Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding inclusief producties, waaronder het tussen partijen gewezen vonnis van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 12 juli 2013
- de mondelinge behandeling op 23 juli 2013
- de pleitnota van [gedaagde]
2.De feiten
3.Het geschil
4.De overwegingen van de voorzieningenrechter:
“Hoewel(aldus de Memorie van Toelichting)
niet is uitgesloten dat de levering achteraf alsnog ongeldig zal blijken, zou het in strijd zijn met de eisen van de praktijk(om)
de mogelijkheid van voorzieningen in deze trant af te snijden.”.4.9. De bedoeling van de wetgever is dus, dat inschrijving in de openbare registers van een vonnis overeenkomstig de artikelen 3:300 en 3:301 BW mogelijk is indien het belang van de eiser dat rechtvaardigt, ook als tegen dat vonnis nog hoger beroep openstaat. De door [eiser] gegeven toelichting en de door hem overgelegde stukken maken niet duidelijk welke beletselen de notaris desondanks tegen inschrijving van het vonnis ziet.