ECLI:NL:RBONE:2013:BZ8943

Rechtbank Oost-Nederland

Datum uitspraak
12 maart 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
12/1548
Instantie
Rechtbank Oost-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling na intrekking beroep in verband met tegemoetkoming door verweerder

In deze zaak heeft verzoeker, wonende te Tiel en vertegenwoordigd door mr. P.G. Muller, beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Dit beroep volgde op een eerdere beslissing van verweerder waarin het bezwaar van verzoeker tegen een besluit van 12 januari 2012 ongegrond was verklaard. Echter, na een heroverweging heeft verweerder op 10 augustus 2012 het bezwaar alsnog gegrond verklaard. Hierop heeft verzoeker op 17 augustus 2012 zijn beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling.

De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat, op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de rechtbank bevoegd is om het bestuursorgaan te veroordelen in de proceskosten wanneer het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift tegemoet is gekomen. De rechtbank concludeert dat verweerder met het besluit van 10 augustus 2012 aan het beroep van verzoeker tegemoet is gekomen, wat aanleiding geeft tot een proceskostenveroordeling.

De rechtbank heeft de kosten voor de verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 472,00, en verzoeker kan zich voor de vergoeding van het griffierecht (ad € 42,-) tot verweerder wenden. De uitspraak is gedaan door mr. E.M. Vermeulen, rechter, in aanwezigheid van mr. R. Barzilay, griffier, en is openbaar uitgesproken op 12 maart 2013. Verzoeker en het bestuursorgaan hebben de mogelijkheid om binnen zes weken verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-NEDERLAND
Team bestuursrecht
Locatie Arnhem
registratienummer: AWB 12/1548
uitspraak ingevolge artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van 12 maart 2013.
inzake
[verzoeker], verzoeker,
wonende te Tiel, vertegenwoordigd door mr. P.G. Muller,
tegen
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder.
1. Inleiding
Bij schrijven van 5 april 2012 heeft verzoeker beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder van 13 maart 2012, waarin het door verzoeker gemaakte bezwaar tegen het besluit van 12 januari 2012 ongegrond is verklaard. Nadien heeft verweerder bij besluit van 10 augustus 2012 het bezwaar alsnog gegrond verklaard.
Naar aanleiding daarvan heeft verzoeker bij schrijven van 17 augustus 2012 het beroep ingetrokken. Daarbij is verzocht verweerder in de proceskosten te veroordelen.
Vervolgens heeft de rechtbank bij schrijven van 6 september 2012 verweerder in de gelegenheid gesteld op dit verzoek te reageren. Van deze gelegenheid heeft verweerder geen gebruik gemaakt.
2. Overwegingen
Ingevolge artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb kan de rechtbank in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 in de proceskosten veroordelen.
De in deze bepaling bedoelde situatie doet zich hier voor.
Naar het oordeel van de rechtbank is verweerder met het besluit van 10 augustus 2012 geheel of gedeeltelijk aan het beroep van verzoeker tegemoet gekomen in de zin van artikel 8:75a van de Awb, hetgeen aanleiding geeft verweerder met toepassing van artikel 8:75 van de Awb te veroordelen in de proceskosten van verzoeker.
De rechtbank heeft de kosten in verband met verleende rechtsbijstand met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht begroot op € 472,00.
Voor de vergoeding van het griffierecht (ad € 42,-) kan verzoeker zich tot verweerder wenden (artikel 8:41, vierde lid, van de Awb).
Beslist wordt als volgt.
3. Beslissing
De rechtbank:
veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker ten bedrage van € 472,00.
Aldus gegeven door mr. E.M. Vermeulen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Barzilay, griffier.
De griffier, De rechter,
Uitgesproken in het openbaar op 12 maart 2013.
Ingevolge artikel 8:55, eerste lid, van de Awb kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na de dag van verzending hiervan verzet doen bij de Rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Verzonden op: 12 maart 2013.