ECLI:NL:RBONE:2013:BZ4782

Rechtbank Oost-Nederland

Datum uitspraak
15 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
C/08/135555 / KG ZA 13-42
Instantie
Rechtbank Oost-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot vestiging van een pandrecht op aandelen in Belgische vennootschap

In deze zaak, die voor de Rechtbank Oost-Nederland werd behandeld, vorderden de eiseressen, Rijsholt B.V. en Amerswoud B.V., dat Grand Scley B.V. zou worden veroordeeld tot het vestigen van een pandrecht op alle aandelen in de Belgische vennootschap Gros Chêne. De eiseressen hadden geldleningen verstrekt aan Grand Scley en bedongen zekerheid in de vorm van een pandrecht op de aandelen. De vertrouwensbreuk tussen de partijen leidde tot de vordering, waarbij de eiseressen stelden dat Grand Scley haar verplichtingen niet nakwam. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende spoedeisend belang was bij de gevorderde voorlopige voorziening, aangezien Grand Scley had nagelaten het pandrecht te vestigen ondanks herhaalde verzoeken van de eiseressen. De rechter bepaalde dat Grand Scley binnen een week na betekening van het vonnis moest meewerken aan de vestiging van het pandrecht, met een dwangsom van €5.000 per dag bij niet-nakoming, tot een maximum van €250.000. In reconventie vorderde Grand Scley dat Amerswoud de administratie van de vennootschappen zou overhandigen, maar deze vordering werd afgewezen omdat de administratie door een derde partij werd beheerd. De rechter veroordeelde de gedaagden in de proceskosten, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-NEDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: C/08/135555 / KG ZA 13-42
datum vonnis: 15 maart 2013
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Oost-Nederland, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Rijsholt B.V.,
gevestigd te Dwingeloo,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Amerswoud B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
verweerster in reconventie,
eiseressen in conventie,
advocaten: mr. R. de Kleijn en mr. J.J. Gerritsma te Utrecht,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Grand Scley B.V.,
gevestigd te Oldenzaal,
eiseres in reconventie,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Landjonker Holding B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
C.C.N. Beheer B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
gedaagden in conventie,
advocaat: mr. J.N.T. van der Linden te Amsterdam.
Partijen zullen hierna afzonderlijk ook ‘Rijsholt’, ‘Amerswoud’, ‘Grand Scley’, ‘Landjonker’ en ‘CCN’ genoemd worden.
1. De procedure
In conventie en in reconventie:
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding inclusief producties
- de door Grand Scley ingediende eis in reconventie jegens Amerswoud
- de door gedaagden ingediende producties
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van eiseressen
- de pleitnota van gedaagden
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
In conventie en in reconventie:
2.1. In deze zaak staat het navolgende vast.
2.2. Eiseressen hebben op 25 september 2011 met - onder andere - gedaagden een samenwerkingsovereenkomst gesloten, welke ziet op de ontwikkeling van bouwgrond en de exploitatie van golfactiviteiten van Five Nations Golf Club te Ferme du Grand Scley in België. In de overeenkomst zijn - voor zover hier relevant - de navolgende bepalingen opgenomen:
“CONSIDERANS
(…)
6. Grand Scley houdt 996 aandelen in het geplaatste kapitaal van Gros Chêne en [X], Landjonker, CCN en Rijsholt houden ieder één aandeel in het geplaatste kapitaal van Gros Chêne en deze eenduizend (1.000) aandelen vormen samen 100% van het geplaatste kapitaal;”
2.3. Amerswoud, Rijsholt, Landjonker en CCN houden ieder 20% van de aandelen in Grand Scley en de overige 20% van de aandelen worden gehouden door Juncto Real Estate Holding B.V. (hierna Juncto), welke vennootschap op 10 december 2009 is ontbonden door de Kamer van koophandel, zonder dat vereffening heeft plaatsgevonden.
2.4. Landjonker en CCN zijn gezamenlijk bevoegde bestuurders van Grand Scley
2.5. Rijsholt en Amerswoud hebben geldleningen verstrekt aan (onder meer) Grand Scley. Op 2 november 2011 zijn er twee gelijkluidende aktes van geldlening en borgstelling (hierna: ‘aktes’) overeengekomen tussen enerzijds Amerswoud en Grand Scley en anderzijds Rijsholt en Grand Scley, waarin Grand Scley telkens als debiteur is aangemerkt. In de aktes zijn - voor zover hier relevant - de navolgende bepalingen opgenomen:
“(…)
Zekerheden
Artikel 4.
Debiteur verbindt zich jegens crediteur om zolang crediteur uit hoofde van deze overeenkomst nog een vordering op hem heeft:
(…)
Debiteur verbindt zich jegens crediteur om op eerste verzoek van crediteur een pandrecht te vestigen ten behoeve van crediteur op alle aandelen die debiteur alsdan houdt in het kapitaal van:
a. de naar Belgisch recht opgerichte vennootschap: NEW FIVE NATIONS A.G., gevestigd te St. Vith (België), (…);
b. de naar Belgisch recht opgerichte vennootschap: GROS CHÊNE B.V.B.A., gevestigd te Antwerpen (België), (…);
c. de naar Belgisch recht opgerichte vennootschap: FIVE NATIONS GOLF CLUB SPRL, gevestigd te St. Vith (België), (…);
(…)
Opeisbaarheid
Artikel 6.
De Hoofdsom is tezamen met de daarover verschuldigde rente, vergoedingen en eventueel verschuldigde kosten, zonder enige ingebrekestelling terstond dagelijks opeisbaar:
1. indien debiteur enige verplichting uit hoofde van deze overeenkomst niet of niet tijdig nakomt ondanks schriftelijke sommatie waarin een termijn van acht dagen is gesteld;
2. indien beslag wordt gelegd op activa van debiteur;
3. bij faillissement van debiteur of bij ontbinding van debiteur.”
2.6. Thans is een vertrouwensbreuk ontstaan tussen eiseressen, Grand Scley en haar bestuurders. Eiseressen hebben gebruik gemaakt van de in artikel 6 van de aktes aan hen toegekende bevoegdheid om de vorderingen die zij hebben op Grand Scley op te eisen, meer specifiek hebben zij op 31 januari 2013 hun lening zowel per aangetekende brief als per
e-mail opgeëist. Voorts hebben eiseressen per gelijke brief de aan hen in artikel 4 van de aktes toegekende bevoegdheid ingeroepen om zekerheid te verkrijgen. Grand Scley is vanaf 31 januari 2013 gehouden een pandrecht te vestigen op alle aandelen in Gros Chêne ten behoeve van eiseressen.
2.7. De raadsman van eiseressen heeft bij aangetekende brieven en e-mails van 1 februari en 6 februari 2013 Grand Scley gewezen op haar verplichting voortvloeiende uit de aktes tot het vestigen van een pandrecht op de aandelen ten behoeve van Rijsholt en Amerswoud en heeft een tweetal concept pandaktes bijgevoegd.
2.8. De raadsman van gedaagden heeft op 12 februari 2013 eiseressen verzocht om uitstel van de door eiseressen gestelde termijn voor het vestigen van het pandrecht en heeft enkele inhoudelijke opmerkingen geplaatst ten aanzien van de inhoud van de door eiseressen gestuurde concept pandaktes.
2.9. Het door gedaagden verzochte uitstel is verleend en na aanpassing van de concept pandaktes heeft de raadsman van eiseressen gedaagden opnieuw verzocht tot vestiging van het pandrecht over te gaan.
2.10. Tot op heden is vestiging van enig pandrecht uitgebleven.
3. Het geschil
In conventie:
3.1. Eiseressen vorderen - zakelijk weergegeven en uitvoerbaar bij voorraad - om bij vonnis, gedaagden te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis mee te werken aan, dan wel te zorgen voor, rechtsgeldig vestigen van het pandrecht op de aandelen ten behoeve van eiseressen, op straffe van verbeurte van een dwangsom; en primair dit vonnis in de plaats te stellen van het daartoe benodigde bestuursbesluit van de bestuurders van Grand Scley en de daartoe benodigde toestemming, machtiging of goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders van Grand Scley; subsidiair gedaagden Landjonker en CCN te veroordelen om eveneens binnen twee dagen na betekening van dit vonnis te zorgen voor (a) ondertekening van een bestuursbesluit zoals overgelegd, (b) het uitschrijven van een op zo kort mogelijke termijn te houden algemene vergadering van aandeelhouders van Grand Scley, (c) het verschijnen op en deelnemen aan die algemene vergadering van aandeelhouders, alsmede het machtigen en/of goedkeuren van voornoemd bestuursbesluit, alles op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van gedaagden in de proceskosten, de nakosten en de wettelijke rente daarover.
3.2. Eiseressen stellen daartoe dat zij na het sluiten van de samenwerkingsovereenkomst zijn overgegaan tot het verstrekken van een aantal geldleningen, waarvoor zij - onder meer - zekerheid hebben bedongen in de vorm van een pandrecht op aandelen in de vennootschap Gros Chêne. In de afgelopen periode is een vertrouwensbreuk ontstaan tussen eiseressen, Grand Scley en haar bestuurders ten gevolge van slechte informatievoorziening, zijn geschetste verwachtingen niet waargemaakt, is gebleken van slecht financieel management en onvoldoende adequaat operationeel management. Om die reden zijn eiseressen, conform artikel 6 van de aktes, overgegaan tot directe opeising van de door hen verstrekte geldleningen en hebben zij Grand Scley per 31 januari 2013 verzocht tot het vestigen van pandrechten ten behoeve van eiseressen op de aandelen in Gros Chêne. Grand Scley heeft echter tot op heden nagelaten de pandrechten te vestigen, dan wel haar medewerking hieraan te verlenen, terwijl zij hier op grond van artikel 4 van de akte wel toe gehouden was op eerster verzoek. Volgens eiseressen is er een gegronde vrees voor vervreemding of bezwaring van de aandelen enerzijds, en vrees voor het verder oplopen van de betalingsachterstanden van Grand Scley anderzijds, zodat zij een spoedeisend belang hebben bij het gevorderde.
3.3. Gedaagden voeren gemotiveerd verweer en concluderen tot niet ontvankelijkheid, dan wel afwijzing van de vorderingen van eiseressen.
In reconventie:
3.4. Grand Scley vordert - kort samengevat en uitvoerbaar bij voorraad - om bij vonnis, Amerswoud te gebieden de gehele administratie van Five Nations Golf Club SPRL en New Five Nations AG aan Grand Scley te overhandigen, op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van Amerswoud in de kosten van de procedure.
3.5. Grand Scley stelt daartoe dat zij als Nederlands besloten vennootschap als holding fungeert van een drietal in België gevestigde vennootschappen. Grand Scley houdt 996 aandelen in Gros Chêne, welke vennootschap alle aandelen houdt in Five Nations Golf Club SPRL en New Five Nations AG. Grand Scley is de (gezamenlijk bevoegde) bestuurder van voornoemde vennootschappen. De belastingdienst te België heeft laten weten dat zij een boekenonderzoek wenst uit te voeren met betrekking tot de vennootschappen Five Nations Golf Club SPRL en New Five Nations AG. Grand Scley is belast met de uitvoering van het ter beschikking stellen van de administratie van voornoemde vennootschappen, echter wordt deze administratie gevoerd door een medewerker die werkzaam is bij een aan Amerswoud gelieerde vennootschap, meer in het bijzonder Mepal. Nu het boekenonderzoek gepland staat voor de eerste week in april 2013 heeft Grand Scley recht en belang bij toewijzing van het gevorderde.
3.6. Ten aanzien van de door Grand Scley ingestelde reconventionele vordering stelt Amerswoud dat deze niet voor toewijzing gereed ligt, nu Grand Scley heeft gevorderd om de gehele administratie van Five Nations Golf Club SPRL en New Five Nations AG aan Grand Scley te overhandigen, maar deze administratie gevoerd is door een vennootschap (Mepal) die niet betrokken is bij dit geding. Dat de bestuurder van Amerswoud ook betrokken is bij laatstgenoemde vennootschap maakt dit niet anders.
In conventie en in reconventie:
3.7. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
In conventie en in reconventie:
Spoedeisend belang
4.1. De voorzieningenrechter overweegt allereerst dat eiseressen hun spoedeisend belang bij een voorlopige voorziening als gevorderd voldoende aannemelijk hebben gemaakt.
In conventie:
4.2. Tussen partijen is niet in geschil dat conform het bepaalde in de aktes van geldlening en borgstelling Grand Scley - na het gedane verzoek van eiseressen daartoe - gehouden is tot het vestigen van een pandrecht op de aandelen in Gros Chêne ten behoeve van eiseressen. Dat eiseressen belang hebben bij de gevorderde zekerheidsverschaffing is ook niet in geschil. Partijen twisten enkel nog over de inhoud van pandakten die tot vestiging van genoemd pandrecht dienen te leiden. Gedaagden hebben daaromtrent gesteld dat de door eiseressen toegezonden concept pandakten niet voldoen, meer in bijzonder kennen zij aan eiseressen meer en andere rechten toe dan die tussen partijen zijn overeengekomen. Gedaagden zijn van mening dat de pandakten niet onder Nederlands recht dienen te worden gesloten, maar onder Belgisch recht op grond van artikel 10:138 BW, immers het goederenrechtelijke regime met betrekking tot een aandeel wordt beheerst door het recht dat van toepassing is op de vennootschap die het aandeel uitgeeft, dan wel heeft uitgegeven. Voorts hebben gedaagden aangevoerd dat in de concept pandakten is opgenomen dat aan Amerswoud en Rijsholt, derhalve aan beiden afzonderlijk, een pandrecht verstrekt zal worden op 496 aandelen die Grand Scley houdt in Gros Chêne. Er is echter tussen partijen overeengekomen dat er een pandrecht zal worden gevestigd op alle aandelen die Grand Scley houdt in Gros Chêne. Grand Scley heeft belang bij een pandrecht op alle aandelen, met een eerste dan wel tweede pandhouder, aangezien door het verstrekken van twee pandrechten op twee verschillende aandelenpakketten van elk 496 aandelen, de bij uitwinning van het pandrecht toepasselijke wettelijke bepaling van artikel 249 van het Wetboek van Vennootschappen voor de houders van de vier overige aandelen in Gros Chêne anders uit zal pakken.
4.3. De voorzieningenrechter overweegt dat gedaagden, gelet op het bovenstaande, wezenlijke standpunten heeft aangedragen die rechtvaardigen dat zij thans nog niet tot ondertekening van de door eiseressen overgelegde concept akten zijn overgegaan en nader onderzoek dienaangaande noodzakelijk is. Voor een (uitvoerig) debat omtrent deze inhoudelijke geschilpunten is een bodemprocedure bij uitstek geschikt. Nu niet in geschil is dat Grand Scley tot vestiging van een pandrecht op alle aandelen in Gros Chêne dient over te gaan dan wel haar medewerking hiertoe dient te verlenen, kan – bij voorlopige voorziening – wel een veroordeling tot het vestigen van een pandrecht door Grand Scley op alle aandelen in Gros Chêne door middel van één pandakte ten behoeve van Rijsholt en Amerswoud gezamenlijk worden uitgesproken. De termijn waarbinnen Grand Scley tot vestiging, dan wel haar medewerking verleent tot vestiging, dient over te gaan zal worden verruimd tot een week na betekening van dit vonnis. De gevorderde dwangsom komt niet onrechtmatig voor en zal als gevorderd (gemaximeerd) worden toegewezen.
4.4. Eiseressen vorderen voorts primair om dit vonnis in de plaats te stellen van het daartoe benodigde bestuursbesluit van de bestuurders van Grand Scley en de daartoe benodigde toestemming, machtiging of goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders van Grand Scley. De voorzieningenrechter overweegt hieromtrent dat deze vordering reeds wegens strijd met het provisionele karakter van een kort gedingprocedure dient te worden afgewezen.
4.5. Gelet op voornoemde veroordeling van Grand Scley tot vestiging van een pandrecht op alle aandelen in Gros Chêne, is de voorzieningenrechter van oordeel dat de subsidiaire vordering tot veroordeling van Landjonker en CCN tot het nemen van een bestuursbesluit als zodanig ook toewijsbaar is. De vordering zal aldus worden toegewezen zoals hierna in het dictum te melden, met eveneens een verruiming van de termijn waarop het bestuursbesluit zal moeten worden gegeven en onder oplegging van een (gemaximeerde) dwangsom.
4.6. Ter zitting hebben gedaagden onweersproken gesteld dat er reeds een uitnodiging voor de algemene vergadering van aandeelhouders voor 14 maart 2013 aan eiseressen is toegezonden. Amerswoud heeft weliswaar gesteld deze uitnodiging niet te hebben ontvangen, dit neemt niet weg dat Amerswoud tijdens de zitting op de hoogte is gebracht, zodat een veroordeling van gedaagden tot het uitroepen van een algemene vergadering van aandeelhouders achterwege kan blijven. Nu gedaagden zelf tot uitschrijving van de algemene vergadering van aandeelhouders zijn overgegaan en deze reeds zal hebben plaatsgevonden voor het tijdstip van deze uitspraak zal ook een veroordeling tot verschijning op voornoemde vergadering achterwege blijven.
4.7. Gedaagden zullen als de overwegend in het ongelijk gestelde partijen worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
In reconventie:
4.8. De voorzieningenrechter is met Amerswoud eens dat zij niet kan worden veroordeeld tot afgifte van de administratie van Five Nations Golf Club SPRL en New Five Nations AG, nu tussen partijen vast staat dat deze administratie gevoerd wordt door (een medewerker van) een vennootschap (Mepal) die niet betrokken is bij dit kort geding. De vordering van Grand Scley zal dan ook worden afgewezen, met veroordeling van Grand Scley in de kosten van de procedure in reconventie.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
In conventie:
I. veroordeelt Grand Scley om binnen een termijn van een week na betekening van dit vonnis mee te werken aan, dan wel te zorgen voor, rechtsgeldig vestigen van één pandrecht op alle aandelen in Gros Chêne ten behoeve van Rijsholt en Amerswoud gezamenlijk.
II. bepaalt dat Grand Scley voor iedere dag of gedeelte van een dag dat zij in strijd handelt met het onder I. bepaalde, aan eiseressen een dwangsom verbeurt van EUR 5.000,-, tot een maximum van EUR 250.000,-.
III. veroordeelt Landjonker en CCN om binnen een termijn van een week na betekening van dit vonnis te zorgen voor ondertekening van een bestuursbesluit waarin is opgenomen dat een pandrecht zal worden gevestigd door Grand Scley op alle aandelen in Gros Chêne ten behoeve van Rijsholt en Amerswoud gezamenlijk.
IV. bepaalt dat Landjonker en CCN voor iedere dag of gedeelte van een dag dat zij in strijd handelen met het onder III. bepaalde, aan eiseressen een dwangsom verbeuren van
EUR 5.000,-, tot een maximum van EUR 250.000,-.
In reconventie:
V. wijst af de vorderingen.
In conventie en reconventie:
VI. veroordeelt gedaagden in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van eiseressen begroot op € 665,71 aan verschotten en € 904,- aan salaris van de advocaat, met bepaling dat indien deze kosten niet binnen twee weken na betekening van dit vonnis zijn betaald, gedaagden daarover de wettelijke rente zijn verschuldigd vanaf dat moment tot aan de dag der algehele voldoening.
VII. veroordeelt gedaagden in de nakosten van deze procedure ten bedrage van respectievelijk € 131,-- zonder betekening en € 199,-- in geval van betekening, indien en voor zover gedaagden niet binnen een termijn van veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis hebben voldaan, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente indien en voor zover gedaagden in gebreke blijven hieraan te voldoen.
VIII. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
IX. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. M.M. Verhoeven, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 maart 2013, in tegenwoordigheid van de griffier.