vonnis
RECHTBANK OOST-NEDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/229154 / HA ZA 12-297
Vonnis van 23 januari 2013
de naamloze vennootschap
DIRKZWAGER ADVOCATEN & NOTARISSEN N.V.,
gevestigd te Arnhem,
eiseres,
advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Duits recht
ASSET ALLIANCE MANAGEMENT HOLDING GMBH,
gevestigd te Düsseldorf, Duitsland,
gedaagde,
advocaat mr. B. Honerbom te Arnhem.
Partijen zullen hierna Dirkzwager en Asset genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 26 september 2012
- het proces-verbaal van comparitie van 4 december 2012, bij welke comparitie namens Asset uitsluitend haar advocaat is verschenen.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. In 2011 was Asset voornemens een onroerende zaak te kopen die was gelegen in Duitsland en die eigendom was van een Nederlandse vennootschap. Ter verkrijging van de onroerende zaak moest Asset de aandelen van de betreffende vennootschap overnemen. Asset heeft in verband daarmee aan Dirkzwager – in de persoon van mr. [betrokkene 1] – opdracht gegeven de overeenkomsten voor de aankoop van die aandelen op te stellen.
2.2. Bij e-mail van 13 april 2011 heeft de heer J. [betrokkene 2] namens Asset de opdracht aan mr. [betrokkene 1] bevestigd en aangekondigd dat een voorschot op de kosten van € 3.500,00 zou worden overgemaakt.
2.3. In verband met het voorgaande heeft Dirkzwager in de periode van april 2011 tot en met augustus 2011 juridische werkzaamheden voor Asset verricht.
2.4. Blijkens de opdrachtbevestiging van Dirkzwager van 7 april 2011 zijn op de overeenkomst van opdracht de algemene voorwaarden van Dirkzwager van toepassing verklaard. Deze algemene voorwaarden zijn aan Asset ter hand gesteld.
2.5. Artikel 10 van de algemene voorwaarden luidt onder meer:
Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, dient betaling te geschieden binnen 14 dagen na factuurdatum, bij gebreke waarvan Opdrachtgever van rechtswege (dus zonder dat enige aanmaning of nadere ingebrekestelling vereist is) in verzuim is.
In geval van verzuim is Opdrachtgever over het factuurbedrag of het niet betaalde gedeelte daarvan een vertragingsrente verschuldigd van 1% per maand of een gedeelte van een maand, te rekenen vanaf de vervaldatum tot de datum van betaling.
De buitengerechtelijke incassokosten worden gesteld op minimaal 15% van het niet betaalde gedeelte van de factuurbedragen (inclusief BTW).
2.6. Op verzoek van Dirkzwager heeft Asset aan haar het voorschot van € 3.500,00 betaald.
2.7. Bij e-mail van 25 mei 2011 heeft Dirkzwager aan Dirkzwager onder meer geschreven:
Wie aus den Entwurf Verträgen hervorgeht ist eine Einzahlung der Kaufsumme auf das Notaranderkonto Voraussetzung für die Übertragungen. Deshalb bitte ich Sie rechtzeitig die Kaufsumme von € 10.390.00,00 plus € 25.000,00 für die Geschäftsanteile der Verwaltungs-GmbH, plus € 15.000,00 Übertragungskosten auf das Notaranderkonto zu überweisen. Meine Abrechnung werde ich Ihnen zukommen lassen, sobald geklärt ist wie die beiden Käufer heißen und in welchem Verhältnis die Kaufsumme von den Käufern getragen wird.
2.8. In verband met haar werkzaamheden heeft Dirkzwager aan Asset een bedrag van in totaal € 25.859,38 inclusief btw in rekening gebracht door middel van drie facturen:
a) factuur 7080679 / 721105133 van 1 juni 2011 ten bedrage van € 19.137,06,
b) factuur 7080679 / 721105420 van 30 juni 2011 ten bedrage van € 4.162,62 en
c) factuur 7080679 / 721106517 van 1 augustus 2011 ten bedrage van € 2.559,70.
Op eerstgenoemde factuur is een bedrag van € 3.500,00 in mindering gebracht in verband met het door Asset betaalde voorschot. De facturen vermelden een betaaltermijn van 21 dagen.
2.9. Asset heeft de facturen ondanks sommaties onbetaald gelaten.
2.10. De onder 2.1 bedoelde koop van de aandelen door Asset heeft geen doorgang gevonden.
3. Het geschil
3.1. Dirkzwager vordert – na op de comparitie haar vordering onder a) te hebben gewijzigd voor zover het gaat om de ingangsdatum van de contractuele rente en aan de vordering onder c) nog de kosten van het vertalen van de dagvaarding te hebben toegevoegd – veroordeling van Asset tot betaling aan haar van, samengevat:
a) € 22.359,38 in hoofdsom, te vermeerderen met de contractuele vertragingsrente van 1% per maand daarover vanaf:
- 23 juni 2011 over een bedrag van € 15.637,06 (€ 19.137,06 minus € 3.500,00);
- 22 juli 2011 over een bedrag van € 4.162,62;
- 16 augustus 2011 over een bedrag van € 2.559,70;
althans en subsidiair de handelsrente daarover vanaf voormelde data, althans en meer subsidiair de wettelijke rente daarover vanaf voormelde data, althans en meer meer subsidiair de wettelijke rente daarover vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van de algehele voldoening;
b) de buitengerechtelijke incassokosten, te weten primair op basis van Dirkzwagers algemene voorwaarden een bedrag van € 3.353,91 en subsidiair op basis van Rapport Voorwerk II een bedrag van € 1.158,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van de algehele voldoening;
c) de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente, alsmede de nakosten.
3.2. Dirkzwager legt aan haar vorderingen ten grondslag dat zij in opdracht van Asset juridische werkzaamheden voor haar heeft verricht, in verband waarmee zij Asset de onder 2.8 genoemde facturen ten bedrage van in totaal € 25.859,38 inclusief btw heeft gezonden, die Asset – na aftrek van het betaalde voorschot van € 3.500,00 – tot een bedrag van € 22.359,38 onbetaald heeft gelaten. Dirkzwager stelt zich op het standpunt dat Asset aldus jegens haar toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar betalingsverplichtingen en dat zij in verzuim verkeert.
3.3. Asset voert verweer.
3.4. De rechtbank zal hierna, voor zover van belang, nader ingaan op de stellingen van partijen.
4. De beoordeling
Bevoegdheid en toepasselijk recht
4.1. Gelet op de vestigingsplaats van Asset heeft deze zaak een internationaal karakter, zodat de vraag rijst of deze rechtbank bevoegd is van het geschil kennis te nemen en, zo ja, welk recht op het geschil van toepassing is. Dirkzwager heeft onder verwijzing naar artikel 8 van haar algemene voorwaarden aangevoerd dat de rechtbank Arnhem in deze zaak bevoegd is en dat het geschil moet worden beoordeeld naar Nederlands recht. Asset heeft hiertegen geen verweer gevoerd. Gelet hierop acht de rechtbank Oost-Nederland – waarin de rechtbank Arnhem per 1 januari 2013 is opgegaan – zich bevoegd om van het geschil kennis te nemen en zal zij het geschil beoordelen naar Nederlands recht.
De inhoudelijke beoordeling
4.2. De facturen van Dirkzwager hebben betrekking op werkzaamheden die zij in opdracht van Asset stelt te hebben verricht. Bij de beantwoording van de vraag of Dirkzwager terecht aanspraak maakt op betaling van de facturen, is ten eerste van belang of de werkzaamheden waarop de facturen zien tussen partijen zijn overeengekomen en ten tweede of deze werkzaamheden ook daadwerkelijk door Dirkzwager zijn verricht.
4.3. In dit kader is dus niet relevant het verweer van Asset dat Dirkzwager niet heeft voldaan aan de informatieplicht en de plicht tot het afleggen van rekening en verantwoording zoals die volgt uit artikel 55 lid 1 van de Wet op het notarisambt, artikel 10 van de voor notarissen geldende verordening beroeps- en gedragsregels en artikel 7:400 juncto 7:403 BW, doordat zij Asset – hoewel deze daarom bij herhaling heeft gevraagd – geen opheldering heeft verschaft over de in rekening gebrachte uren. Ook doet niet ter zake dat volgens Asset de door Dirkzwager verzonden declaraties en de nadien verzonden urenspecificaties niet transparant en niet begrijpelijk zijn en niet voldoen aan hetgeen daarvan mag worden verwacht. Zelfs al zouden deze verweren gegrond zijn, dan ontslaat dit Asset immers nog niet van haar betalingsverplichting.
Gefactureerde werkzaamheden overeengekomen?
4.4. Asset stelt zich op het standpunt dat zij niet bekend is met de door Dirkzwager gehouden besprekingen met de vennootschap die Asset beoogde over te nemen. Daarnaast voert zij aan dat zij geen opdracht heeft gegeven voor het opstellen van een ‘legal opinion’ in verband met mogelijke tegenstrijdigheden met Nederlandse voorschriften ten aanzien van kapitaal. Volgens Asset vallen deze werkzaamheden niet onder de opdracht. Indien dergelijke werkzaamheden noodzakelijk waren, had Dirkzwager hiervan mededeling moeten doen zodat Asset er al dan niet mee zou hebben kunnen instemmen, aldus Asset.
4.5. Zonder nadere aanduiding, die Asset niet heeft gegeven, is niet duidelijk op welke factuur en specificatie de door Asset bedoelde werkzaamheden staan vermeld. Daar komt bij dat zonder nadere onderbouwing, die Asset evenmin heeft gegeven, niet kan worden geconcludeerd dat deze werkzaamheden niet onder de opdracht zouden vallen. De opdracht zag op het opstellen van de overeenkomsten voor de overname van de aandelen van de in Duitsland gevestigde vennootschap. Gesteld noch gebleken is dat partijen vooraf hebben gespecificeerd welke afzonderlijke werkzaamheden deze opdracht met zich mee zou brengen. Verder heeft Asset niet gesteld, en is ook overigens niet gebleken, dat zij met Dirkzwager was overeengekomen dat Dirkzwager voor alle afzonderlijke werkzaamheden vooraf met haar in overleg zou treden opdat Asset daaraan haar instemming zou kunnen verlenen of onthouden. De rechtbank wijst er in dit kader verder nog op dat Dirkzwager op de comparitie onweersproken heeft aangevoerd dat het feit dat de partijen bij de overeenkomst zelf ook advocaten hadden het er niet makkelijker op heeft gemaakt en dat zij zelfs problemen hebben veroorzaakt, onder andere doordat zij beweerden dat een betrokken Duitse partij een rechtspersoon was terwijl dit niet het geval was.
Het verweer van Asset faalt dan ook bij gebreke van een deugdelijke onderbouwing.
4.6. Asset stelt zich verder op het standpunt dat werkzaamheden die zijn verricht voordat de opdracht is verstrekt, acquisitiewerkzaamheden betreffen die niet voor vergoeding in aanmerking komen. Op de comparitie heeft Dirkzwager echter verklaard dat de werkzaamheden die zijn verricht vóór de officiële opdrachtverstrekking geen acquisitiewerkzaamheden betroffen, maar werkzaamheden ten behoeve van het opstellen van de koopovereenkomst. De verkopers hadden al contact met een koper en wilden dat Dirkzwager zo snel mogelijk aan de slag ging, aldus Dirkzwager. In het licht van deze nadere toelichting van Dirkzwager heeft Asset haar verweer onvoldoende gemotiveerd gehandhaafd, zodat het wordt verworpen.
4.7. Het verweer van Asset, dat de in rekening gebrachte werkzaamheden van de heer of mevrouw [betrokkene 3] administratieve werkzaamheden betreffen zoals het aanmaken van het dossier en het verwerken van de adresgegevens in het systeem van Dirkzwager en dus niet onder de overeenkomst van opdracht vallen, slaagt evenmin. Deze niet nader onderbouwde veronderstelling van Asset is door Dirkzwager op de comparitie gemotiveerd weerlegd door de mededeling dat mevrouw [betrokkene 3] notarieel medewerkster is en dat voor haar een uurtarief van € 120,00 in rekening wordt gebracht. Asset heeft vervolgens haar verweer niet gemotiveerd gehandhaafd.
4.8. Voorts stelt Asset zich op het standpunt dat het aantal door Dirkzwager in rekening gebrachte uren voor de onderhavige opdracht buitenproportioneel en niet redelijk is en dat zij dit op grond van hetgeen partijen waren overeengekomen ook niet hoefde te verwachten. Het ging hier, zo voert Asset aan, om het opstellen van slechts twee standaardovereenkomsten van overdracht van aandelen en er was geen sprake van een complexe zaak of andere omstandigheden op grond waarvan meer tijd nodig was dan gebruikelijk voor het opstellen van conceptovereenkomsten als de onderhavige. De beide overeenkomsten die zijn opgesteld, zijn bovendien nagenoeg gelijkluidend, zodat Dirkzwager in feite slechts één overeenkomst heeft opgesteld, aldus Asset. Op de comparitie heeft zij hieraan nog toegevoegd dat al belangrijk werk was verricht door haar eigen juristen, die de structuur van de constructie mede hadden voorbereid.
4.9. Dirkzwager heeft op de comparitie aangevoerd dat het hier geen standaard koopakte betrof, dat er verschillende kopers en verkopers bij waren betrokken en dat er tien versies van de overeenkomst aan de verkopers zijn verzonden. Volgens Dirkzwager kan het zijn dat Asset deze tien versies niet allemaal heeft gezien, aangezien de afspraak was dat eerst de drie verkopers op een lijn moesten zitten en daarna het concept pas aan de koper zou worden verstuurd. Verder heeft Dirkzwager, zoals onder 4.5 al is vermeld, aangevoerd dat de zaak werd bemoeilijkt vanwege het feit dat partijen zelf ook advocaten hadden en zelfs problemen hebben veroorzaakt door het doen van een onjuiste bewering over een betrokken Duitse partij. Volgens Dirkzwager is het onmogelijk om bij een transactie als deze een offerte of inschatting van de kosten te geven. In een traject als dit veranderen er telkens zaken en dat is op voorhand niet te voorspellen, aldus Dirkzwager.
4.10. Bezien in het licht van deze stellingen en nadere toelichting van Dirkzwager heeft Asset haar verweer onvoldoende gemotiveerd gehandhaafd. Het wordt daarom verworpen.
4.11. Ten slotte voert Asset in dit kader aan dat het gevraagde voorschot van € 3.500,00 niet in verhouding staat tot het uiteindelijk gedeclareerde bedrag. Asset is er naar eigen zeggen van uitgegaan dat de uiteindelijke kosten het gevraagde voorschot niet, althans niet buitenproportioneel zouden overstijgen.
4.12. Niet gesteld of gebleken is echter dat Dirkzwager toezeggingen heeft gedaan of een prognose heeft gegeven over de uiteindelijke kosten. Dat Asset met betrekking tot de uiteindelijke kosten een verwachting had die later onjuist is gebleken, moet dan ook voor haar eigen rekening blijven. Dirkzwager heeft verder op de comparitie terecht verwezen naar haar e-mail aan Asset van 25 mei 2011 (zie onder 2.7), waarin zij Asset verzoekt om – onder meer – een bedrag van € 15.000,00 wegens ‘Übertragungskosten’ over te maken. Indien er bij Asset onduidelijkheid over bestond waarop dat bedrag betrekking had, had het op haar weg gelegen om Dirkzwager om opheldering te vragen. Voor zover Asset dit niet heeft gedaan, moet dit voor haar rekening blijven. Hierbij komt nog dat Dirkzwager op de comparitie onweersproken heeft aangevoerd dat Asset na de eerste factuur niet heeft gereageerd en dat Dirkzwager vervolgens nog anderhalve maand heeft doorgewerkt, zodat die kosten blijkbaar nog binnen het verwachtingspatroon van Asset lagen. Verder heeft Dirkzwager op de comparitie onweersproken aangevoerd dat Asset pas nadat de dagvaarding was uitgebracht vraagtekens heeft gezet bij de hoogte van de facturen. Volgens Dirkzwager heeft mr. [betrokkene 1] op 15 augustus 2011, nadat duidelijk was geworden dat de beoogde koop niet doorging, telefonisch gesproken met de heer [betrokkene 2]. Deze heeft toen geen inhoudelijke bezwaren kenbaar gemaakt tegen de facturen en heeft zelfs toegezegd tot betaling te zullen overgaan na ontvangst van de specificaties, aldus Dirkzwager. De raadsman van Asset heeft hierop niet kunnen verklaren wat er in het telefoongesprek van 15 augustus 2011 precies is gezegd door de heer [betrokkene 2]. Wel is volgens hem juist dat er voordat de dagvaarding werd uitgebracht in ieder geval niet schriftelijk is geageerd tegen de facturen. Gezien het voorgaande faalt ook het verweer van Asset ten aanzien van de hoogte van het gedeclareerde bedrag.
Werkzaamheden daadwerkelijk door Dirkzwager verricht?
4.13. Het verweer van Asset, dat niet valt uit te sluiten dat in het onderhavige dossier uren per abuis op een verkeerd dossier zijn geboekt, wordt verworpen omdat het slechts suggestief is, niet is geconcretiseerd of onderbouwd en bovendien door Dirkzwager is weersproken.
4.14. Asset voert verder aan dat meerdere medewerkers van Dirkzwager uren hebben geschreven op dit dossier, terwijl zij de opdracht heeft gegeven aan mr. [betrokkene 1] en niet aan diens kantoorgenoten. Asset stelt dat voor haar niet is te controleren of als gevolg hiervan dubbel werk is verricht, inefficiënt is gewerkt en ook niet of het voor de betreffende medewerkers gehanteerde uurtarief gerechtvaardigd is. Dirkzwager heeft hierover op de comparitie verklaard dat het feit dat meerdere mensen hebben tijdgeschreven in dit dossier uitsluitend in het voordeel van Asset is geweest. De betreffende kandidaat-notaris, mr. [betrokkene 4], en de notarieel medewerksters [betrokkene 3] en [betrokkene 5] hebben immers een aanzienlijk lager uurtarief dan mr. [betrokkene 1]. Gezien deze nadere, niet weersproken toelichting van Dirkzwager en aangezien Asset haar stelling over mogelijk dubbele werkzaamheden en inefficiëntie niet heeft geconcretiseerd en onderbouwd, moet het verweer van Asset op dit punt worden verworpen.
4.15. Dan voert Asset nog aan dat de door medewerkers van Dirkzwager geschreven tijdeenheden voor dezelfde werkzaamheden, te weten collegiaal overleg, niet overeenkomen en onregelmatigheden vertonen. Zo heeft mr. [betrokkene 6] op 11 april 2011 0,4 geschreven voor overleg met mr. [betrokkene 1], terwijl mr. [betrokkene 1] hiervoor 0,5 heeft geschreven. Ten aanzien van het collegiaal overleg op 23 mei 2011 heeft mr. [betrokkene 1] 0,4 geschreven en mr. [betrokkene 6] 0,5. Asset concludeert hieruit dat Dirkzwager niet op een zorgvuldige wijze de tijdeenheden heeft bijgehouden. Asset doelt hier kennelijk op de specificatie bij de factuur van 1 juni 2011. Zonder nadere onderbouwing, die Asset niet heeft gegeven, kan uit die specificatie echter niet worden geconcludeerd dat het hier gaat om overleggen die de beide medewerkers over en weer met elkaar hebben gevoerd. Bij het overleg dat mr. [betrokkene 1] op 11 april 2011 met een collega heeft gevoerd staat immers niet de naam van die collega vermeld. Bij de overleggen die op 23 mei 2011 met een collega zouden zijn gevoerd staan ook de namen van de betreffende collega’s niet vermeld. Het verweer dat niet op een zorgvuldige wijze tijd zou zijn geschreven faalt dan ook.
Schending zorgplicht? Opschortingsrecht?
4.16. Uit het voorgaande volgt dat ook het verweer van Asset, dat Dirkzwager haar zorgplicht heeft geschonden doordat zij niet heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam vakgenoot mag worden verwacht, bij gebreke van een afdoende onderbouwing moet worden verworpen. Daarnaast is gezien het voorgaande, anders dan Asset betoogt, geen sprake van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van Dirkzwager, zodat aan Asset geen opschortingsrecht toekomt.
4.17. De conclusie luidt dat de vordering van Dirkzwager toewijsbaar is omdat de aangevoerde gronden die vordering kunnen dragen en de verweren moeten worden verworpen.
4.18. De contractuele rente is toewijsbaar zoals gevorderd, telkens met ingang van 21 dagen na factuurdatum. Voor matiging bestaat geen grond.
4.19. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 3.353,91 zijn toewijsbaar op grond van artikel 10 van de algemene voorwaarden van Dirkzwager. Ook hier bestaat geen grond voor matiging. De wettelijke rente over dit bedrag is eveneens toewijsbaar.
4.20. Asset zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, waaronder begrepen de kosten voor het vertalen van de dagvaarding, namelijk € 530,46 exclusief btw. De kosten aan de zijde van Dirkzwager worden begroot op:
- dagvaarding € 85,67
- griffierecht 1.789,00
- overige kosten 530,46
- salaris advocaat 1.158,00 (2,0 punten × tarief € 579,00)
Totaal € 3.563,13
4.21. De gevorderde nakosten zijn toewijsbaar als vermeld in het dictum.
4.22. Dirkzwager heeft nog verzocht het vonnis te waarmerken als Europese executoriale titel als bedoeld in de Verordening (EG) nr. 805/2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen (hierna: de EET-Verordening). Aangezien Asset tegen de vorderingen van Dirkzwager verweer heeft gevoerd, is echter geen sprake van een niet-betwiste schuldvordering. Daarmee is niet voldaan aan de vereisten van de EET-Verordening om een beslissing als Europese executoriale titel te kunnen aanmerken. Het verzoek van Dirkzwager moet daarom worden afgewezen.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. veroordeelt Asset om aan Dirkzwager te betalen een bedrag van € 25.713,29 (vijfentwintigduizend zevenhonderddertien euro en negenentwintig cent), vermeerderd met de contractuele rente van 1% per maand over:
- het bedrag van € 15.637,06 met ingang van 23 juni 2011,
- het bedrag van € 4.162,62 met ingang van 22 juli 2011,
- het bedrag van € 2.559,70 met ingang van 23 augustus 2011,
telkens tot de dag van volledige betaling,
en met de wettelijke rente over het bedrag van € 3.353,91 (buitengerechtelijke incassokosten) met ingang van 6 februari 2012 tot de dag van volledige betaling,
5.2. veroordeelt Asset in de proceskosten, aan de zijde van Dirkzwager tot op heden begroot op € 3.563,13, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3. veroordeelt Asset in de nakosten indien en voor zover zij in gebreke blijft om binnen veertien dagen na dit vonnis over te gaan tot voldoening van hetgeen waartoe zij bij dit vonnis is veroordeeld, waarbij deze nakosten worden begroot op € 131,00 zonder betekening en op € 199,00 met betekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.S.T. Belt en in het openbaar uitgesproken op 23 januari 2013.