Uitspraak
[de moeder] ,
[de vader] ,
- het verzoekschrift van de moeder, ontvangen ter griffie op 4 september 2024;
- het aanvullend verzoekschrift van de moeder, ontvangen ter griffie op 31 januari 2025;
- een F9-formulier met bijlagen van mr. Van Wijk van 11 september 2024;
- een e-mailbericht van mr. Van Wijk met bijlage van 17 oktober 2024.
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT, statutair gevestigd te Eindhoven, vestiging ’s-Hertogenbosch, hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (GI).
RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, locatie ’s-Hertogenbosch,
- om te bepalen dat de moeder in de periode van 28 juli 2025 tot en met 15 augustus 2025 met [de minderjarige] mag afreizen naar Kroatië, althans een voorziening te treffen door de rechtbank in goede justitie te bepalen;
- om vervangende toestemming te verlenen voor het aanvragen van een identiteitskaart voor [de minderjarige] .
waarschijnlijkwel zou hebben ingestemd met de vakantie, vindt de rechtbank onvoldoende betrouwbaar om aan te nemen dat de vader zijn toestemming alsnog zal verlenen. Daar komt bij dat de vader heeft verklaard dat hij op dit moment niet over een geldig legitimatiebewijs beschikt, waardoor hij nu niet in staat zou zijn het formulier met de verzochte bijlage te retourneren aan de moeder. Naar het oordeel van de rechtbank staat hiermee het belang van de moeder bij vervangende toestemming van de rechtbank vast.
[geboortedatum] ;
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.