ECLI:NL:RBOVE:2013:1808

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 augustus 2013
Publicatiedatum
19 augustus 2013
Zaaknummer
Awb 13/1687, 13/1701 en 13/1702, Awb 13/1756
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om schorsing evenementenvergunning voor Dancefields Festival te Zwolle

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 19 augustus 2013 uitspraak gedaan over de verzoeken tot het treffen van een voorlopige voorziening met betrekking tot de evenementenvergunning voor het Dancefields Festival, dat op 14 september 2013 zou plaatsvinden bij de Wijthmenerplas in Zwolle. De burgemeester van Zwolle had op 17 juli 2013 een evenementenvergunning verleend aan TAS Group B.V. voor het festival, evenals een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. Verzoekers, bewoners van de nabijheid van het festivalterrein, vorderden schorsing van deze besluiten, omdat zij vrezen voor geluidsoverlast en andere hinder van het evenement. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken afgewezen, onder verwijzing naar de relevante wetgeving en beleidsregels. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoekers een spoedeisend belang hadden, maar dat de argumenten tegen de vergunningen niet voldoende waren om de besluiten te schorsen. De voorzieningenrechter merkte op dat de vergunningen op de juiste wijze waren verleend en dat de geluidseisen in overeenstemming waren met de Beleidsregel evenementen in de openlucht. Ook werd vastgesteld dat de aanvragen tijdig waren ingediend en dat er geen onrechtmatigheden waren die tot schorsing zouden leiden. De voorzieningenrechter concludeerde dat de belangen van de verzoekers niet opwegen tegen de belangen van de vergunninghouders en dat er geen aanleiding was voor proceskostenveroordelingen. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Bestuursrecht
Zittingsplaats Zwolle
Registratienummers: Awb 13/1687, 13/1701 en 13/1702,
Awb 13/1756

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoeker 1],

[verzoeker 2],
[verzoeker 3]en
[verzoeker 4],
[verzoeker 5]en
[verzoeker 6],
[verzoeker 7]en
[verzoeker 8],
[verzoeker 9],en
[verzoeker 10],
allen wonende te Zwolle,
gemachtigde: E.O. Huisman,

[verzoeker 11],

wonende te Zwolle,
gemachtigde: P.H.A. Steinmetz,
verzoekers,
en

de burgemeester van Zwolle, verweerder I,

het college van burgemeester en wethouders van Zwolle,verweerder II,
verweerders,
en

TAS Group B.V.,

gevestigd te Zwolle, belanghebbende.
Procesverloop
Bij besluit van 17 juli 2013 heeft verweerder I aan belanghebbende op grond van de Algemene Plaatstelijke Verordening Zwolle (APV) een evenementenvergunning verleend voor het houden van het Dancefields Festival op 14 september 2013 bij de Wijthmenerplas
te Zwolle. Daarnaast heeft verweerder II bij besluiten van 17 juli 2013 aan belanghebbende een omgevingsvergunning verleend om ten behoeve van het festival af te wijken van het bestemmingsplan “Buitengebied”, alsmede ontheffing verleend van de APV voor het gebruik van geluidsversterkende apparatuur tijdens dit festival.
Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt.
Op 23 juli 2013 en 1 augustus 2013 hebben verzoekers verzocht een voorlopige voorziening te treffen, inhouding schorsing van de bestreden besluiten.
De verzoeken zijn ter zitting van 13 augustus 2013 behandeld. Verschenen zijn [verzoeker 1] en [verzoeker 2], alsmede [verzoeker 11] en haar gemachtigde.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. H.C.S. van Dop en B.A. van
der Gronden. Voor belanghebbende zijn verschenen [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2].

Overwegingen

1.
Op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan de voorzieningenrechter op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Aangezien het festival plaatsvindt op
14 september 2013 hebben verzoekers een spoedeisend belang.
Voor zover hierbij de geschillen in de bodemprocedure worden beoordeeld, heeft het oordeel van de voorzieningenrechter daaromtrent een voorlopig karakter en is dat niet bindend voor de beslissing in die procedures.
2.
Op 3 mei 2013 heeft belanghebbende verweerder II verzocht om voor het festival een omgevingsvergunning te verlenen, aangezien dit plaats zal vinden in strijd met de op grond van het bestemmingsplan “Buitengebied” vigerende bestemming ‘Dagrecreatie’. Op 16 mei 2013 heeft belanghebbende een evenementenvergunning op grond van de APV aangevraagd voor het Dancefields Festival. Tevens is verzocht om ontheffing van de APV te verlenen voor het gebruik van geluidsversterkende apparatuur tijden het festival.
Deze aanvragen zijn door verweerders op de daarvoor voorgeschreven wijze gepubliceerd.
Verweerders hebben de gevraagde vergunningen en ontheffing, ieder voor zover zijn bevoegdheid reikt, op 17 juli 2013 verleend.
3.
Aangezien alle verzoekers in de directie nabijheid van het festivalterrein woonachtig zijn, kunnen zij als belanghebbende bij de bestreden besluiten worden aangemerkt.
4.
Het festival wordt gehouden op een gedeelte van het terrein ten westen van de Wijthmenerplas, waar vanaf twee outdoor podia en vanuit één tent een muziekprogramma, bestaande uit eclectic, house en techno, ten gehore zal worden gebracht. Er worden maximaal 7000 bezoekers verwacht.
5.
Verzoekers [verzoeker 1] e.a. stellen dat zij onevenredig overlast van het festival zullen ondervinden. Zij vrezen geluidsoverlast en hiertoe hebben zij gewezen op de Nota “Evenementen met een luidruchtig karakter” van de (toenmalige) Inspectie Milieuhygiëne Limburg te Heerlen van januari 1996. Daarnaast hebben verzoekers gesteld dat sprake is van strijd met een goede ruimtelijke onderbouwing, alsmede schending van het rechtszekerheids-beginsel en rechtens te honoreren verwachtingen die zijn gewekt bij de vaststelling van het bestemmingsplan “Bos en buitenplaatsen Wijthmen” in 2008. Bij de overdracht van de Wijthmenerplas is de voorwaarde gestelde dat de plas te allen tijde toegankelijk dient te zijn voor de dagrecreanten en tenminste 20 jaar uitsluitend gebruikt mag worden voor intensieve dagrecreatie. Door dit festival zal blijvende gehoorschade optreden bij de dagrecreanten en de plas is niet toegankelijk voor deze recreanten en voor verzoekers om daar te recreëren.
Tot slot hebben verzoekers gesteld dat op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor) afwijkend gebruik van gronden of bouwwerken ten behoeve van evenementen is toegestaan met een maximum van drie per jaar en een duur van ten hoogste vijftien dagen per evenement, het opbouwen en afbreken daaronder begrepen. Het Dancefields Festival is het vijfde evenement in 2013 dat aan de Wijthmenerplas zal worden gehouden. Het maximum is derhalve al bereikt, op grond waarvan er geen ruimte meer is voor het afgeven van een omgevingsvergunning voor dit festival.
Verzoekster [verzoeker 11] heeft aangevoerd dat de omgevingsvergunning op onjuiste gronden is verleend, nu de gemeenteraad van Zwolle op 1 juli 2013 de “Beheersverordening Buitengebied Herfte, Wijtmen” heeft vastgesteld, waardoor het bestemmingsplan “Buitengebied” met onmiddellijke ingang is vervallen. De omgevingsvergunning is derhalve onrechtmatig verleend, aldus verzoekster. De Beheersverordening biedt niet de mogelijkheid tot het houden van een evenement als hier aan de orde.
Tevens heeft zij aangevoerd dat er vanuit wordt gegaan dat er geen vuurwerk wordt afgestoken, omdat niet gebleken is dat hiervoor vergunningen zijn verleend.
Daarnaast heeft verzoekster gronden aangevoerd die zien op verkeer, veiligheid en gezondheid van de medewerkers en bezoekers en de toegankelijkheid van het terrein door hulpdiensten bij calamiteiten.
6.
Ten aanzien van de aangevoerde gronden met betrekking tot de gestelde (te verwachten) geluidshinder overweegt de voorzieningenrechter dat verweerder toepassing heeft gegeven aan de Beleidsregel evenementen in de openlucht 2012 (hierna: de beleidsregel).
In artikel 4 van de Beleidsregel worden grootschalige evenementen gedefinieerd als evenementen voor meer dan 5000 bezoekers, die pas gehouden kunnen worden na het treffen van fysieke maatregelen en waarbij doorgaans het risico met betrekking tot de openbare orde en veiligheid groot is, en/of evenementen waarbij op basis van artikel 8 een maximale geluidbelasting van 85 dB(A)/95 dB(C) is toegestaan. In artikel 5 van de Beleidsregel zijn voor het houden van grootschalige evenementen diverse locaties aangewezen, waaronder de locatie op of nabij de Wijthmenerplas. Volgens artikel 6, tweede lid, van de Beleidsregel zijn hier maximaal 8, waarvan maximaal 3 grootschalige, evenementen toegestaan. Artikel 7 van de Beleidsregel bevat de regels voor de eindtijden:
  • op vrijdag en zaterdag dient het gebruik van geluidversterkende apparatuur om 0.00 uur beëindigd te zijn;
  • uiterlijk 0.30 uur dient het evenement afgelopen te zijn en moeten de schenkpunten gesloten zijn.
In artikel 8, tweede lid, van de Beleidsregel is bepaald dat voor alle evenementen voor muziek als inhoud (dus niet als achtergrondgeluid) een maximale geluidsbelasting van 85 dB(A)/95 dB(C) geldt. De geluidsbelasting dient op grond van het derde lid te worden gemeten op de gevels van de dichtstbijzijnde geluidsgevoelige objecten of op in de vergunning vastgestelde referentiepunten. In artikel 10 van de Beleidsregel is bepaald dat aan de vergunning nadere voorschriften kunnen worden gesteld, bijvoorbeeld over het inzetten van beveiliging, het voorkomen van (verkeer-)overlast, en dergelijke.
Verzoekers zijn van mening dat deze maximale geluidsbelasting van 85 dB(A)/95 dB(C) veel te hoog is.
Onder verwijzing naar eerdere uitspraken van de voorzieningenrechter met betrekking tot
het op 27 april 2013 gehouden Hardshock Festival en het op 18 mei 2013 gehouden Fusion of Dance, is de voorzieningenrechter van oordeel dat, voor zover de toetsing in het kader van een voorlopige voorziening toelaat, er onvoldoende argumenten zijn om de norm van de Beleidsregel onredelijk te achten voor dit festival.
7.
Met betrekking tot de gestelde verwachtingen omtrent privacy en rust overweegt de voorzieningenrechter dat met de verleende omgevingsvergunning niet is afgeweken van het bestemmingsplan “Bos en Buitenplaatsen Wijthem” maar van het bestemmingsplan “Buitengebied” waarin de Wijthmenerplas is bestemd voor ‘Dagrecreatie’. Aan de bestemmingen uit het andere bestemmingsplan wordt dan ook niets afgedaan.
Wel is vast komen te staan dat verweerder II ten onrechte de aanvraag voor de omgevingsvergunning getoetst heeft aan het bestemmingsplan “Buitengebied”, nu op 1 juli 2013 de Beheersverordening Buitengebied Herfte-Wijthmen is vastgesteld en op 11 juli 2013 in werking is getreden.
Verweerder heeft terecht aangevoerd dat in het kader van de bezwarenprocedure de aanvraag om een omgevingsvergunning alsnog aan de Beheersverordening getoetst kan worden en deze fout aldus kan worden hersteld. De voorzieningenrechter is op voorhand van oordeel dat de Beheersverordening geen beletsel vormt om de gevraagde vrijstelling te verlenen. Hierbij wordt opgemerkt dat de door de gemachtigde van verzoekster [verzoeker 11] genoemde argumenten betrekking hebben op een “binnenplanse” afwijking waarvan hier geen sprake is.
8.
Met betrekking tot het gestelde omtrent het aantal evenementen aan de Wijthmenerplas, in combinatie met het in artikel 4, aanhef en onder 8, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) genoemde aantal overweegt de voorzieningenrechter dat verweerder aangegeven heeft dat dit festival het derde evenement is waarvoor dit jaar een omgevings-vergunning is afgegeven, waarmee het aantal van drie niet overschreden wordt. De stelling van verzoekers dat ook voor de al gehouden jeugdwielerronde een omgevingsvergunning verleend had moeten worden, kan niet tot een ander oordeel leiden. Onweersproken is dat er voor de jeugdwielerronde geen omgevingsvergunning is verleend. Bij het ontbreken van rechtsmiddelen of rechtshandelingen met betrekking tot de jeugdwielerronde is in het kader van deze voorlopige voorziening ook niet vast te stellen of voor dat evenement een omgevingsvergunning verleend had moeten worden.
9.
Voor wat betreft de mogelijkheid van gehoorschade bij recreanten en bezoekers als gevolg van het festival wijst de rechtbank op het bepaalde in artikel 8:69a van de Awb, zoals dit per 1 januari 2013 in werking is getreden. Dit argument valt dan ook buiten het bestek van de behoordeling van het verzoek om een voorlopige voorziening.
10.
Voor de argumenten met betrekking tot de verkeersveiligheid en het calamiteitenplan verwijst de voorzieningenrechter naar de zich in het dossier bevindende rapporten. Daarnaast heeft belanghebbende ter zitting nog aangegeven dat veelvuldig overleg is gevoerd met politie en brandweer.
Van de zijde van verzoekers is niet met een tegenrapport van een terzake deskundige aangetoond dat de verkeersveiligheid wel in geding is en dat het calamiteitenplan niet voldoet.
11.
Verzoekster [verzoeker 11] heeft nog aangevoerd dat zij ervan uitgaat dat geen vuurwerk zal worden afgestoken, nu niet is gebleken dat daarvoor vergunningen zijn verleend.
De voorzieningenrechter merkt op dat in de besluiten waartegen verzoekster in deze procedure opkomt geen vergunning is verleend voor het afsteken van vuurwerk noch worden daarin voorschriften gegeven voor het gebruik daarvan. Verweerders zijn niet bevoegd daarover te beslissen.
Nu een eventueel daartoe strekkend besluit niet voor ligt, kan de voorzieningenrechter
ten aanzien daarvan geen voorlopige voorziening treffen, voor zover daartoe al grond zou bestaan.
12.
De aanvraag voor een evenementenvergunning voor een grootschalig evenement dient op grond van artikel 10, derde lid, van de Beleidsregel uiterlijk drie maanden voorafgaand aan het evenement te worden ingediend. De aanvraag voor Dance Fields op 14 september 2013 is op 16 mei 2013, derhalve tijdig, ingediend.
13.
De overige door verzoekers aangevoerde argumenten kunnen naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter niet leiden tot schorsing van de bestreden besluiten.
14.
De verzoeken worden daarom afgewezen.
15.
Voor proceskostenveroordelingen bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter
- wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Oosterveld, voorzieningenrechter, en door hem en
Y. van der Zaan-van Arnhem als griffier ondertekend.
Uitgesproken in het openbaar op

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.