Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Woningstichting De Woonplaats
[naam]
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 13 augustus 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woningstichting De Woonplaats en een gedaagde partij, die niet is verschenen. De Woonplaats vorderde ontruiming van de woning van de gedaagde, omdat in de woning een professionele hennepkwekerij was aangetroffen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een huurovereenkomst bestond tussen De Woonplaats en de gedaagde, en dat de gedaagde tekortgeschoten was in haar verplichtingen uit deze overeenkomst door het houden van een hennepkwekerij. De voorzieningenrechter oordeelde dat De Woonplaats een spoedeisend belang had bij de gevorderde ontruiming en dat de gedaagde in strijd met het goed huurderschap had gehandeld, zoals bedoeld in artikel 7:213 BW.
De voorzieningenrechter heeft de gedaagde veroordeeld om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis het gehuurde te verlaten en te ontruimen. Tevens is De Woonplaats gemachtigd om de ontruiming zelf uit te voeren indien de gedaagde hieraan niet vrijwillig voldoet. De rechter heeft de gevorderde assistentie van politie en justitie bij de ontruiming afgewezen, omdat de deurwaarder op grond van de wet al het recht heeft om de woning binnen te treden en zich daarbij kan laten bijstaan door de politie indien nodig.
Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, waarbij de voorzieningenrechter opmerkte dat het onjuist zou zijn om de kosten volledig op de gedaagde te verhalen, gezien de keuze van De Woonplaats om de zaak bij de voorzieningenrechter aanhangig te maken in plaats van bij de kantonrechter, waar de kosten lager zouden zijn geweest. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.