Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
- de akte houdende overlegging producties.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
De Finata Bank heeft verweer gevoerd en zich onder meer op het standpunt gesteld dat de onderhavige verklaring voor recht bij verstekvonnis gegeven, niet voldoet aan de eis dat de valsheid bij gewijsde is vastgesteld, omdat er geen inhoudelijke toets heeft plaatsgevonden.
Op het moment dat [eiseres] in 2005 door de Finata Bank gedagvaard werd, was zij derhalve op de hoogte van de vermeende valsheid. Doordat zij in die procedure niet is verschenen en derhalve niet heeft getracht haar wetenschap omtrent de handtekening ter kennis van de rechtbank te brengen, verzet de strekking van artikel 382 Rv zich thans tegen herroeping van voormeld vonnis.
Dit was wellicht anders geweest indien van [eiseres] destijds in redelijkheid niet gevergd kon worden te verschijnen door omstandigheden die niet voor haar risico komen, maar deze omstandigheden zijn door [eiseres] noch gesteld, noch is daarvan op andere wijze gebleken. Daargelaten de vraag of een verklaring voor recht gegeven bij verstekvonnis, voldoet aan het bepaalde in artikel 382 Rv, te weten “valsheid bij gewijsde vastgesteld”, leidt het voorgaande ertoe dat [eiseres] niet ontvankelijk is in haar vordering en de vordering zal worden afgewezen.
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)