Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[gedaagde],
Het verdere procesverloop
De vaststaande feiten
‘[gedaagde] zal optreden als bandleider, zowel zakelijk als artistiek(…)’.
‘Iedere maat oefent zijn werkzaamheden uit met inachtneming van de zorgvuldigheid die het maatschappelijk verkeer betaamt.’
(…) [gedaagde] berekent vanuit Kazzmax International Productions € 70,- per optreden voor administratieve – en managementwerkzaamheden. (…) De resterende winst wordt gelijkelijk over alle maten verdeeld.’
De standpunten van partijen
- primair [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 87.145,- ter zake de door [gedaagde] aan Rocket c.q. [L] verzonden facturen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 14 dagen na de respectieve data der facturen, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele betaling, een en ander gemaximeerd tot een bedrag van € 98.000,-;
- subsidiair een verklaring voor recht dat het verzenden en incasseren van de facturen welke [L] heeft verzonden aan Rocket c.q. [L] in strijd is met het bepaalde in het maatschapscontract en bovendien onrechtmatig is jegens de First en dat [L] aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade nader op te maken bij staat;
- gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van een voorschot op de door de First geleden schade van € 50.000,- althans een bedrag in goede justitie te bepalen;
- met veroordeling zowel primair als subsidiair tot betaling aan de First van € 1.646,45 ter zake buitengerechtelijke incassokosten en in de kosten van de procedure.
De beoordeling en de motivering
‘Ik heb hem gezegd dat het mij niets uitmaakt als het mij maar geen extra geld zou kosten, en zo is het gegaan.’
‘Hij(de rechtbank begrijpt: [gedaagde])
heeft aangegeven dat er voor werkzaamheden voor het orkest € 200,-- door Kazz Maxx gefactureerd zou worden.’