ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1312
Rechtbank Oost-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- N.K. van den Dungen-Dijkstra
- T.P.E.E. van Groeningen
- J. Wiersma
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor het plegen van handelingen met een minderjarige zus
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Nederland op 11 februari 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het plegen van seksuele handelingen met zijn zus, die op het moment van de feiten nog geen twaalf jaar oud was. De tenlastelegging omvatte onder andere het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer. Tijdens de zitting op 28 januari 2013 heeft het slachtoffer gebruik gemaakt van haar spreekrecht en heeft de officier van justitie, mr. P.A. de Boer, geëist dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een jeugddetentie van zes maanden. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. M.E. Bosman, heeft betoogd dat de verklaringen van het slachtoffer onvoldoende concreet waren om tot een veroordeling te komen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van het slachtoffer over het seksuele misbruik summier en niet gedetailleerd waren. Het slachtoffer kon zich slechts flarden herinneren van de gebeurtenissen en had eerder aangegeven dat ze twijfelde of wat ze zich herinnerde daadwerkelijk had plaatsgevonden. De rechtbank heeft ook andere bewijsmiddelen in overweging genomen, zoals verklaringen van getuigen, waaronder de ouders van zowel de verdachte als het slachtoffer. Ondanks deze verklaringen heeft de rechtbank geconcludeerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen voor het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte niet schuldig was aan de tenlastegelegde feiten en heeft hij vrijspraak gekregen. De uitspraak is gedaan in het openbaar en de rechtbank heeft de beslissing op 11 februari 2013 bekendgemaakt.