ECLI:NL:RBONE:2013:BZ5448
Rechtbank Oost-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.W. Huijgen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling exceptie van niet-ontvankelijkheid in civiele procedure
In deze civiele procedure, aangespannen door BST Advies, vordert eiseres veroordeling van de gedaagde tot betaling van een bedrag van € 35.496,51, vermeerderd met rente en kosten. Dit bedrag betreft een onbetaalde factuur voor (ver)bouwwerkzaamheden die BST Advies heeft uitgevoerd. Gedaagde heeft in zijn verweer een exceptie van niet-ontvankelijkheid ingediend, waarbij hij stelt dat hij geen partij is bij de overeenkomst waarop de vordering van BST Advies is gebaseerd. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het beroep op niet-ontvankelijkheid geen incidentele vordering is, maar een verweer in de hoofdzaak. Dit betekent dat de rechtbank niet in een incidenteel vonnis kan beslissen, maar dat de zaak naar de rol is verwezen voor een conclusie van antwoord van gedaagde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde zijn conclusie een incidentele conclusie heeft genoemd, maar dat dit de aard van het verweer niet verandert. De rechtbank heeft de gedaagde in de gelegenheid gesteld om van antwoord te dienen en heeft de zaak naar de rol verwezen voor 20 maart 2013. De rechtbank heeft benadrukt dat er geen uitstel zal worden verleend voor het indienen van de conclusie van antwoord, gezien de termijn die in het Procesreglement is vastgesteld. De verdere beslissing is aangehouden, wat betekent dat de rechtbank op een later moment zal oordelen over de ontvankelijkheid van BST Advies in haar vorderingen.
Dit vonnis is uitgesproken door mr. N.W. Huijgen op 20 februari 2013, en de rechtbank heeft de zaak opnieuw op de rol gezet voor de conclusie van antwoord van gedaagde, waarbij de rechtbank de noodzaak van een inhoudelijke beoordeling van de vordering heeft benadrukt.