ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1358

Rechtbank Oost-Nederland

Datum uitspraak
6 februari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
233520
Instantie
Rechtbank Oost-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.W. Huijgen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Buitengerechtelijke ontbinding van een overeenkomst tussen Dexton ICT Intelligence B.V. en Renson c.s. met betrekking tot softwareontwikkeling en -implementatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Nederland op 6 februari 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen Dexton ICT Intelligence B.V. en Renson c.s. over de buitengerechtelijke ontbinding van een overeenkomst. De kern van het geschil was wie van beide partijen in verzuim was en wie als eerste gerechtigd was om de overeenkomst te ontbinden. Dexton had een overeenkomst gesloten met Renson c.s. voor de ontwikkeling en implementatie van een softwareproduct, de WholeSale Master, maar de oplevering van het systeem verliep problematisch en er ontstonden vertragingen. Renson c.s. heeft uiteindelijk de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden, omdat Dexton niet aan de opleveringsverplichtingen voldeed. Dexton stelde op haar beurt dat Renson in verzuim verkeerde door geen toegang te verlenen tot de noodzakelijke systemen.

De rechtbank oordeelde dat Dexton zelf in verzuim verkeerde, omdat zij niet tijdig de technische oplevering had gerealiseerd. De rechtbank verklaarde Dexton niet-ontvankelijk in haar vorderingen tegen Renson (Sunprotection-)Projects N.V. en wees de vorderingen van Dexton tegen Renson Ventilation S.A. af. De ontbinding door Renson werd gerechtvaardigd geacht, en Dexton werd veroordeeld tot terugbetaling van de door Renson gedane betalingen, in totaal € 458.770,90, en in de proceskosten. De rechtbank concludeerde dat de overeenkomst rechtsgeldig was ontbonden door Renson en dat Dexton aansprakelijk was voor de schade die voortvloeide uit de niet-nakoming van de overeenkomst.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK OOST-NEDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/233520 / HA ZA 12-626
Vonnis van 6 februari 2013
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEXTON ICT INTELLIGENCE B.V.,
gevestigd te Waddinxveen,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.P.H.G.W. Sars te Doetinchem,
tegen
1. de vennootschap naar buitenlands recht, gedagvaard als
RENSON PROJECTS N.V.,
gevestigd te Waregem, België,
2. de vennootschap naar Belgisch recht
RENSON VENTILATION S.A.,
gevestigd te Waregem, België,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. P. Wit te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Dexton en Renson c.s. genoemd worden. Afzonderlijk worden Renson c.s. aangeduid met Renson Projects N.V. en Renson Ventilation S.A.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 oktober 2012
- het proces-verbaal van comparitie van 14 december 2012
- het schriftelijk commentaar op dit proces-verbaal van Dexton van 11 januari 2013 en van Renson c.s. van 17 januari 2013.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Renson c.s. maakt sinds 1997 voor het beheren van haar klanten en andere relaties gebruik van het Customer Relationship Management systeem MarketMaker, een door een rechtsvoorganger van Dexton ontwikkeld softwareproduct. In september 2009 heeft Dexton Renson c.s. benaderd in verband met een nieuw door haar ontwikkeld softwareproduct, waarbij de bestaande software zou worden vervangen door een nieuwe softwareapplicatie, de Product & Services Master, tussen partijen bekend als de WholeSale Master. Dit heeft geleid tot een overeenkomst, genaamd de Wholesale Master Agreement (WSMA) d.d. 12 januari 2011 inclusief een Managed Services Agreement, met een Addendum van 18 januari 2011. Het samenstel van deze overeenkomsten wordt hierna ook wel aangeduid met: de Overeenkomst.
2.2. De overeengekomen prijs voor de licentie op en de implementatie en uitrol van de WholeSale Master was (met inruil van de MarketMaker licenties) € 368.150,00, te betalen in termijnen, grotendeels direct na ondertekening. De facturen zijn gericht aan en betaald door Renson Ventilation N.V. Dit is dezelfde rechtspersoon als de tweede gedaagde, Renson Ventilation S.A.
De overeengekomen prijs voor de Managed Services ondersteuning gedurende tenminste drie jaren was € 88.484,90 voor het eerste jaar en € 102.603,00 per jaar voor de volgende jaren. De onderhoudstermijn voor het eerste jaar is betaald door Renson Ventilation N.V.
2.3. De WSMA bevat een tijdsplanning, inhoudend dat de WholeSale Master eind maart (2011) definitief in productie kan worden genomen, waarna de nazorg in de maand april wordt uitgevoerd en 1 mei het startpunt is voor de Managed Services.
Het project is niet soepel verlopen en er is vertraging ontstaan. Hierover is uitgebreid gecorrespondeerd, in het bijzonder tussen de Solution Manager van Dexton (mevrouw [betrokkene 1]) en de IT manager van Renson c.s. (de heer [betrokkene 2]).
Per mail en aangetekende brief van 8 november 2011 bevestigt de Managing Director van Dexton aan de directie van Renson c.s. een mondelinge afspraak van 11 oktober 2011, onder meer als volgt:
5. Partijen hebben afgesproken dat de technische opleveringsfase uiterlijk wordt aangevangen in de eerste helft van november. Daaropvolgend zal de uitrol door Renson worden gestart in de eerste helft van januari 2012. De periode tussen technische oplevering en roll out zal worden gebruikt om zaken te optimaliseren en te perfectioneren. Bovendien zullen de voorbereidingen worden gepleegd en instructies worden gegeven, om een uitrol voor de gebruikersorganisatie conform planning te kunnen uitvoeren. Uiterlijk 31 januari 2012 zal het project WholeSale Master door middel van een zogenaamd “Sign off” document worden afgesloten, waarna de garantie periode ingaat. In het Sign off document zal nadrukkelijk onderscheid worden gemaakt tussen de scope van het project en de zaken die al dan niet gefaseerd worden opgebracht als toekomstige wensen. Deze laatste punten zijn geen onderdeel van de garantieperiode.
2.4. Ook hierna is weer uitgebreid gecorrespondeerd tussen partijen en door hen ingeschakelde advocaten over technische aangelegenheden en de verschuldigdheid van de eerste jaartermijn voor de Managed Services. Hierbij heeft Renson c.s. herhaaldelijk zorgen geuit over de voortgang van het project en erop gestaan dat uiterlijk op 31 januari 2012 zou worden opgeleverd, terwijl van de zijde van Dexton is bevestigd dat oplevering op 31 januari 2012 geen problemen zou opleveren.
2.5. Tot die correspondentie behoort een e-mail van [betrokkene 1] aan [betrokkene 2] van 19 januari 2012, waarin zij onder meer aan [betrokkene 2] mailt (op de overgelegde fotokopie zijn aan het einde van de regels letters en/of woordjes weggevallen, opmerking rechtbank):
Zoals is gecommuniceerd tussen uw Legal Manager en onze advocaten hanteren wij voor de technische oplevering per 31 januari 2012 de definities zoals laatstelijk overeengekomen in de correspondentie. Wij gaan daarom uit van de volgende afspraken / acties om tot een goede projectafhandeling te kunnen ko..
1. ..
2. ..
3. ..
4. ..
5. De technische oplevering per 31 januari impliceert het actief functioneren van de applicatie op uw systeem. Eventuele bugs dienen onverwijld te worden gemeld en maken onderdeel uit van de tot.. implementatie, waaronder ook wordt begrepen de uitrol en de operationele werking. Daartoe dient .. garantie periode en uw managed services.
6. ..
7. Na 31 januari zullen wij met u dienen te komen tot een planning van de uitrol en de bijbehorende train de trainer sessies.
Indien bovenstaande acties en afspraken door alle partijen kordaat worden opgevolgd en door Renson worden ondersteund, zal een correcte operationalisering van uw WholeSale master worden uitgevoerd. Kunt u mij per ommegaande voorgaande bevestigen waarna wij met elkaar het traject kun.. continueren.
[betrokkene 2] mailt daags daarna terug:
.. Ik ben enkel bevoegd in de antwoorden betreffende technische uitvoering … Betreffende uitspraken omtrent oplevering of akkoord verklaren betreffende onderstaande punten moet u zich tot bevoegde personen richten. ..
Daaronder meldt [betrokkene 2] dat hij in het bijzonder punten 5 en 7 niet kan behandelen.
2.6. Op 31 januari 2012 mailt [betrokkene 1] aan [betrokkene 2] onder meer:
Vandaag hebben wij een laatste versie geinstalleerd van de WholeSale Master, waarbij wij de database de incorporator en de fiches hebben vervangen. Conform de overeenkomst is het product nu technisch gereed en kan per omgaande gestart worden met de roll out. Graag maken we met u nadere afspraken hierover.
In de roll out fase zijn de volgende acties aan de orde:
..
2.7. Op 1 februari 2012 mailt [betrokkene 2] aan [betrokkene 1]:
Met de beste wil van deze wereld meld ik u dat het NIET WERKT.
We komen hierop terug.
[betrokkene 1] mailt anderhalf uur later terug dat zij contact heeft gezocht met Renson c.s., maar [betrokkene 2] niet te spreken kreeg en van een andere medewerker geen uitleg kreeg over wat bedoeld werd met ‘werkt niet’. Verder mailt zij dat bij installatie op 31 januari zowel Renson als zijzelf hebben geconstateerd dat het systeem naar behoren functioneert.
2.8. Op 1 februari 2012 schrijft de advocaat van Dexton aan Renson Projects NV per aangetekende brief:
Inmiddels begreep ik van cliënt dat haar de toegang tot alle systemen van Renson is ontnomen nadat zij gisteren technisch opleverde hetgeen zij verplicht was. Namens Renson werd deze “Kaltstellung” voorafgegaan door een mail met de inhoud: “HET WERKT NIET”.
Wij hebben een doorlopende contractuele relatie die u nu lijkt te blokkeren. Voorts lijkt het zo dat de bij u verantwoordelijken op ICT gebied niet voldoende onderlegt zijn om deugdelijk voort te gaan. Dit confronteert ons met grote operationele en financiële schade.
Wij verzoeken u -en zo nodig sommeren u- ons volledig toegang te verschaffen tot de voor de uitvoering van onze overeenkomst noodzakelijke systemen en daarbij een deugdelijke ondersteuning op ICT gebied, kennelijk anders dan de heer [betrokkene 2]. Al het voorgaande zien wij graag in een schriftelijke bevestiging vóór aanstaande maandag tegemoet, bij gebreke waarvan wij ervan uitgaan dat de overeenkomst tussen partijen als door u buitengerechtelijk ontbonden heeft te gelden. Volledigheidshalve delen wij mee dat zonder uw (tevredenstellende) reactie uwerzijds de overeenkomst eveneens -per die datum- door Dexton zal worden ontbonden.
2.9. Op 3 februari 2012 schrijft de advocaat mr. E.J.L. Mulderink namens Renson Projects NV, spoedig daarna gevolgd door de mededeling dat hij optrad voor Renson Ventilation N.V., aan de advocaat van Dexton:
..
Uit de stukken leid ik af dat de oorspronkelijke oplevering van het programma op 1 mei 2011 beoogd was. Omdat uw cliënte deze door haar aangegeven termijn niet bleek te kunnen halen, is een aantal malen aan uw cliënte de gelegenheid gegeven alsnog voor een deugdelijke oplevering zorg te dragen. De laatste termijn die aan uw cliënte was gegeven, was 31 januari jl. Cliënte heeft helaas moeten vaststellen dat uw cliënte weer niet in staat is gebleken om deugdelijk op te leveren.
Hoewel cliënte de mening is toegedaan, dat uw cliënte reeds in verzuim is nu zij meerdere malen niet aan de overeengekomen opleveringstermijn(en) heeft kunnen voldoen stel ik uw cliënte thans namens mijn cliënte voor de laatste maal in de gelegenheid voor een deugdelijke oplevering van de programmatuur zorg te dragen en wel uiterlijk op 10 februari a.s., bij gebreke waarvan cliënte uw cliënte definitief in verzuim acht en zich op dat moment het recht voorbehoudt om buiten rechte de overeenkomst tussen partijen te ontbinden.
2.10. De advocaat van Dexton schrijft terug op 7 februari 2012:
Ik begrijp van cliënte dat haar de volledige toegang tot de systemen van Renson wordt geweigerd. Nog afgezien van de schade die dit voor cliënte berokkent, onder meer door personeel dat ingepland stond, betekent dit dat, zou cliënte nog steeds een verplichting hebben ter zake de roll-out van het systeem, haar dit feitelijk onmogelijk wordt gemaakt door uw cliënte. Uw cliënte verkeert en verkeerde in een situatie van schuldeisersverzuim.
Nu op herhaalde oproepen om toegang te krijgen tot de systemen geen gehoor wordt gegeven zal cliënte geen personeel meer op afroep beschikbaar houden teneinde schade te beperken. Cliënte heeft reeds aangekondigd de overeenkomst zoals die tussen partijen geldt als ontbonden te beschouwen nu uw cliënte mijn cliënte voor de onmogelijke opgave stelt werkzaamheden te verrichten waartoe uw cliënte nu juist de toegang ontzegt. Daarmee maakt uw cliënte nakoming blijvend onmogelijk, althans onmogelijk binnen de door u gestelde nakomingstermijn.
Uw cliënte is in gebreke gebleven en wordt bij deze aansprakelijk gehouden voor de schade die dit tot gevolg heeft. Naast … Tezamen bedraagt cliënte’s schade derhalve ruim € 250.000,-.
..
2.11. Bij schrijven aan de advocaat van Dexton van 7 maart 2012 heeft de (huidige) advocaat van Renson c.s. de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden, omdat de door mr. Mulderink in zijn brief van 3 februari 2012 gestelde laatste termijn van 10 februari 2012 inmiddels was verstreken zonder dat deugdelijke oplevering van de WholeSale Master had plaatsgevonden. Hierbij werd gewezen op verschillende tekortkomingen, in het bijzonder:
i) onvoldoende beveiliging tegen ongeautoriseerde toegang tot en aanpassing van de data,
ii) het feit dat het opgeleverde slechts door één persoon kan worden gebruikt,
iii) het opgeleverde niet ten minste de functionaliteit van het oude systeem (MarkerMaker) omvat en
iv) de cliënt versie niet werkend is te krijgen.
Toegevoegd is dat bovendien het systeem niet draait op het speciaal daartoe aangeschafte IBM Power 7 platform waarop het conform de overeenkomst beschikbaar had moeten komen en dat het in plaats daarvan (volgens Dexton) alleen op een Windows server zou kunnen draaien.
De advocaat van Renson c.s. schrijft dat van schuldeisersverzuim geen sprake was omdat Dexton weldegelijk in de mogelijkheid was om de overeenkomst na te komen, mede doordat zij de software op afstand kon installeren en aanpassen.
3. Het geschil
in conventie
3.1. Dexton vordert -samengevat- hoofdelijke veroordeling van Renson c.s. tot:
1) betaling van € 205.205,99, vermeerderd met de wettelijke handelsrente,
2) betaling van buitengerechtelijke incassokosten ad € 4.750,00,
3) betaling van de kosten van het geding, met nakosten,
4) vergoeding van de wettelijke rente over die kosten,
5) het doen van een complete opgave van bedrijven en personen waarmee zij in de periode oktober 2011 tot april 2012 contact heeft gehad, meer specifiek met betrekking tot de onderneming/werknemers/management en/of producten van Dexton, op straffe van dwangsommen.
3.2. Renson c.s. voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4. Renson c.s. vordert samengevat-:
1) verklaring voor recht dat de Overeenkomst tussen partijen door Renson op 7 maart 2012 rechtsgeldig is ontbonden,
2) veroordeling van Dexton tot terugbetaling van de reeds in het kader van de Overeenkomst door Renson gedane betalingen, in totaal € 458.770,90,
3) veroordeling van Dexton in de kosten van het geding.
3.5. Dexton voert verweer.
3.6. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie en in reconventie
4.1. Het betreft een internationaal geschil. De rechtbank ontleent haar bevoegdheid om dit geschil te beslechten aan de forumkeuze in de op de WSMA van toepassing verklaarde Algemene Levering Voorwaarden. In deze Voorwaarden is voorts bepaald dat de rechtsverhouding tussen partijen onderworpen is aan het Nederlands recht met uitsluiting van het Weens Koopverdrag 1980. De rechtbank zal daarom Nederlands recht toepassen.
4.2. Dexton heeft haar vorderingen mede gericht tegen Renson Projects N.V. Dit blijkt een niet bestaande entiteit te zijn. Dexton heeft vermoedelijk bedoeld Renson Sunprotection-Projects N.V. te dagvaarden en deze rechtspersoon heeft ook geconcludeerd voor antwoord in conventie en voor eis in reconventie. Renson Sunprotection-Projects N.V. heeft daarbij echter gemotiveerd betwist dat zij partij was bij de WSMA en Dexton heeft daarna op dit punt geen concreet bewijs aangeboden, noch ter comparitie, noch in haar schriftelijk commentaar op het proces-verbaal daarvan. Reeds om deze reden wordt Dexton niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen jegens Renson (Sunprotection-)Projects N.V., even zoals Renson Sunprotection-Projects N.V. niet-ontvankelijk zal worden verklaard in haar tegenvorderingen in reconventie. De rechtbank laat de proceskosten van Renson Sunprotection-Projects N.V. voor haar eigen rekening. Zij is formeel niet gedagvaard en zij had niet in rechte hoeven te verschijnen.
In de navolgende overwegingen wordt Renson Ventilation S.A. voor de leesbaarheid van dit vonnis aangeduid met Renson.
4.3. Zoals uit de feiten blijkt hebben beide partijen de Overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden, Dexton als eerste in de brieven van haar advocaat van 1 en 7 februari 2012 en Renson daarna in het schrijven van haar advocaat van 7 maart 2012. De kern van het geschil is wie van beide partijen in verzuim was en wie van beide partijen op grond van het verzuim van de andere partij als eerste gerechtigd was om de Overeenkomst te ontbinden. De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
4.4. De advocaat van Dexton heeft de ontbinding harerzijds aangekondigd in zijn brief van 1 februari 2012. Hij heeft aangekondigd dat Dexton de Overeenkomst per de daarop volgende maandag zou ontbinden indien niet voordien een (tevredenstellende) reactie zou zijn ontvangen. 1 Februari 2012 viel op woensdag. De daaropvolgende maandag was dus maandag 6 februari 2012. De (voormalige) advocaat van Renson heeft gereageerd op deze brief, en wel met zijn brief van vrijdag 3 februari 2012. Hierbij heeft Renson de Overeenkomst harerzijds nog niet meteen ontbonden, maar Dexton slechts nader ingebreke gesteld tegen 10 februari 2012, waarbij Renson zich het recht op ontbinding heeft voorbehouden. De brief van de advocaat van Dexton van dinsdag 7 februari 2012 kan in redelijkheid niet anders worden gelezen dan als een bevestiging van de eerder op 1 februari 2012 aangekondigde ontbinding. Renson heeft de Overeenkomst pas definitief ontbonden in het latere schijven van haar huidige advocaat van 7 maart 2012.
4.5. Uit het proces-verbaal van de comparitie volgt dat de advocatenbrieven van 1 en 3 februari 2012 zijn besproken en in dat proces-verbaal is daarbij als verklaring van Dexton opgenomen: “Wij hebben de overeenkomst dus niet ontbonden”. Dit proces-verbaal is na afloop, buiten aanwezigheid van partijen opgemaakt. Ter zitting heeft de rechter de advocaten van partijen de gelegenheid gegeven om eventuele op- en/of aanmerkingen schriftelijk kenbaar te maken. Dat heeft de advocaat van Dexton gedaan. Hij heeft geschreven dat deze zin was bedoeld en moet worden uitgelegd als volgt: “Wij hebben de overeenkomst niet ontbonden op die datum doch per 7 februari nadat Renson verklaarde (en dit door feitelijk handelen kracht bij zette) geen gelegenheid te geven tot nakoming door Dexton (door de feitelijke toegang te ontzeggen tot het systeem) en daarenboven aankondigde geen op haar rustende betalingsverplichtingen richting Dexton meer te verrichten”.
4.6. De rechtbank overweegt dat er weinig ruimte is voor verschillende uitleg van een door de ene advocaat aan de andere advocaat geschreven mededeling dat zijn cliënte de overeenkomst als ontbonden beschouwt. In het overeenkomstenrecht is een schriftelijke verklaring dat de overeenkomst wordt of is ontbonden als bedoeld in artikel 6:267 lid 1 BW sacraal en definitief, zeker indien dit door een advocaat wordt geschreven aan een andere advocaat. Aan die ontbinding zelf kan met een Haviltex-uitleg niets worden afgedaan of toegevoegd. Wel kan eventueel een nadere grond worden meegewogen bij de toets of de ontbinding gerechtvaardigd is (zie bijvoorbeeld HR 29 juni 2007, LJN AZ4850). De uitleg van Dexton in haar commentaar op het proces-verbaal van de comparitie wordt de rechtbank als zodanig opgevat.
4.7. De tweede grond voor ontbinding, de aankondiging geen betalingsverplichtingen meer te verrichten, welke grond niet is aangevoerd in de brieven van 1 en 7 februari 2012,
is in elk geval ondeugdelijk en rechtvaardigt de ontbinding niet. De rechtbank begrijpt ook niet waarop Dexton de gestelde wanbetaling of aankondiging daarvan baseert. Op 7 februari 2012 had Renson aan al haar opeisbare betalingsverplichtingen voldaan. Zij had al lang de volle prijs voor de nieuwe applicatie betaald (in februari/ juni 2011) en zij had ook al op voorhand, te weten op 12 januari 2012, de overeengekomen prijs betaald voor het eerste jaar van de Managed Services ondersteuning. In de brief van mr. Mulderink van 3 februari 2012 staat niet dat Renson tezijnertijd de op dat moment nog lang niet verschuldigde termijn voor 2013 niet zal betalen.
4.8. De vraag is of de eerste grond, geen gelegenheid geven tot nakoming, wel een grond voor gerechtvaardigde ontbinding door Dexton opleverde. De rechtbank oordeelt dat dit niet het geval was.
4.9. Hierbij stelt de rechtbank voorop dat niet Renson, maar Dexton zelf in verzuim verkeerde. Nadat tussen partijen problemen waren gerezen over de in de WSMA opgenomen tijdsplanning, hebben zij deze tijdsplanning in overleg nader bijgesteld als weergegeven in de brief van de Managing Director van Dexton van 8 november 2011 (zie 2.3).
Daar staat, en had Renson in elk geval in redelijkheid kunnen en mogen lezen, dat de opleveringsfase uiterlijk in de eerste helft van november zou worden aangevangen en dat daaropvolgend de uitrol zou worden gestart in de eerste helft van januari 2012. In de derde zin wordt gesproken over de invulling van de periode tussen de technische oplevering en de roll out. Dit betekent dat de ‘technische oplevering’ moet voorafgaan aan de uitrol en dat die technische oplevering dus moet hebben plaats gehad vóór de eerste helft van januari 2012, zijnde de startperiode van de uitrol. Gezien de voorgeschiedenis moeten dit als fatale termijnen worden beschouwd in de zin van artikel 6:83 aanhef en onder a BW.
4.10. Wat Dexton precies bedoelt met de ‘technische oplevering’ en wat Renson daaronder heeft mogen verstaan, kan in het midden blijven, nu uit de mail van mevrouw [betrokkene 1] van Dexton van 19 januari 2012 duidelijk is dat wat Dexton verstaat onder de ‘technische oplevering’ zou worden verschoven naar 31 januari 2012, terwijl uit haar mail van 31 januari 2012 kan en moet worden begrepen dat die technische oplevering ook pas op 31 januari 2012 heeft plaats gehad en dat eerst dan de uitrol kon worden gestart. [betrokkene 1] schrijft immers op die dag:
Vandaag hebben wij een laatste versie geinstalleerd van de WholeSale Master, waarbij wij de database de incorporator en de fiches hebben vervangen. Conform de overeenkomst is het product nu technisch gereed en kan per omgaande gestart worden met de roll out.
Voorts had Dexton in de brief van 8 november 2011 bevestigd dat uiterlijk 31 januari 2012 het project zou worden afgesloten met een zogenaamd “Sign off” document. Wat precies is bedoeld met dit document, is de rechtbank niet helemaal duidelijk, maar de rechtbank neemt aan dat een dergelijk document op 31 januari 2012 nog niet aan bod kon komen en ook niet is gepresenteerd.
4.11. Nu is uit de bij de feiten geciteerde correspondentie tussen [betrokkene 1] en [betrokkene 2] wel duidelijk dat Dexton medio januari 2012 heeft geprobeerd om de eerder overeengekomen en vastgelegde data van de technische oplevering en start van de uitrol uit te stellen, maar uit die correspondentie blijkt dat [betrokkene 2] hierin niet wilde en kon bewilligen, terwijl gesteld noch gebleken is dat een andere, wel bevoegde, vertegenwoordiger van Renson met dit uitstel heeft ingestemd. Gezien de voorgeschiedenis kon dit ook niet van Renson gevergd worden.
4.12. Dexton was dus zelf in verzuim op 1 februari 2012. Haar sommatie van die datum om volledig toegang te verschaffen tot de voor de uitvoering van de Overeenkomst noodzakelijke systemen en daarbij een deugdelijke ondersteuning op ICT gebied, kennelijk anders dan de heer [betrokkene 2], sloeg de plank mis. Hooguit had Dexton kunnen verzoeken om in de gelegenheid te worden gesteld om haar verzuim te herstellen, maar dan nog had het geen pas om daarbij te eisen dat zij daarbij zou worden bijgestaan door iemand anders dan [betrokkene 2]. Volgens de eigen stellingen van Dexton was [betrokkene 2] bij Renson de projectleider van de automatiseringsafdeling en bij een project van de omvang en de prijs als het onderhavige, zal een opdrachtnemer als Dexton het moeten doen met de daarvoor aangewezen projectleider/IT-manager van haar opdrachtgever. De rechtbank kan en wil niet beoordelen of [betrokkene 2] voldoende kennis van zaken had. Indien Dexton meende dat dat niet het geval was, dan had Dexton [betrokkene 2] nadere uitleg moeten geven en al het nodige moeten doen om ervoor te zorgen dat [betrokkene 2] wel voldoende kennis van zaken kreeg.
4.13. De ingebrekestelling van Dexton van 1 februari 2012 was dus ondeugdelijk en heeft Renson niet in verzuim gebracht. De nadere, en gelet op de fataliteit van de termijnen feitelijk overbodige, ingebrekestelling van Renson van 3 februari 2012 was daarentegen alleszins terecht en deugdelijk en Dexton heeft aan deze ingebrekestelling geen gevolg gegeven. Integendeel, zij heeft harerzijds de ontbinding ingeroepen nog voordat de termijn, die haar werd gegund om haar verzuim te herstellen, was verstreken. Aan de stelling dat Renson het Dexton feitelijk onmogelijk heeft gemaakt om haar verzuim te herstellen en, zoals de advocaat van Dexton schrijft op 7 februari 2012, geen gehoor heeft gegeven op herhaalde oproepen om toegang te krijgen tot de systemen, gaat de rechtbank voorbij. Renson heeft dit betwist en uit de overgelegde stukken blijkt niets van die herhaalde oproepen (vanaf 1 februari 2012), terwijl Dexton in de brief van haar advocaat van 7 februari 2012, toen haar hersteltermijn nog liep, (alsnog) om toegang tot de systemen had moeten vragen in plaats van harerzijds de Overeenkomst als ontbonden te beschouwen.
4.14. Het voorgaande betekent dat de ontbinding door Dexton ongegrond was en de ontbinding door Renson gegrond en gerechtvaardigd.
4.15. De vorderingen van Dexton worden daarom afgewezen. Dit geldt ook voor de vordering sub 5. In de omstandigheden van dit geval kan aan Renson niet worden verweten en als een onrechtmatige daad worden aangerekend dat zij aan een niet nader genoemde familierelatie heeft verteld dat zij slechte ervaringen had met Dexton.
4.16. Anderzijds kunnen de vorderingen van Renson worden toegewezen. Dit geldt ook voor de vordering tot terugbetaling van hetgeen Renson in het kader van de Overeenkomst aan Dexton heeft betaald. De ontbinding leidt immers tot een ongedaanmakingsverbintenis. De rechtbank aanvaardt de stelling van Renson dat het systeem voor haar geen gebruikswaarde heeft. Het systeem werkt immers niet en kan, naar moet worden aangenomen, ook niet zonder onoverkomelijke problemen door derden worden afgemaakt, terwijl het daarna tengevolge van de ontbinding ook de noodzakelijke ondersteuning door Dexton zal ontberen.
4.17. Dexton zal als de in het ongelijk gestelde partij zowel in conventie als in reconventie worden veroordeeld in de proceskosten.
In conventie worden de proceskosten aan de zijde van Renson begroot op € 7.621,00, te weten € 3.621,00 voor griffierecht en € 4.000,00 voor salaris van de advocaat (2 punten tegen het tarief van € 2.000,00).
In reconventie worden de proceskosten van Renson begroot op € 2.000,00 voor salaris van de advocaat (2 punten tegen half tarief).
Het gaat hierbij om de kosten van Renson Ventilation S.A. Zoals hierboven is overwogen onder 4.2. worden de kosten van Renson Sunprotection-Projects N.V. buiten aanmerking gelaten.
4.18. De rechter, ten overstaan van wie de comparitie is gehouden, heeft dit vonnis niet kunnen wijzen om organisatorische redenen.
5. De beslissing
De rechtbank
In conventie:
5.1. verklaart Dexton niet-ontvankelijk in haar vorderingen tegen Renson (Sunprotection-)Projects N.V.
5.2. wijst de vorderingen tegen Renson Ventilation S.A. af,
5.3. veroordeelt Dexton in de proceskosten van Renson Ventilation S.A., tot aan deze uitspraak gesteld op € 7.621,00,
5.4. verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
In reconventie:
5.5. verklaart Renson Sunprotection-Projects N.V. niet ontvankelijk in haar vorderingen,
5.6. verklaart voor recht dat de Overeenkomst tussen Dexton en Renson Ventilation N.V. door Renson Ventilation S.A. op 7 maart 2012 rechtsgeldig is ontbonden,
5.7. veroordeelt Dexton tot betaling aan Renson Ventilation S.A. van het bedrag van € 458.770,90 (vierhonderdachtenvijftig duizend zevenhonderdzeventig euro en negentig eurocent),
5.8. veroordeelt Dexton in de proceskosten van Renson Ventilation S.A., tot aan deze uitspraak gesteld op € 2.000,00,
5.9. verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.10. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.W. Huijgen en in het openbaar uitgesproken op 6 februari 2013.