ECLI:NL:RBONE:2013:BY7847
Rechtbank Oost-Nederland
- Kort geding
- W.K.F. Hangelbroek
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van woning door gedaagden zonder huurrecht of titel
In deze zaak vorderde de stichting WBO Wonen de ontruiming van een woning die werd bewoond door gedaagden, die met toestemming van de huurder in de woning verbleven. De huurder, [gedaagde sub 3], was op dat moment gedetineerd en zou naar verwachting binnen twee weken terugkeren. WBO Wonen stelde dat de gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], zonder recht of titel de woning gebruikten, omdat zij geen huurders waren en er geen toestemming was gegeven door de huurder om het gehuurde in gebruik te geven aan anderen. Daarnaast werd er overlast door de gedaagden gesteld, waaronder geluidshinder en het deponeren van vuilnis.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het spoedeisend belang voor de ontruiming ontbrak, aangezien de huurder binnenkort zou terugkeren. De rechter merkte op dat de overlast niet voldoende was aangetoond en dat de gedaagden niet aansprakelijk waren voor huurbetalingen, omdat zij geen huurders waren. De vordering tot ontruiming werd afgewezen, en WBO Wonen werd veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van het spoedeisend belang in kort geding procedures en de noodzaak om voldoende bewijs te leveren voor gestelde overlast. De rechter concludeerde dat de situatie van de gedaagden, die tijdelijk in de woning verbleven, niet onrechtmatig was zolang de huurder terugkeerde. De zaak illustreert ook de juridische complicaties rondom huurrecht en de rechten van gedaagden die feitelijk in een woning verblijven zonder huurcontract.