Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Vrijspraak.
Bewijs
Op het moment van zijn aanhouding was verdachte in het bezit van uit de woningen gestolen goederen. Verder lagen er inbrekerswerktuigen in de auto en was verdachte nog steeds in gezelschap van de medeverdachte, die in de woningen is geweest.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straffen en maatregelen.
first offenderis. Ook is de rechtbank gebleken dat sinds het moment waarop de door hem gepleegde strafbare feiten hebben plaatsgehad geruime tijd is verstreken, terwijl verdachte, voor zover nu bekend, in deze periode geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] .
Motivering van de hoofdelijkheid.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] .
Motivering van de hoofdelijkheid.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 2], van een bedrag van 500,00 euro.
verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 3], van een bedrag van 639,98 euro.