Uitspraak
1.De verdere procedure
2.De verdere beoordeling
“Wat aantoont dat de auteur geen forensisch onderzoeker is, is dat er geen beschrijving is van hoe de gegevens zijn veilig gesteld. Zonder deze informatie kan natuurlijk alles opgeschreven worden want niets is verifieerbaar. Alleen dat is al reden genoeg om het werkstation van IP( [verweerster] , ktr)
forensisch te laten onderzoeken.”Desgevraagd heeft de gemeente daarop een beschrijving overgelegd hoe de onderzoeksgegevens zijn veilig gesteld (productie 9). [verweerster] heeft die nadere toelichting onweersproken gelaten. Het had op de weg van [verweerster] gelegen een weerlegging te geven op dit punt, al dan niet door deze aanvullende toelichting aan [E] voor te leggen en zijn nadere bevindingen in het geding te brengen. [verweerster] heeft daarvoor kennelijk niet gekozen en heeft ook niet voor een contra-enquête gekozen. Wat daar verder ook van zij, dit maakt dat [verweerster] de bevindingen van [B] vastgesteld in het rapport onvoldoende heeft weerlegd. De zeer summiere verklaring van [E] is daarvoor in ieder geval onvoldoende. Inhoudelijke argumenten van [E] tegen de juistheid van het onderzoek door [B] zijn niet gegeven. Hetzelfde geldt voor de algemene stelling van [verweerster] dat het onderzoek niet overeenkomstig de Handreiking digitaal forensisch onderzoek van de VNG is uitgevoerd. Dit maakt als zodanig niet dat het onderzoek door [B] onzorgvuldig is uitgevoerd en/of dat zijn bevindingen onbetrouwbaar zijn. Concrete argumenten die een dergelijke conclusie rechtvaardigen, heeft [verweerster] niet gegeven.
Een paar dagen voordat dit sollicitatiegesprek plaats vond - mevrouw [verweerster] weet niet meer de exacte datum - kreeg zij op haar werklaptop een emailbericht van [C] , met daarin de mededeling dat mevrouw [verweerster] vanwege haar kleur de functie niet zou krijgen. Bij deze mail zat een foto van een Excelbestand. Kort daarna popte ook het “originele” Excel bestand op het scherm van de laptop op. Mevrouw [verweerster] heeft op deze link geklikt en verkreeg daardoor inzage in het bestand.(randnummer 13 van het verweerschrift)”. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verweerster] echter afwijkend verklaard dat het Excelbestand meerdere keren over meerdere dagen is opgepopt en dat zij uiteindelijk op de link heeft geklikt. Wat daar verder ook van zij, er is geen concreet aanknopingspunt dat de lezing van [verweerster] ondersteunt. De desbetreffende e-mail die [C] volgens [verweerster] aan haar zou hebben gestuurd, is niet in het beding gebracht. In het Onderzoeksverslag Meldpunt Integriteit (productie 4 bij het verzoek) is slechts een foto van (een deel van) het Excelbestand opgenomen zoals door [verweerster] is aangeleverd, voorzien van de tekst die volgens [verweerster] in het e-mailbericht zou zijn opgenomen (zie hieronder). Uit de foto blijkt niet dat een e-mail is gestuurd.