ECLI:NL:RBONE:2013:BZ2617
Rechtbank Oost-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L. van Gijn
- Rechtspraak.nl
Omgevingsvergunning voor installaties aan een Rijksmonument in strijd met bestemmingsplan en welstandseisen
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Nederland op 19 februari 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor het realiseren van installaties aan de buitenzijde van een Rijksmonument. De eisers, wonende te [woonplaats], stelden dat de vergunning in strijd was met de geldende bestemming van het pand, dat de installaties niet in overeenstemming waren met de redelijke eisen van welstand, en dat er advies van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) benodigd was. De rechtbank oordeelde dat de installaties, die bestemd zijn voor vergaderen en horeca, niet in strijd zijn met de bestemming 'bijzondere doeleinden'. De rechtbank wees de stelling van eisers af dat een omgevingsvergunning op basis van artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo vereist was, omdat de installaties als ondergeschikte dakopbouw konden worden beschouwd en geen nieuwe bestemming aan het monument werd gegeven. De rechtbank concludeerde dat de welstandscommissie een positief advies had gegeven en dat er geen reden was om aan de inhoud daarvan te twijfelen. De rechtbank verklaarde het beroep van eisers ongegrond, omdat er geen strijd was met het bestemmingsplan en de redelijke eisen van welstand. De uitspraak benadrukt het belang van de rol van de welstandscommissie en de toepassing van de Wabo in relatie tot monumenten.