ECLI:NL:RBONE:2013:BZ0972
Rechtbank Oost-Nederland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vorderingen inzake auteursrecht en concurrentiebedingen in kort geding tussen Apri-Ori Reizen B.V. en gedaagde
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Nederland, heeft Apri-Ori Reizen B.V. (hierna: ApriOri) een kort geding aangespannen tegen een gedaagde, die eerder als sport- en sapkuurbegeleider voor ApriOri heeft gewerkt. ApriOri vorderde onder andere een verbod op het gebruik van haar unieke sapvasten- en bewegingsprogramma, alsook op het ronselen van personeel en cliënten. De voorzieningenrechter heeft op 25 januari 2013 uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter oordeelde dat ApriOri niet voldoende heeft aangetoond dat haar sapvasten- en bewegingsprogramma uniek is. Er zijn meerdere ondernemingen actief in deze sector die vergelijkbare programma's aanbieden. De voorzieningenrechter concludeerde dat de verschillen in de programma's van ApriOri en de gedaagde voldoende zijn om te stellen dat er geen sprake is van een onrechtmatige overname van een uniek concept.
Daarnaast werd de claim van ApriOri dat de gedaagde inbreuk maakte op haar auteursrechten verworpen. De voorzieningenrechter stelde vast dat ApriOri niet had aangetoond dat de productbeschrijvingen een eigen, oorspronkelijk karakter hebben dat bescherming rechtvaardigt. Ook de beschuldigingen van ronselen van personeel en cliënten werden afgewezen, omdat ApriOri onvoldoende bewijs had geleverd om deze claims te onderbouwen.
Uiteindelijk wees de voorzieningenrechter de vorderingen van ApriOri af en veroordeelde haar in de proceskosten, tot een bedrag van € 274,- aan verschotten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk effect heeft, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.