ECLI:NL:RBONE:2013:3203

Rechtbank Oost-Nederland

Datum uitspraak
22 maart 2013
Publicatiedatum
23 december 2013
Zaaknummer
C-07-206837 - KG ZA 13-38
Instantie
Rechtbank Oost-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over auteursrecht en tentoonstellingen van ikonen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Oost-Nederland werd behandeld, heeft eiser, wonende te Keulen en vertegenwoordigd door advocaat mr. U.W.G. Thöle, een kort geding aangespannen tegen de Alexander Stichting voor Russisch-Orthodoxe Kunst, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.R. Hagen. Het geschil betreft de tentoonstelling 'Ikonostase – Bild und Glaube', die van 2 oktober 2012 tot 6 januari 2013 in Kunsthalle Schweinfurt heeft plaatsgevonden. Eiser vordert dat de Alexander Stichting de correcte naam van de tentoonstelling en zijn naam als maker vermeldt op alle aankondigingen en publicaties, en dat de stichting de door hem samengestelde catalogus niet in samenhang met een andere tentoonstelling verkoopt.

De voorzieningenrechter heeft op 22 maart 2013 uitspraak gedaan. De rechter oordeelde dat er voldoende spoedeisend belang was bij de vorderingen van eiser, maar wees de vorderingen af. De rechter concludeerde dat de Alexander Stichting gerechtigd was om de tentoonstelling 'Russische Ikonostase' te organiseren, omdat de samenstelling van de collectie significant afweek van die in Schweinfurt. Eiser heeft niet voldoende aangetoond dat hij auteursrechthebbende is ten aanzien van de catalogus, en de rechter oordeelde dat de vorderingen van eiser niet konden worden toegewezen. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten van de Alexander Stichting, die op € 6.589,00 werden begroot.

De uitspraak benadrukt de noodzaak voor duidelijke afspraken over auteursrechten en de voorwaarden waaronder tentoonstellingen worden georganiseerd. De rechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de Alexander Stichting niet inbreuk maakte op de auteursrechten van eiser, gezien de wezenlijke verschillen tussen de tentoonstellingen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-NEDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats
Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/07/206837 / KG ZA 13-38
Vonnis in kort geding van 22 maart 2013
in de zaak van
[eiser],
wonende te Keulen,
eiser,
advocaat mr. U.W.G. Thöle te Den Haag,
tegen
de stichting
ALEXANDER STICHTING VOOR RUSSISCH-ORTHODOXE KUNST,
gevestigd te Kampen,
gedaagde,
advocaat mr. S.R. Hagen te Utrecht.
Partijen zullen hierna [eiser] en Alexander Stichting genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van [eiser], waarin de wijziging van eis
  • de pleitnota van Alexander Stichting.
1.2.
Het vonnis, met uitzondering van de beslissing ten aanzien van de proceskosten, is mondeling uitgesproken op 22 maart 2013. Dit vonnis vormt een schriftelijke uitwerking daarvan aangevuld met een motivering, alsmede de beslissing op de proceskosten.

2.De feiten

2.1.
In de zomer van 2011 heeft Kunsthalle Schweinfurt dan wel diens gastcurator [eiser] contact gezocht met Alexander Stichting om een aantal ikonen in bruikleen te krijgen ten behoeve van een in Kunsthalle Schweinfurt te houden ikonenexpositie. Dit heeft geresulteerd in een samenwerkingsverband inhoudende dat Alexander Stichting ikonen uit haar collectie ter beschikking heeft gesteld voor de tentoonstelling in de Kunsthalle Schweinfurt en dat de tentoonstelling aansluitend bij Alexander Stichting in Kampen te bezichtigen zou zijn.
2.2.
Tevens is een catalogus vervaardigd met de naam “Ikonostase – Bild und Glaube” / “Ikonostase – beeld en geloof” (hierna: de catalogus). De catalogus is tweetalig opgesteld, te weten in het Duits en in het Nederlands. Alexander Stichting heeft de helft van de kosten van de catalogus voor haar rekening genomen en in ruil daarvoor 1000 exemplaren (de helft van het totaal aantal gedrukte catalogi) gekregen.
2.3.
Van 2 oktober 2012 tot 6 januari 2013 is de tentoonstelling “Ikonostase – Bild und Glaube” te zien geweest in Kunsthalle Schweinfurt te Schweinfurt (Duitsland).
2.4.
Een aantal topstukken, waaronder de koningsdeuren uit de 15e eeuw die op de omslag van de catalogus staan, zijn niet beschikbaar voor de door partijen beoogde opvolgende tentoonstelling in Kampen.
2.5.
Alexander Stichting is voornemens van 26 maart tot en met 31 augustus 2013 de tentoonstelling “Russische Ikonostase” in Kampen te exposeren.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert na wijziging van eis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. Alexander Stichting, met onmiddellijke ingang, te bevelen op alle aankondigingen van, uitnodigingen voor, publicaties over en verwijzingen naar de door [eiser] geconcipieerde en gemaakte tentoonstelling, die onder de naam “Ikonostase – Bild und Glaube” vanaf 2 oktober 2012 tot 6 januari 2013 in Kunsthalle Schweinfurt te zien was en die door Alexander Stichting in Kampen voor de periode vanaf 26 maart 2013 tot en met 31 augustus 2013 is aangekondigd, alsmede op al het materiaal over deze tentoonstelling de correcte naam “Ikonostase – beeld en geloof” te vermelden en van iedere aankondiging, uitnodiging, publicatie en verwijzing een exemplaar aan [eiser] ter beschikking te stellen;
2. Alexander Stichting, met onmiddellijke ingang, te bevelen, op alle aankondigingen van, uitnodigingen voor, publicaties over en verwijzingen naar de door [eiser] geconcipieerde en gemaakte tentoonstelling, die onder de naam “Ikonostase – Bild und Glaube” vanaf 2 oktober 2012 tot 6 januari 2013 in Kunsthalle Schweinfurt te zien was en die door Alexander Stichting in Kampen voor de periode vanaf 26 maart 2013 tot en met 31 augustus 2013 is aangekondigd, alsmede op al het materiaal over deze tentoonstelling de naam van [eiser] als maker te vermelden;
3. Alexander Stichting, met onmiddellijke ingang, te verbieden de door [eiser] samengestelde catalogus “Ikonostase – Bild und Glaube” / “Ikonostase – beeld en geloof” in samenhang met een tentoonstelling met een andere naam te verkopen;
4. Alexander Stichting, met onmiddellijke ingang, te verbieden de door [eiser] gemaakte tentoonstelling “Ikonostase – Bild und Glaube” / “Ikonostase – beeld en geloof” met andere ikonen aan te vullen voorzover deze niet nodig zijn om de oorspronkelijk uit Weimar ten behoeve van deze tentoonstelling verkregen ikonen te vervangen;
5. te bepalen dat voor iedere dag of gedeelte van een dag dat Alexander Stichting met de naleving van de onder 1 tot en met 4 uitgesproken bevelen en/of verboden in gebreke blijft, zij aan [eiser] een dwangsom van € 500,- zal verbeuren;
5. Alexander Stichting te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2.
Alexander Stichting voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Van een spoedeisend belang van [eiser] bij zijn vorderingen is in voldoende mate gebleken.
4.2.
Ter zitting heeft Alexander Stichting bezwaar gemaakt tegen de eisvermeerdering stellende dat die eisvermeerdering tardief is.
Uit artikel 11.1 van het Procesreglement kan worden opgemaakt dat een eisvermeerdering ook nog ter terechtzitting kan worden ingediend. Aangezien de eisvermeerdering in het verlengde ligt van de vorderingen zoals deze bij dagvaarding zijn ingesteld en Alexander Stichting een inhoudelijk verweer heeft gevoerd tegen de eisvermeerdering is de voorzieningenrechter van oordeel dat Alexander Stichting door de late indiening van de eisvermeerdering niet in haar belangen is geschaad. Het bezwaar tegen de eisvermeerdering wordt daarom ongegrond verklaard en de voorzieningenrechter zal recht doen op de vermeerderde eis.
4.3.
[eiser] heeft ter onderbouwing van zijn vorderingen gesteld dat hij de maker is van het samengestelde werk bestaande uit de tentoonstelling “Ikonostase – Bild und Glaube” / “Ikonostase – beeld en geloof” en de catalogus. [eiser] is van mening dat er geen enkele redelijke grond bestaat waarom Alexander Stichting de naam van de tentoonstelling heeft gewijzigd en waarom de naam van [eiser] niet wordt vermeld. Tevens is [eiser] van mening dat door de verkoop van de door hem samengestelde catalogus in samenhang met een tentoonstelling “Russische Ikonostase” een misvorming en verminking van het totale werk “Ikonostase – beeld en geloof” inhoudt. Hij beroept zich daarbij op de artikelen 1, 10 lid 3 en 25 lid 1 van de Auteurswet.
4.4.
Alexander Stichting heeft als verweer diverse vragen opgeworpen, te weten naar welk recht dient te worden bepaald wie ten aanzien van de tentoonstelling en de catalogus auteursrechthebbende is, of er sprake is van een werk, of de tentoonstelling en de catalogus tezamen een samengesteld werk vormen.
De voorzieningenrechter zal echter aan deze vragen voorbijgaan, nu de vorderingen op grond van het hierna volgende voor afwijzing gereed liggen.
4.5.
Niet in geschil is dat het de bedoeling van partijen was dat de tentoonstelling “Ikonostase – Bild und Glaube” / “Ikonostase – beeld en geloof” eerst in Schweinfurt en aansluitend in Kampen zou worden gehouden.
Alexander Stichting heeft echter aangevoerd dat door nalatigheid van [eiser] voor de tentoonstelling in Kampen geen bruikleenovereenkomst bestaat voor een aantal belangrijke ikonen, waaronder de koningsdeuren zoals afgebeeld op de omslag van de catalogus. Vanwege het ontbreken van onder meer deze belangrijke ikonen (volgens Alexander Stichting gaat het om de “Rembrandts” onder de ikonen) zag Alexander Stichting zich genoodzaakt een nieuw plan en tentoonstellingsconcept te maken en de naam van de tentoonstelling te wijzigen in “Russische Ikonostase”.
[eiser] heeft niet (voldoende) bestreden dat een aantal belangrijke ikonen, de topstukken, door zijn nalatigheid niet beschikbaar zijn voor de tentoonstelling in Kampen.
4.6.
Uit de door partijen verstrekte informatie kan worden opgemaakt dat de tentoonstelling in Schweinfurt uit 90 ikonen bestond, waarvan 32 ikonen afkomstig waren uit Kampen, 11 uit de eigen collectie van Kunsthalle Schweinfurt en 47 uit andere collecties. In Kampen zal de tentoonstelling uit 147 ikonen bestaan. Van deze 147 ikonen waren 85 te bezichtigen in Schweinfurt, zijn 49 afkomstig uit andere collecties en 13 uit de eigen collectie van Alexander Stichting.
Hieruit volgt dat de tentoonstelling in Kampen 85 ikonen omvat die te bezichtigen waren in Schweinfurt en 62 ikonen die daar geen onderdeel van uitmaakten.
De voorzieningenrechter is dan ook voorshands van oordeel dat de tentoonstelling in Kampen gezien de samenstelling van de collectie significant afwijkt van de tentoonstelling in Schweinfurt. Ook is de indeling, opzet en uitwerking van de tentoonstelling in Kampen wezenlijk anders dan die in Schweinfurt, zoals door Alexander Stichting onweersproken is gesteld. Zo zijn in Kampen een ikonostasewand, een Russische Datsja en een ‘plaatselijke rij’ nagebouwd.
Het staat Alexander Stichting dan ook vrij om haar eigen werk, zijnde de tentoonstelling “Russische Ikonostase”, te openbaren, juist omdat dat geen inbreuk maakt op door [eiser] gestelde auteursrechten. [eiser], wiens vorderingen sub 1, 2 en 4 zijn gegrond op de stelling dat de tentoonstelling in Kampen (vrijwel) identiek is aan de tentoonstelling in Schweinfurt, kan dan ook niet verlangen dat Alexander Stichting op al het materiaal van en over de tentoonstelling in Kampen de naam “Ikonostase – beeld en geloof” alsmede de naam van [eiser] als maker vermeldt, noch dat het Alexander Stichting wordt verboden de tentoonstelling met andere ikonen aan te vullen voorzover deze niet nodig zijn de ontbrekende ikonen aan te vullen.
De vorderingen sub 1, 2 en 4 zullen dan ook worden afgewezen.
4.7.
Ten aanzien van de vordering sub 3 wordt het volgende overwogen. [eiser] heeft, gezien het verweer van Alexander Stichting, niet voldoende aannemelijk gemaakt dat hij auteursrechthebbende ten aanzien van de catalogus is. Beide partijen hebben ter onderbouwing van hun stelling verwezen naar het colofon op pagina 4 van de catalogus. Aan de linkerzijde van het colofon staat vermeld: “© 2012 Stadt Schweinfurt, Museen und Galerien, Autoren und Leihgeber” met daaronder “Konzeption, Kuratierung, Management von Ausstellung und Katalog:[eiser]”. Aan de rechterzijde, op dezelfde hoogte, staat vermeld: “© 2012 Ikonenmuseum Kampen”.
De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat uit het colofon niet exact kan worden opgemaakt wie auteursrechthebbende ten aanzien van de catalogus is, aangezien het colofon op dat punt niet eenduidig is. Er staan immers diverse entiteiten genoemd zonder dat daarbij is vermeld welke entiteit waartoe rechthebbende is.
Anders dan [eiser] kennelijk voorstaat kan zonder nadere uitleg, die ontbreekt, uit de aanduiding “Kurator der Ausstellung” bij de naam van [eiser] niet per definitie worden opgemaakt dat [eiser] auteursrechthebbende is.
Ook de vordering sub 3 zal worden afgewezen.
4.8.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Alexander Stichting heeft ex artikel 1019h Rv (integrale) veroordeling van [eiser] in de proceskosten gevorderd, onder overlegging van een specificatie. In deze specificatie staat een bedrag van € 16.058,70 aan advocaatkosten (inclusief nog te verrichten werkzaamheden) vermeld.
[eiser] heeft betwist dat artikel 1019h Rv op onderhavige procedure van toepassing is. Een veroordeling krachtens artikel 1019h ligt op grond van de billijkheid meer voor de hand bij grootschalige namaak of piraterij met grote economische gevolgen, aldus [eiser].
Anders dan [eiser] is de voorzieningenrechter van oordeel dat op de onderhavige procedure artikel 1019h Rv van toepassing is. [eiser] heeft zijn vorderingen gegrond op de Auteurswet, zodat ingevolge artikel 1019 Rv de vijftiende Titel van Boek 3 Rv (in welke titel artikel 1019h Rv is opgenomen) van toepassing is.
“De Richtlijn Indicatietarieven in IE-zaken” dient in deze zaak als uitgangspunt bij de bepaling van de proceskosten te worden genomen. Het bij deze kortgedingprocedure behorende indicatietarief is maximaal € 6.000,= (eenvoudig kort geding).
De voorzieningenrechter zal derhalve een gemaximeerd bedrag van € 6.000,= voor werkzaamheden van de advocaat van Alexander Stichting toewijzen.
De kosten aan de zijde van Alexander Stichting worden begroot op:
- vast recht € 589,00
- salaris advocaat
6.000,00
Totaal € 6.589,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Alexander Stichting tot op heden begroot op € 6.589,00,
5.3.
verklaart deze veroordeling van [eiser] in de proceskosten van Alexander Stichting uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.A.M. Schreuder en in het openbaar uitgesproken op 22 maart 2013.