Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
3.
hij op of omstreeks 19 mei 2025 te 's-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een tas met een fotocamera, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
terwijl het door verdachte Kabao gepleegde geweld enig lichamelijk letsel ten gevolge had;
De formele voorvragen.
De standpunten ten aanzien van het bewijs.
De bewijsmiddelen.
De bewijsbeslissing.
ten aanzien 01.157113.25, feit 3
ten aanzien van 01.157113.25, feit 4
ten aanzien van de overige aan verdachte ten laste gelegde feiten
De bewezenverklaring.
3.
op 19 mei 2025 te 's-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om een tas met een fotocamera, die aan [slachtoffer 2] toebehoorde, weg te nemen met het oogmerk om zich die wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen vergezellen van geweld tegen die [slachtoffer 2] met het oogmerk om die voorgenomen diefstal gemakkelijk te maken
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
De strafbaarheid van de feiten.
De strafbaarheid van verdachte.
De oplegging van een straf en maatregelen.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] .
De vordering van de benadeelde partij [betrokkene] .
De toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
niet bewezenhetgeen verdachte onder
feit 4 in de zaak met parketnummer 01.157113.25is ten laste gelegd en
spreekt hem daarvan vrij;
feit 1, feit 2 en feit 3 in de zaak met parketnummer 01.157113.25 en het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 01.109197.24 bewezenzoals hiervoor is omschreven;
legt op de volgende straf:
gevangenisstrafvoor de duur van
18 maanden;
legt op de volgende maatregelen:
verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 1], van een bedrag van
€ 1.113,90;
verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 2], van een bedrag van
€ 50,00.
verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [betrokkene], van een bedrag van
€ 1.291,92.