RECHTBANK OOST-NEDERLAND
Team kanton en handelsrecht
zaaknummer: C/08/131183 HA ZA 12-303
datum vonnis: 27 februari 2013
Vonnis van de rechtbank Oost-Nederland, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:
[Eiser sub 1] en
[Eiseres sub 2],
echtgenoten,
beiden wonende te Hengelo (O),
eisers,
verder in mannelijk enkelvoud te noemen [eiser],
advocaat: mr. H.J.P. Robers te Hengelo (O),
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE GEMEENTE HENGELO,
zetelende te Hengelo (O),
gedaagde,
verder te noemen de gemeente Hengelo,
advocaat: mr. J. Schutrups te Enschede.
[Eiser] heeft gevorderd conform de dagvaarding. Daarbij zijn drie producties overgelegd.
De gemeente Hengelo heeft geconcludeerd voor antwoord en daarbij één productie in het geding gebracht.
Daarna zijn de volgende stukken gewisseld:
- een conclusie van repliek van de zijde van [eiser];
- een conclusie van dupliek van de zijde van de gemeente Hengelo.
Tot slot hebben partijen vonnis gevraagd.
1. In deze zaak staat als gesteld en erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken en/of blijkend uit niet betwiste producties het navolgende vast.
Eisers wonen aan de [adres] te Hengelo. Dit is een smalle straat met éénrichtingsverkeer. Vanuit de rijrichting van het verkeer gezien, wonen zij aan de linkerkant. Aan de rechterkant van de weg mag geparkeerd worden, aan de linkerkant niet.
De woning van [eiser] grenst direct aan het trottoir, er is geen voortuin. Voor de woning van [eiser] (gezien vanuit de rijrichting) is een oprit naar zijn garage. De woning van [eiser] is een twee-onder-één-kap woning. Ook de woning van de buren op nummer XX (de familie [Y]) grenst direct aan het trottoir. Verder hebben alle andere woningen aan de linkerkant van de straat, op één na, een voortuin.
De familie [Y] heeft de gemeente Hengelo gevraagd een paaltje op de stoep voor hun woning te plaatsen. Dat is eind 2011 door de gemeente gedaan.
Op 15 november 2011 heeft ook [eiser] de gemeente Hengelo gevraagd paaltjes op de stoep voor zijn huis te plaatsen. Ook op 6 december 2011 en 11 januari 2012 doet [eiser] (telefonisch) dit verzoek aan de gemeente. De gemeente heeft de verzoeken afgewezen.
Bij brief van 16 februari 2012 heeft [eiser] via zijn raadsman de gemeente Hengelo opnieuw gevraagd twee paaltjes te plaatsen voor zijn woning, of desnoods één.
Bij brief van 7 maart 2012 heeft de gemeente Hengelo dit verzoek afgewezen.
2. [Eiser] vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. de gemeente Hengelo zal veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis in overleg van eisers twee paaltjes – althans subsidiair één paaltje – te plaatsen in het trottoir voor het perceel [adres] te Hengelo, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor elke dag dat de gemeente Hengelo in gebreke blijft om aan dat vonnis te voldoen;
2. de gemeente Hengelo zal veroordelen in de buitengerechtelijke kosten ad € 750,00 exclusief BTW;
3. de gemeente Hengelo zal veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder het griffierecht en het salaris van de gemachtigde.
[Eiser] onderbouwt zijn vorderingen als volgt.
Er worden regelmatig auto’s geparkeerd op de stoep tegen de woning van [eiser]. Hierdoor wordt het zicht weggenomen en is het onmogelijk om bijvoorbeeld ramen te wassen, maar belangrijker is dat hierdoor sprake is van een gevaarlijke situatie als [eiser] zijn woning wil verlaten via de voordeur of via de oprit. Verkeer rijdt, gebruikmakend van de oprit van [eiser], vaak met relatief hoge snelheid, de stoep op, om voor de woning van [eiser] te parkeren. Bij het verlaten van de woning bestaat het risico aangereden te worden door parkerende auto’s.
Bovendien is [eiser] hartpatiënt. Als hij onverhoopt per ambulance naar het ziekenhuis moet worden vervoerd, kan hij niet per brancard de woning uit als er een auto op de stoep staat geparkeerd. Daarnaast hebben zij regelmatig een kleinkind te logeren (5 jaar oud).
Aan de linkerkant van de [straatnaam] geldt een parkeerverbod. Dat auto’s op de stoep worden geparkeerd, hoeft de gemeente niet te gedogen. In elk geval niet voor de drie woningen die geen voortuin hebben.
[Eiser] is van mening dat de gemeente Hengelo onzorgvuldig en daardoor onrechtmatig handelt door de gevraagde paaltjes te weigeren.
Daarnaast acht [eiser] het handelen van de gemeente Hengelo in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en op grond daarvan tevens onrechtmatig. Op vele plaatsen in de gemeente worden wel paaltjes geplaatst, zoals bij de buren van [eiser], en kennelijk is er beleid van de gemeente om in dit soort situaties op te treden.
3. De gemeente heeft tegen de vorderingen het volgende verweer gevoerd.
3.1 Als criterium voor het plaatsen van paaltjes geldt de verkeersveiligheid. Hierbij is de gemeente zeer terughoudend. Paaltjes worden vooral geplaatst bij steegjes en in bochten. Voor de woning aan de [adres] is wel een paaltje geplaatst, omdat zo voorkomen wordt dat auto’s met hoge snelheid over de stoep rijden. Hij staat voor een steegje. Dit paaltje is hooguit 10 meter na de woning van [eiser] geplaatst, zodat hierdoor ook de verkeersveiligheid van [eiser] is verbeterd. Dit paaltje heeft niets te maken met parkeerdruk in de straat, maar enkel met verkeersveiligheid.
3.2 De gemeente is primair van mening dat de burgerlijke rechter zich dient te onthouden van een oordeel over de beslissing van de gemeente om geen paaltje(s) te plaatsen.
Er is geen sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
In haar hoedanigheid van eigenaar en wegbeheerder is de gemeente exclusief bevoegd tot onderhoud en inrichting van de openbare weg. Inrichting van de weg is dus een recht dat tot de beleidsautonomie van de gemeente behoort. De burgerlijke rechter mag zich niet mengen in de doelmatigheid van de bestuurshandeling. Haar komt geen oordeel toe over de vraag of de gemeente binnen de grenzen haar taak op juiste wijze heeft vervuld.
3.3. Voor zover de rechtbank van mening is dat de rechtmatigheid van de bestuurshandeling wel beoordeeld mag worden, voert de gemeente het volgende aan.
- [Eiser] heeft niet voldaan aan zijn substantiëringsplicht: hij legt niet uit waarom is voldaan aan alle voorwaarden voor een onrechtmatige daad.
- Er is sprake van rechtsverwerking omdat [eiser] al 22 jaar in deze woning woont en de situatie in de laatste jaren niet substantieel is verslechterd.
- Het plaatsen van paaltjes voor de woning van [eiser] is niet in het belang van de verkeersveiligheid. Sinds er een paaltje is geplaatst voor de woning van de buren, kan niet meer (met hoge snelheid) over het trottoir voor de woning van [eiser] gereden worden.
- Parkeerdruk is geen criterium dat de gemeente gebruikt voor het plaatsen van paaltjes.
- De gemeente heeft met haar besluit niet de algemene beginselen van behoorlijk bestuur geschonden. Ze heeft het verzoek van [eiser] getoetst aan het beleid (verkeersveiligheid). De situatie is niet vergelijkbaar met die van de buren. Het paaltje is daar geplaatst voor de ingang van een steegje.
4. Bij repliek stelt [eiser] dat de exclusieve en discretionaire bevoegdheid van de gemeente minder ruim is dan zij wil doen voorkomen. In haar hoedanigheid van eigenaar van de weg, geldt dat de gemeente Hengelo zich dient te gedragen als een goede buur, onder andere door geen onrechtmatige hinder te veroorzaken (5:37 BW) en door ervoor te zorgen dat zich geen onveilige situaties voordoen. Als eigenaar dient de gemeente Hengelo ervoor te zorgen dat er geen onrechtmatig gebruik gemaakt wordt, onder anderen door fout parkeren toe te staan. Het weigeren van de voorziening kan misbruik van recht opleveren (artikel 3:13 BW).
Betwist wordt dat de het paaltje op de stoep van de buren de verkeersveiligheid heeft verbeterd. [Eiser] handhaaft zijn standpunten.
5. Bij conclusie van dupliek handhaaft ook de gemeente haar standpunten.
Overwegingen van de rechtbank
6. Met partijen is de rechtbank van oordeel dat de beslissing om al dan niet paaltjes te plaatsen op een trottoir, geen verkeersbesluit in de zin van artikel 15 Wegenverkeerswet 1994. Een paaltje is geen verkeersteken in de zin van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (Babw) en evenmin wordt door de plaatsing van een paaltje op het trottoir het aantal categorieën weggebruikers beperkt of uitgebreid.
Op grond van artikel 16 van de Wegenwet is de gemeente als eigenaar van de weg gehouden om ervoor te zorgen dat de wegen in goede staat verkeren. Aangenomen mag worden dat op grond hiervan, dan wel op grond van haar eigendom (artikel 13 Wegenwet), ook de inrichting van de wegen tot de taken en (exclusieve) bevoegdheden van de gemeente hoort.
De rechtbank overweegt dat een overheid, binnen de marge van haar beleids- en beoordelingsvrijheid, zelf invulling moet kunnen geven aan haar optreden. Een overheidsorgaan mag, tot op zekere hoogte, zelf bepalen welk beleid ze wil voeren. De burgerlijke rechter mag niet beoordelen of dat goed of doelmatig beleid is. De burgerlijke rechter beoordeelt slechts of het overheidsorgaan dit beleid in redelijkheid kan voeren (HR 20 oktober 2006, NJ 2007, 3).
In die zin is de beoordeling van de burgerlijke rechter inderdaad terughoudend.
Dat wil echter niet zeggen dat aan de burgerlijke rechter in het geheel geen beoordeling toekomt. Ook voor een overheidsorgaan geldt dat ze niet onrechtmatig (artikel 6:162 BW) mag handelen. De burgerlijke rechter dient dat te toetsen.
Bij de beoordeling van het handelen van een overheidsorgaan, moet echter wel rekening worden gehouden met die specifieke hoedanigheid. Dat betekent enerzijds dat haar optreden ook wordt getoetst aan bijvoorbeeld het legaliteitsbeginsel en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Anderzijds geldt dat, als het optreden een taak betreft waar de overheid een beleids- en/of beoordelingsvrijheid heeft, haar handelen juist terughoudend wordt getoetst, zoals hierboven overwogen. Overheidsoptreden dat binnen haar beleidsvrijheid valt, zal niet snel onrechtmatig geoordeeld worden .
7. De gemeente Hengelo stelt dat ze beleid voert voor wat betreft het plaatsen van paaltjes op trottoirs.
Er worden zo min mogelijk paaltjes geplaatst, en dan alleen in het belang van de verkeersveiligheid, dus bijvoorbeeld in bochten en voor steegjes.
De rechtbank overweegt voorshands dat dit een in redelijkheid te voeren beleid is. Waar dit beleid uit blijkt en of het ergens is neergelegd, wordt door de gemeente Hengelo echter niet gesteld.
De rechtbank zal een comparitie van partijen gelasten om meer duidelijkheid te krijgen over dit punt.
8. Met betrekking tot de overige verweren die de gemeente heeft gevoerd, overweegt de rechtbank het volgende.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eiser], zij het enigszins summier, voldaan aan zijn substantiëringsplicht. De feiten die moeten leiden tot het oordeel dat er een onrechtmatige daad is gepleegd, zijn voldoende gesteld. De gemeente Hengelo heeft dit verweer na de conclusie van repliek ook niet meer herhaald.
9. Naar het oordeel van de rechtbank is er geen sprake van rechtsverwerking. Voor rechtsverwerking (een vorm van beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid, artikel 6:2, lid 2, BW) is het enkel tijdsverloop of het enkel stilzitten onvoldoende. Vereist is de aanwezigheid van bijzondere omstandigheden als gevolg waarvan hetzij bij de wederpartij het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de gerechtigde zijn aanspraak niet (meer) geldend zal maken, hetzij de wederpartij in zijn positie onredelijk zou worden benadeeld in geval de gerechtigde zijn aanspraak alsnog geldend zou maken.
Dergelijke bijzondere omstandigheden zijn door de gemeente Hengelo niet gesteld, noch zijn zij anderszins gebleken. Het feit dat [eiser] al 22 jaar woont aan de [adres], is onvoldoende om bij de gemeente Hengelo het gerechtvaardigde vertrouwen gewekt te kunnen hebben dat hij niet (meer) om een paaltje voor zijn woning zou vragen.
10. De overige verweren zien op het door de gemeente Hengelo gevoerde beleid en de concrete uitwerking daarvan in deze zaak. Zij zullen tijdens de reeds aangekondigde comparitie van partijen aan de orde komen.
Meer concreet zullen onder meer de volgende vragen aan de orde komen:
- is het beleid met betrekking tot het plaatsen van paaltjes ergens neergelegd, en als dat niet zo is, waar blijkt dat beleid dan uit? Staat er in de A.P.V. een bepaling over het plaatsen van paaltjes?
- de vraag of het plaatsen van één of twee paaltjes voor de woning van [eiser] de verkeersveiligheid al dan niet ten goede komt;
- de verschillen en overeenkomsten met de situatie bij de buren van de [adres] (gelijkheidsbeginsel).
De comparitie van partijen zal ook gebruikt worden om te bezien of er op één of meerdere punten een minnelijke regeling tussen partijen mogelijk is.
11. Elke verdere beslissing zal worden aangehouden.
I. beveelt partijen, [eiser] in persoon en de gemeente Hengelo vertegenwoordigd door iemand die volledig van de zaak op de hoogte is en bovendien gemachtigd is om rechtshandelingen te verrichten, om op een nader te bepalen dag te verschijnen in het gerechtsgebouw te Almelo voor mr. Bottenberg – van Ommeren om inlichtingen te verstrekken en een vereniging te beproeven.
II. Verwijst de zaak naar de civiele rol van woensdag 13 maart 2013 voor dagbepaling comparitie en draagt [eiser] op om ervoor zorg te dragen dat uiterlijk de vrijdag voordien schriftelijk bericht ter griffie is ontvangen betreffende de verhinderdata van beide partijen.
III. Draagt partijen op om ervoor zorg te dragen dat de ter gelegenheid van de comparitie over te leggen stukken uiterlijk 14 dagen voor de comparitiedatum in fotokopie aan de advocaat van de wederpartij en aan de griffier van de rechtbank zijn toegestuurd.
IV. Houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Bottenberg – van Ommeren en is op 27 februari 2013 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.