Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
in het gehuurdezolang deze veranderingen zonder noemenswaardige kosten verwijderd kunnen worden. Op basis van wat [gedaagde 1] in dit kader tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft toegelicht, is de kantonrechter voorlopig van oordeel dat de garage niet tot de door [eiseres] gehuurde bovenwoning behoort. De garage dient de winkelruimte en is geen onlosmakelijk onderdeel van de door [eiseres] gehuurde bovenwoning. Ter onderbouwing hiervan heeft [gedaagde 1] vooral een beroep gedaan op bepalingen uit de huurovereenkomst met bijbehorende algemene voorwaarden, de koopovereenkomst, de eigendomsakte en een e-mail van 22 april 2024. Tegenover dit alles heeft [eiseres] niets, althans onvoldoende, ingebracht. Dat [eiseres] stelt dat zij het halletje/de garage altijd heeft onderhouden, dat zij ervanuit is gegaan dat het bij het gehuurde hoorde en dat de Wmo-indicatie voor de traplift op haar naam is overgeschreven, doet (juridisch) niet ter zake, temeer niet omdat [eiseres] ook deze stellingen niet heeft onderbouwd.