In deze zaak vorderden eisers, [A] en [B], een veroordeling van de Gemeente Zwartewaterland tot betaling van een bedrag van € 60.027,20, dat hen was toegekend in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De Gemeente had eerder een aanvraag van eisers afgewezen, maar na een mediationtraject was er een vaststellingsovereenkomst gesloten waarin de Gemeente zich verplichtte tot het vergoeden van kosten voor woningaanpassing. De Gemeente kwam echter niet aan haar verplichtingen na, wat leidde tot deze rechtszaak. De rechtbank oordeelde dat de Gemeente toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van de overeenkomst en dat de eisers recht hadden op de betaling van het toegekende bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank wees de vorderingen van eisers grotendeels toe, met uitzondering van enkele onderdelen die onvoldoende onderbouwd waren. De Gemeente werd ook veroordeeld in de proceskosten van eisers.