Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
TV-meubel staat tussen partijen vast dat die goederen in maart 2012 bij Leen Bakker zijn aangeschaft en dat die goederen zich nog steeds bevinden in de woning van [gedaagde]. Dit laatste met uitzondering van 1 bureau dat [eiseres] mee heeft genomen bij haar vertrek uit de woning. Verder is tussen partijen niet in geschil dat [gedaagde] een bedrag van € 600,- aan [eiseres] heeft betaald voor de aanschaf van deze goederen.
€ 500,- is aanbetaald en dat door haar op 20 maart 2012 het restant ad € 650,- is voldaan. Ter onderbouwing heeft [eiseres] bankafboekingen van genoemde pinbetalingen in het geding gebracht waaruit blijkt dat de genoemde bedragen op de genoemde data van haar ING rekening zijn afgeboekt, steeds via een betaalautomaat/pastransactie bij “Leen Bakker Fil. 035/Hengelo OV”.
€ 89,-. Door [eiseres] is tegen die aanpak geen bezwaar meer geuit. Reden om ten gunste van [eiseres] dat bedrag toe te wijzen en de desbetreffende vordering tot afgifte af te wijzen. Na betaling van dat bedrag kan [gedaagde] zich dus eigenaar noemen van de lamp.