Op 9 oktober 2013 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 49-jarige man uit Enschede, die werd beschuldigd van mishandeling van zijn levensgezel en haar moeder. De rechtbank oordeelde dat de man op 27 juli 2013 in Hengelo opzettelijk zijn vriendin, aangeduid als [slachtoffer 1], en haar moeder, aangeduid als [slachtoffer 2], heeft mishandeld. De verdachte had zijn vriendin meermalen vastgepakt, haar vingers achterover gedrukt, en haar in het gezicht geslagen. Ook heeft hij [slachtoffer 2] weggeduwd, waardoor zij op de grond viel. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers als geloofwaardig beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verdachte het tenlastegelegde feit had begaan, met uitzondering van enkele onderdelen waarvoor hij werd vrijgesproken.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van twee maanden geëist, maar de rechtbank legde een taakstraf op van tachtig uur op, met de voorwaarde dat de verdachte dertig dagen terug naar de gevangenis moest omdat hij de voorwaarden van zijn voorwaardelijke vrijlating had geschonden. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor geweldsmisdrijven in de relationele sfeer. De rechtbank adviseerde ook om bij een eventuele hernieuwde invrijheidstelling bijzondere voorwaarden op te leggen, waaronder een behandelverplichting bij een forensisch psychiatrische instelling.
De uitspraak benadrukt de ernst van geweld in de relationele sfeer en de gevolgen voor de slachtoffers, evenals de noodzaak van behandeling voor de verdachte om recidive te voorkomen. De rechtbank heeft de beslissing op basis van de relevante wetsartikelen genomen en heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf, met een vervangende hechtenis van veertig dagen indien hij de taakstraf niet naar behoren verricht.