ECLI:NL:RBONE:2013:BZ0940
Rechtbank Oost-Nederland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en doorbetaling van loon in kort geding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Nederland op 23 januari 2013, betreft het een kort geding waarin de eiser, een monteur, vordert doorbetaling van zijn loon na een ontslag op staande voet door de gedaagde vennootschap. De eiser was sinds 1 oktober 2008 in dienst en had een bruto maandsalaris van € 2.275,45. Het ontslag werd gegeven op 22 november 2012, waarbij de gedaagde vennootschap drie redenen aanvoerde: het niet opvolgen van een opdracht, het verlaten van het bedrijf zonder toestemming, en een uitlating van de eiser dat hij 'er helemaal klaar mee was'. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de dringende reden van ontslag. De kantonrechter stelt vast dat de gedaagde niet aannemelijk heeft gemaakt dat het ontslag op staande voet terecht was, en dat de eiser recht heeft op doorbetaling van zijn loon. De vordering van de eiser wordt toegewezen, met inbegrip van de wettelijke verhoging en rente. De gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten.