ECLI:NL:RBONE:2013:BY9588

Rechtbank Oost-Nederland

Datum uitspraak
25 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/700176-11
Instantie
Rechtbank Oost-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met drugsgebruik en zwaar lichamelijk letsel

Op 25 januari 2013 heeft de Rechtbank Oost-Nederland te Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 39-jarige inwoner van Nijmegen, die op 13 januari 2011 betrokken was bij een ernstig verkeersongeval in Druten. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor twee jaar. Het ongeval vond plaats toen de verdachte onder invloed van drugs, waaronder GHB, een andere auto frontaal raakte. De bestuurder van de andere auto, [slachtoffer], liep als gevolg van de aanrijding een polsbreuk op, waarvoor hij twee keer moest worden geopereerd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich roekeloos had gedragen door slingerend en met wisselende snelheden te rijden, terwijl hij onder invloed was van stoffen die zijn rijvaardigheid beïnvloedden. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte niet in staat was om zijn voertuig op een veilige manier te besturen, wat leidde tot het ongeval. De officier van justitie had een hogere straf geëist, maar de rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de tijd die sinds het ongeval was verstreken. De uitspraak benadrukt de ernst van rijden onder invloed en de gevolgen daarvan voor andere weggebruikers.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-NEDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummer : 05/700176-11
Datum zitting : 05 september 2012, 15 oktober 2012, 23 november 2012 en 11 januari 2013
Datum uitspraak : 25 januari 2013
VERSTEK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland
tegen
naam : [verdachte]
geboren op : [geboortedatum]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 13 januari 2011, te Druten, in elk geval in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto) over de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Rijksweg A73 en/of de Maas en Waal weg en/of de Noord-Zuid, roekeloos, althans zeer, althans aanmerkelijk onoplettend, onvoorzichtig en/of
onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
- terwijl het zicht ter plaatse werd belemmerd, beperkt en/of werd gehinderd door het
ontbreken van (enig) daglicht en/of door (lichte) regenval, en/of
- terwijl het wegdek van die Noord-Zuid ter plaatse nat was, en/of
- terwijl hij onder invloed verkeerde van (een aanzienlijke hoeveelheid) drugs namelijk (ongeveer 90 mg/l) GHB (gamma-hydroxy-boterzuur) en/of een (geringe) hoeveelheid van een of meerdere andere stoffen (bevattende cannabionoiden en/of cocaïne en/of lidocaine), althans na het gebruik van een (niet onaanzienlijke) hoeveelheid drugs, die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden,
- over die Rijksweg A73 slingerend heeft gereden, en/of
- (vervolgens), aangekomen op de Maas en Waal weg, over die Maas en Waal weg met wisselende snelheden en/of slingerend heeft gereden en/of daarbij een of meerdere rijstroken heeft gebruikt, en/of
- (daarbij) in strijd met artikel 76 lid 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 zijn, verdachtes, voertuig de op die Maas en Waal weg
aangebrachte doorgetrokken streep heeft overschreden en/of met zijn, verdachtes, voertuig aan de linkerzijde van die doorgetrokken streep heeft gereden, en/of
- (daarbij) niet, althans onvoldoende, aan zijn, verdachtes, verplichting heeft voldaan zoveel mogelijk rechts te houden, als bedoeld in artikel 3 van voornoemd Reglement, en/of
- (vervolgens), aangekomen op die Noord-Zuid, over die Noord-Zuid heeft gereden
waarbij hij, verdachte, ter hoogte van een bocht, bezien vanuit de rijrichting van verdachte, naar links bij de/het kruising/kruispunt van de Noord-Zuid met de Houtsestraat de binnenbocht heeft genomen, en/of
- (daarbij) is gaan rijden en/of heeft gereden over de weghelft bestemd voor het
tegemoetkomend verkeer, en/of
- (daarbij) niet, althans onvoldoende, aan zijn, verdachtes, verplichting heeft voldaan zoveel mogelijk rechts te houden, als gesteld in artikel 3 lid 1 van voornoemd Reglement, en/of
- (daarbij) niet, althans in onvoldoende mate op het voor hem gelegen gedeelte van die Noord-Zuid en/of het overige verkeer heeft gelet en/of is blijven letten, en/of
- (vervolgens) is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met een ander
motorrijtuig (personenauto), welke hem tegemoet kwam,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan verdachtes schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander ([slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel, althans zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, werd toegebracht,
terwijl bij dit ongeval verdachte verkeerde in de toestand bedoeld in artikel 8, lid 1 WVW aangezien verdachte toen dat voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten (ongeveer 90 mg/l) GHB (gamma-hydroxy-boterzuur) en/of een hoeveelheid van een of meerdere andere stoffen (bevattende cannabinoïden en/of cocaïne en/of lidocaïne), waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan, al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof, de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht.
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 13 januari 2011 te Druten in elk geval in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Rijksweg A73 en/of de Maas en Waal weg en/of de Noord-Zuid,
- terwijl het zicht ter plaatse werd belemmerd, beperkt en/of werd gehinderd door het ontbreken van (enig) daglicht en/of door (lichte) regenval, en/of
- terwijl het wegdek van die Noord-Zuid ter plaatse nat was, en/of
- terwijl hij onder invloed verkeerde van (een aanzienlijke hoeveelheid) drugs namelijk (ongeveer 90 mg/l) GHB (gamma-hydroxy-boterzuur) en/of een (geringe) hoeveelheid van een of meerdere andere stoffen (bevattende cannabionoiden en/of cocaïne en/of lidocaine), althans na het gebruik van een (niet onaanzienlijke) hoeveelheid drugs, die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden,
- over die Rijksweg A73 slingerend heeft gereden, en/of
- (vervolgens), aangekomen op de Maas en Waal weg, over die Maas en Waal weg met wisselende snelheden en/of slingerend heeft gereden en/of daarbij een of meerdere rijstroken heeft gebruikt, en/of
- (daarbij) in strijd met artikel 76 lid 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 zijn, verdachtes, voertuig de op die Maas en Waal weg aangebrachte doorgetrokken streep heeft overschreden en/of met zijn, verdachtes, voertuig aan de linkerzijde van die doorgetrokken streep heeft gereden, en/of
- (daarbij) niet aan zijn, verdachtes verplichting heeft voldaan zoveel mogelijk rechts te houden, als gesteld in artikel 3 lid 1 van voornoemd Reglement, en/of
- (vervolgens), aangekomen op die Noord-Zuid, over die Noord-Zuid heeft gereden waarbij hij, verdachte, ter hoogte van een bocht, bezien vanuit de rijrichting van verdachte, naar links bij de/het kruising/kruispunt van de Noord-Zuid met de Houtsestraat de binnenbocht heeft genomen, en/of
- (daarbij) is gaan rijden en/of heeft gereden over de weghelft bestemd voor het tegemoetkomend verkeer, en/of
- (daarbij) niet aan zijn, verdachtes verplichting heeft voldaan zoveel mogelijk rechts te houden, als gesteld in artikel 3 lid 1 van voornoemd Reglement, en/of
- (daarbij) niet, althans in onvoldoende mate op het voor hem gelegen gedeelte van die Noord-Zuid en/of het overige verkeer heeft gelet en/of is blijven letten, en/of
- (vervolgens) is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met een ander motorrijtuig (personenauto), welke hem tegemoet kwam,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
2.
hij op of omstreeks 13 januari 2011 te Druten als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten (ongeveer 90 mg/l) GHB (gamma-hydroxy-boterzuur) en/of een hoeveelheid van een of meerdere andere stoffen (bevattende cannabinoïden en/of cocaïne en/of lidocaine), waarvan hij
wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 11 januari 2013 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte niet verschenen. Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend.
De officier van justitie, mr. J.C. Stikkelman, heeft gerekwireerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Ten aanzien van het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 13 januari 2011 heeft in Druten een verkeersongeval plaatsgevonden tussen een door verdachte bestuurd motorvoertuig, en een ander motorvoertuig. Als gevolg van dit ongeval heeft de bestuurder van het andere motorvoertuig, te weten [slachtoffer], een polsbreuk opgelopen waaraan hij tweemaal is geopereerd en waarbij de geschatte duur van de genezing werd gesteld op 6 maanden.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 primair en onder 2 tenlastegelegde en baseert dit op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen.
Beoordeling door de rechtbank
Op 13 januari 2011 omstreeks 18.15 uur reed verdachte met zijn auto, een rode Honda Civic met kenteken [x] vanaf de woning van zijn moeder naar zijn vriendin, beiden woonachtig in Nijmegen. Verdachte dacht dat hij in gedachten was aangezien zijn vader ernstig ziek was. Zijn, verdachtes, laatste herinnering voor het ongeval was dat hij reed op de snelweg A-73.
Op 13 januari 2011 omstreeks 18.00 uur à 18.35 uur reed de getuige [getuige] in zijn auto, een BMW met kenteken [x], over de Noord-Zuid. Vóór hem reed een Volvo XC90. Komend bij de kruising met de Houtsestraat zag de getuige dat een rode auto hem tegemoet kwam rijden. Dat was in een flauwe bocht naar rechts. Deze auto reed op zijn weghelft en de bestuurder van die rode auto sneed als het ware de bocht af. De getuige ziet dat de rode auto frontaal tegen de Volvo, die voor hem reed, aanreed. Ten tijde van de aanrijding reed de getuige ongeveer 70 km/u en de voor hem rijdende Volvo reed met ongeveer dezelfde snelheid.
De getuige [getuige1] was bijrijder in de auto van [getuige] en verklaart dat er gereden werd met een snelheid van ongeveer 60 à 70 km/u en dat voor hen een zwarte Volvo reed. De Volvo reed keurig op zijn weghelft. Ineens zag de getuige over de tegemoet komende rijstrook een rode auto aankomen die ineens het stuur omgooide en op de weghelft van de getuige terechtkwam. Het ging allemaal heel snel en voordat getuige het wist was de rode auto frontaal gebotst op de Volvo die voor hem reed. Enige reden voor de rode auto om uit te wijken heeft de getuige niet waargenomen.
Ook getuige [getuige2] is getuige geweest van het ongeval. Zij reed op 13 januari 2011 in de avond op de A73 in de richting van Druten, komende vanuit Nijmegen. Voor haar reed een Honda die slingerend reed en bijna de vangrail raakte. De A73 gaat over in de Maas en Waal weg (N322) alwaar je 100 km/u mag rijden. Op die weg zit een groene lijn tussen de rijbanen. [getuige2] zag dat de Honda steeds over de doorgetrokken middenlijn heen reed en met twee wielen op de andere weghelft reed, dus op de rijbaan van het tegemoetkomend verkeer. Voorts zag de getuige dat de bestuurder zijn snelheid afwisselde en dat hij op een gegeven moment nog maar 40 km/u reed om vervolgens weer van getuige weg te rijden tot 80 km/u. Zo reed de bestuurder heel erg hard richting een bus voor hem om vervolgens hard te remmen. Ook zag de getuige de Honda aan de rechterkant over de doorgetrokken streep rijden. Op de Maas en Waal (N322) slingerde de Honda en hield constant andere snelheden aan. De getuige vond dit rijgedrag beangstigend en heeft even later 112 gebeld. Even later zag de getuige dat de Honda waar zij over verklaarde, betrokken was bij een ongeluk.
Ook de getuige [getuige3] zag, toen hij de Maas en Waal weg op reed een kleine rode auto rijden. Die auto reed twee auto’s voor hem. De getuige viel direct de rijstijl van de bestuurder van deze auto op. Hij zag de auto van links naar rechts slingeren over de gehele rijbaan en wel zodanig dat de getuige de indruk had dat de bestuurder dronken moest zijn. Hij zag de auto meermalen rechts in de berm rijden om vervolgens weer helemaal links op de rijstrook voor het tegemoetkomende verkeer te rijden. De getuige heeft toen direct 112 gebeld. Getuige heeft minstens 5 tot 10 keer gezien dat de bestuurder op de verkeerde weghelft reed en dat tegemoetkomende auto’s en vrachtwagens voor hem moesten uitwijken. Vrachtwagens claxonneerden en seinden met hun lichten in de richting van de rode auto.
Verbalisant [verbalisant1] was op 13 januari 2011 samen met collega [verbalisant2] belast met de noodhulp voor het team Beuningen/Maas en Waal. Omstreeks 18.15 uur kregen zij de melding van de centrale meldkamer van de politieregio Gelderland-Zuid dat er over de Maas en Waalweg een rode auto zou rijden in de richting van de Noord-Zuid. De bestuurder van deze auto zou als een idioot rijden en constant gevaarlijk inhalen en mensen snijden. Toen er 112 meldingen bleven binnen komen bij de meldkamer over het rijgedrag van deze bestuurder bleek het toch wel ernstig. Verbalisanten zijn met een andere eenheid richting de opgegeven locatie gereden. Kort hierna kregen zij een melding dat er op de Noord-Zuid (N322) een aanrijding met letsel was.
De benadeelde [slachtoffer] heeft verklaard dat hij op 13 januari 2011 omstreeks 18.30 uur reed over de Noord-Zuid te Druten. Hij reed in zijn Volvo XC 90 en kwam vanuit de richting van de Van Heemstraweg. Benadeelde reed in de richting van de Maas en Waal weg. Ter hoogte van de Houtsestraat boog de weg naar rechts en vlak voor deze bocht zag benadeelde dat hem een auto tegemoet kwam. Toen benadeelde halverwege deze bocht reed, zag hij dat deze auto op zijn weghelft reed. Benadeelde reed ongeveer 70 tot 80 km/u. Benadeelde heeft op dat moment naar rechts gestuurd en voelde kort daarna een harde schok en hij hoorde een harde klap.
De benadeelde [slachtoffer] heeft als gevolg van de aanrijding zijn pols gebroken waarbij de geschatte duur van de genezing 6 maanden bedraagt. Op 1 maart 2011 verklaarde de benadeelde dat hij inmiddels twee keer geopereerd is aan de polsbreuk. De eerste keer zijn twee pinnen in zijn pols gezet en bij de tweede operatie zijn de pinnen verwijderd.
De rechtbank kenmerkt het door benadeelde opgelopen letsel als zwaar lichamelijk letsel.
Naar aanleiding van het ongeval is een proces-verbaal verkeers ongevallen analyse (VOA) opgemaakt. Verbalisanten hebben bij dat onderzoek het volgende vastgesteld.
Bij het ongeval waren betrokken een personenauto, merk Honda, type Civic, kenteken [x] en een Volvo, type XC90 kenteken [x]. Ten tijde van het ongeval was het donker, de straatverlichting was in werking en er was in lichte mate sprake van regen. Aan de hand van de schade en de aangetroffen sporen aan beide voertuigen en op het wegdek bleek dat de Honda in zijn geheel op de rijbaanhelft reed die bestemd was voor het tegemoetkomende verkeer en frontaal in botsing kwam met een tegemoetkomende auto, Volvo XC90.
Op 13 januari 2011 omstreeks 18.35 uur had de verbalisant [verbalisant1] het eerste directe contact met de bestuurder, zijnde verdachte, leidende tot de verdenking van een gedraging in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994. Verbalisant nam waar dat verdachte erg verward overkwam en niet in staat was om mee te werken aan een ademanalyse in verband met zijn verwondingen. Verdachte is te 19.05 uur die dag aangehouden en in verband met zijn verwondingen overgebracht naar het UMC St. Radboud te Nijmegen. Aldaar is de verdachte om 21.05 uur, na afname van bloed, weer in vrijheid gesteld. Voorafgaand aan de afname van bloed heeft verdachte daar toestemming voor verleend. Het bloedmonster is overeenkomstig de geldende regelgeving verzonden naar het NFI.
Het Nederlands Forensisch Instituut heeft het bij verdachte afgenomen bloed onderzocht. Uit dit onderzoek blijkt dat in het bloed van verdachte het navolgende is aangetroffen:
GHB GHB 90 mg/l
THC Cannabinoïden aangetoond
11-OH-THC Cannabinoïden aangetoond
THC-COOH Cannabinoïden aangetoond
Methylecgonine cocaïne 0,0087 mg/l
Benzoylecgonine cocaïne 0.057 mg/l
Lidocaïne Lidocaïne 0,12 mg/l.
GHB is een stof met vergelijkbare effecten als alcohol. De eerste effecten van inname van GHB zijn meestal al binnen 15 minuten na inname/toediening merkbaar. GHB wordt snel uit het lichaam verwijderd. Het is tot ongeveer 6 à 8 uren na inname aantoonbaar in bloed. Concentraties boven 5 mg/l in bloed wijzen op inname of toediening van GHB of een stof waaruit GHB gevormd kan worden. Concentraties van GHB in het bloed tussen ongeveer 10 en 50 mg/l veroorzaken in het algemeen (lichte) duizeligheid en sufheid. Bij hogere concentraties worden de hersenfuncties in sterkere mate gedempt. Bij concentraties tussen ongeveer 50 en 150 mg/l treedt lichte slaap op. In het bloed van verdachte is een concentratie GHB gemeten waarbij doorgaans lichte slaap op kan treden.
In het bloed van verdachte zijn de volgende (omzettingsproducten van) drugs en/of geneesmiddelen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden aangetoond:
- GHB
- Cannabinoïden: THC en 11-OH-THC.
Daarnaast zijn onwerkzame omzettingsproducten van cocaïne (benzoylecgonine en methylecgonine), een onwerkzaam omzettingsproduct van cannabis (THC-COOH) en lidocaïne aangetoond.
Op grond van de concentratie van GHB in het bloed van verdachte kan worden geconcludeerd dat ten tijde van de bloedafname:
de rijvaardigheid waarschijnlijk nadelig beïnvloed was.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat sprake is van grove schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij op 13 januari 2011, te Druten, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto) over de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Rijksweg A73 en de Maas en Waal weg en de Noord-Zuid, zeer, onoplettend, onvoorzichtig en
onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
- terwijl het zicht ter plaatse werd belemmerd, beperkt en/of werd gehinderd door het
ontbreken van (enig) daglicht en door (lichte) regenval, en
- terwijl het wegdek van die Noord-Zuid ter plaatse nat was, en
- terwijl hij onder invloed verkeerde van een aanzienlijke hoeveelheid drugs namelijk (ongeveer 90 mg/l GHB (gamma-hydroxy-boterzuur) en een geringe hoeveelheid andere stoffen (bevattende cannabinoïden en cocaïne en lidocaine), die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden,
- over die Rijksweg A73 slingerend heeft gereden, en
- vervolgens, aangekomen op de Maas en Waal weg, over die Maas en Waal weg met wisselende snelheden en slingerend heeft gereden en daarbij meerdere rijstroken heeft gebruikt, en
- daarbij in strijd met artikel 76 lid 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 zijn, verdachtes, voertuig de op die Maas en Waal weg
aangebrachte doorgetrokken streep heeft overschreden en met zijn, verdachtes, voertuig aan de linkerzijde van die doorgetrokken streep heeft gereden, en
- daarbij niet, aan zijn, verdachtes, verplichting heeft voldaan zoveel mogelijk rechts te houden, als bedoeld in artikel 3 van voornoemd Reglement, en
- vervolgens, aangekomen op die Noord-Zuid, over die Noord-Zuid heeft gereden
waarbij hij, verdachte, ter hoogte van een bocht, bezien vanuit de rijrichting van verdachte, naar links bij de kruising van de Noord-Zuid met de Houtsestraat de binnenbocht heeft genomen, en
- daarbij is gaan rijden en heeft gereden over de weghelft bestemd voor het
tegemoetkomend verkeer, en
- daarbij niet, aan zijn, verdachtes, verplichting heeft voldaan zoveel mogelijk rechts te houden, als gesteld in artikel 3 lid 1 van voornoemd Reglement, en
- daarbij niet, althans in onvoldoende mate op het voor hem gelegen gedeelte van die Noord-Zuid en het overige verkeer heeft gelet en is blijven letten, en
- vervolgens is gebotst tegen, een ander
motorrijtuig (personenauto), welke hem tegemoet kwam,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan verdachtes schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander ([slachtoffer]) zwaar lichamelijk letsel, werd toegebracht,
terwijl bij dit ongeval verdachte verkeerde in de toestand bedoeld in artikel 8, lid 1 WVW aangezien verdachte toen dat voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten 90 mg/l GHB (gamma-hydroxy-boterzuur) en een hoeveelheid van andere stoffen (bevattende cannabinoïden en cocaïne en lidocaïne), waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan, al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof, de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht.
2.
hij op 13 januari 2011 te Druten als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten 90 mg/l GHB (gamma-hydroxy-boterzuur) en een hoeveelheid van andere stoffen (bevattende cannabinoïden en cocaïne en lidocaine), waarvan hij
wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, zodat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 primair:
Overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht en de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994.
Ten aanzien van feit 2:
Overtreding van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994.
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van de onder 1 primair en 2 tenlastegelegde feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden onvoorwaardelijk alsmede ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 3 jaar onvoorwaardelijk met aftrek overeenkomstig artikel 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
• het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 12 december 2012;
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft met zijn auto deelgenomen aan het verkeer, terwijl hij onder invloed verkeerde van drugs. Hij is, nadat hij al verschillende gevaarlijke situaties op de weg had gecreëerd en door andere weggebruikers was gewaarschuwd door middel van claxonneren en lichtsignalen, op de verkeerde weghelft terecht gekomen en is op volle snelheid in aanrijding gekomen met een tegenligger.
De tegenligger heeft daarbij zwaar lichamelijk letsel opgelopen in de vorm van een gebroken pols, waarvoor tweemaal een operatie nodig was. Dat het letsel hiertoe beperkt is gebleven, is te danken aan de degelijkheid van de auto van de tegenligger, aldus de politie.
De rechtbank rekent de verdachte een en ander zwaar aan. Zij acht een straf als geëist door de officier van justitie passend en geboden. Met betrekking tot de duur van de op te leggen ontzegging van de rijbevoegdheid wijkt de rechtbank af van de eis van de officier, gelet op de omstandigheid dat het feit dateert van twee jaar terug en verdachte niet eerder voor verkeersmisdrijven is veroordeeld.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 55, 63, 91 van het Wetboek van Strafrecht alsmede de artikelen 6, 8, 175, 176, 178 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
alsmede
ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen, bromfietsen daaronder begrepen, voor de duur van 2 (twee) jaren, met aftrek overeenkomstig artikel 179, lid 6, van de Wegenverkeerswet 1994.
Aldus gewezen door:
mr. J.M. Hamaker (voorzitter), mr. P.C. Quak en mr. N.K. van den Dungen-Dijkstra, rechters,
in tegenwoordigheid van R. van Dijk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 januari 2013.