Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 20 november 2025 in de zaak tussen
[eiseres] ., uit [vestigingsplaats] , eiseres
het college van gedeputeerde staten van Noord Brabant, het college
Samenvatting
Procesverloop
2.1. Het college heeft de aanvraag afgewezen met het bestreden besluit van 16 september 2024.
2.2. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.3. Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
2.4. De rechtbank heeft het beroep op 6 mei 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [naam] , ing. R.J.M.B. Derks, (adviseur van eisers) de gemachtigde van eiseres en de gemachtigden van het college.
Beoordeling door de rechtbank3.Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Als een aanvraag om een omgevingsvergunning is ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet, dan blijft op grond van artikel 4.3, aanhef en onder a, van de Invoeringswet Omgevingswet het recht zoals dat gold onmiddellijk voor dat tijdstip van toepassing tot het besluit op die aanvraag onherroepelijk wordt. De aanvraag om een omgevingsvergunning is ingediend op 14 oktober 2023. Dit betekent dat in dit geval het recht zoals dat gold voor 1 januari 2024 van toepassing blijft.
De mestvergistingsinstallatie van eiseres kan meer dan 100 ton mest per dag verwerken en is daarmee een IPPC-installatie. Gelet hierop is het college bevoegd om te beslissen op de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het oprichten, veranderen van de werking en inwerking hebben van een inrichting (de mestvergistingsinstallatie). Vanwege de onlosmakelijke samenhang tussen het oprichten of veranderen van de inrichting en handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening, is het college ook bevoegd om te beslissen op de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening.
Voorwaarde b11. Deze voorwaarde houdt in dat de mest met pijpleidingen wordt aangevoerd vanaf de locatie waar de mest wordt geproduceerd.
De beroepsgrond slaagt niet.
Conclusie en gevolgen
16.1. Eiseres krijgt het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.
Beslissing
Informatie over hoger beroep
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Indien een aanvraag betrekking heeft op een project dat uit verschillende activiteiten bestaat en de omgevingsvergunning voor dat project ingevolge de artikelen 2.10 tot en met 2.20a moet worden geweigerd, kan het bevoegd gezag op verzoek van de aanvrager de omgevingsvergunning verlenen voor de activiteiten waarvoor zij niet behoeft te worden geweigerd.