ECLI:NL:RBONE:2013:BZ4148

Rechtbank Oost-Nederland

Datum uitspraak
12 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
C/08/135412 / KG ZA 13-38
Instantie
Rechtbank Oost-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.L.J. Koopmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding met betrekking tot contact-, straat- en gebiedsverbod

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Nederland op 12 maart 2013 een vonnis gewezen in kort geding, waarin een contact-, straat- en gebiedsverbod is opgelegd aan de gedaagde. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. drs. W.A. Koers, heeft tijdens de zitting op 11 maart 2013 haar vorderingen uiteengezet. De gedaagde, bijgestaan door mr. M.S.R. Dijkstra, heeft zijn standpunt toegelicht en er zijn stukken in het geding gebracht. Na debat zijn partijen tot een vergelijk gekomen, wat heeft geleid tot de afspraken die in het vonnis zijn vastgelegd.

De voorzieningenrechter heeft in het vonnis bepaald dat de gedaagde geen contact mag opnemen met de eiseres, noch zich binnen een bepaald gebied rond de woning van de eiseres mag begeven. Dit gebied is afgebakend door specifieke straten en omvat ook een straal van 100 meter rondom een supermarkt. Bij overtreding van deze afspraken kan de gedaagde een dwangsom verbeuren van € 250 per overtreding, met een maximum van € 5.000.

De rechter heeft ook de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar en is uitvoerbaar bij voorraad, wat inhoudt dat de gedaagde zich onmiddellijk aan de opgelegde voorwaarden moet houden, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-NEDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: C/08/135412 / KG ZA 13-38
datum vonnis: 12 maart 2013
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Oost-Nederland, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te [plaats],
eiseres,
verder te noemen [eiseres],
advocaat: mr.drs. W.A. Koers te Leusden,
tegen
[Gedaagde],
wonende te [plaats],
gedaagde,
verder te noemen [gedaagde],
advocaat: mr. M.S.R. Dijkstra, te Enschede.
1. Het procesverloop
1.1 [Eiseres] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
1.2 De zaak is behandeld ter terechtzitting van 11 maart 2013. Ter zitting zijn verschenen [eiseres] vergezeld door mr. drs. Koers en [gedaagde] vergezeld door mr. Dijkstra. Van de zijde van [gedaagde] zijn nog stukken in het geding gebracht. De standpunten zijn over en weer toegelicht. Na debat zijn partijen tot een vergelijk gekomen.
1.3 Het vonnis is bepaald op vandaag.
2. De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
2.1. Partijen zijn bij gelegenheid van de behandeling van deze voorlopige voorziening tot overeenstemming gekomen. Enkel wat betreft de kosten refereren partijen zich aan het oordeel van de voorzieningenrechter.
2.2 De voorzieningenrechter zal vonnis wijzen conform de door partijen ter zitting gemaakte afspraken, zoals hieronder verwoord in het dictum.
2.3 Gelet op de omstandigheden dat partijen er ter zitting alsnog grotendeels in onderling overleg zijn uitgekomen, acht de voorzieningenrechter het juist om de proceskosten te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. Wijst vonnis conform de tussen partijen ter terechtzitting gemaakte afspraken, die luiden als volgt:
1. [gedaagde] zoekt op geen enkele wijze contact met [eiseres] en treedt dus noch schriftelijk, noch mondeling met [eiseres] in contact.
2. [gedaagde] begeeft zich niet binnen het gebied rond de woning van [eiseres] aan de [adres] te [plaats], dat wordt afgebakend door de straten [A], [B], [C], [D], [E] en [F].
3. [Gedaagde] begeeft zich niet op de [C], met uitzondering van het gedeelte gelegen ten zuiden van de [B] en begeeft zich niet op de [D], waarbij wordt aangetekend dat [gedaagde] zich tevens niet mag begeven binnen een straal van 100 meter van het aan de [adres] te [plaats] gevestigde filiaal van supermarkt Lidl.
4. [Gedaagde] zal, na betekening van dit vonnis, steeds dan een dwangsom van
€ 250,-- verbeuren per keer dat [eiseres] signaleert dat [gedaagde] de tussen partijen gemaakte afspraken niet nakomt, tot een maximum van € 5.000,--. Daarbij wordt aangetekend dat het mogelijk is dat [gedaagde] meerdere keren per dag een dwangsom verbeurt.
II. Compenseert de proceskosten zodanig dat iedere partij de eigen kosten draagt.
III. Verklaart onderdeel I van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. M.L.J. Koopmans, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 maart 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.