zien op het functioneren van [verweerder] concreet zijn vastgelegd en zijn getoetst. Dat dit is gebeurd in de bila-gesprekken, zoals door ASN is betoogd, wordt door [verweerder] betwist. Volgens hem heeft hij echt geprobeerd om aan de verwachtingen van [A] te voldoen, maar wat hij ook deed, het was nooit goed, aldus [verweerder] . Uit de overlegde stukken volgt dat [verweerder] inderdaad aan de slag is gegaan met verschillende verbeterpunten, de door De Volksbank genoemde ‘absolute skills’, zoals het meer/beter anticiperen tijdens meetings (en daarbij aanzetten van de camera, op tijd komen, niet op je telefoon zitten tijdens de meeting). Ook heeft hij een assertiviteitstraining ingepland en gevolgd en heeft hij feedback opgevraagd bij collega’s en daarop geacteerd.