Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
verder te noemen [eiser],
de publiekrechtelijke rechtspersoonde gemeente Hof van Twente,
verder te noemen de gemeente,
De weergave van het procesverloop
onderhandelingen en in afwachting van het politieke proces in de gemeente”. Kennelijk heeft dat geen hier relevant resultaat opgeleverd want op 29 mei 2013 is de conclusie van repliek in het geding gebracht. Daarna is op 10 juli 2013 gedupliceerd. Tot slot is vonnis gevraagd waarvan de uitspraak is bepaald op heden.
Waarvan kan worden uitgegaan
Goedkeuring College B&W(vet van de rechtbank)en Raad van de Gemeente Hof van Twente;
Schone grond, vast te stellen middels een bodemonderzoek;
U ziet af van de lopende procedures jegens derden, zoals bij partijen bekend.
15.1. deze overeenkomst kan door koper worden ontbonden indien uiterlijk:
de wethouder” was meegedeeld dat “
het” niet door zou gaan “
omdat de gemeente geen geld heeft”. Een bevestiging van dit bericht is nimmer op schrift gesteld.
nietin te stemmen met de aankoop van de hier aan de orde zijnde onroerende zaken (zie bijlage 5 bij de dagvaarding). Dit voorstel is uiteindelijk niet geagendeerd voor een commissie- of raadsvergadering, en is door B&W ingetrokken. In dat namens B&W van Hof van Twente door de loco-secretaris [K 2] en door de burgemeester J.H.A. Goudt ondertekende voorstel dat blijkens het slot kennelijk dateert van besluitvorming door B&W op 22 maart 2011, staat onder meer het volgende vermeld:
Er is met de eigenaar van het perceel [adres] op ambtelijk niveau overeenstemming bereikt over de aankoop van hun onroerend goed ten behoeve van een doorsteek van de Spoorstraat naar het Weversplein. (….). De overeenstemming is onder voorbehoud van goedkeuring van het college van B&W en de gemeenteraad.”
De eigenaar van het perceel [adres] is, bij monde van zijn advocaat, van mening dat er reeds overeenstemming is. Wij zijn, mede op basis van het door ons ingewonnen externe juridische advies, van mening dat er uitsluitend op ambtelijk niveau concept-overeenstemming is voorbereid, waarbij meerdere keren het voorbehoud is gemaakt dat ons college bevoegd is tot het al dan niet aangaan van de koopovereenkomst. Zo al sprake is van een gebondenheid aan de zijde van de gemeente dan nog geldt de voorwaarde dat goedkeuring van ons college en uw raad nodig is. Door deze besluitvorming doet u hierover een expliciete uitspraak.”
Er ligt een door de eigenaar van het perceel [adres] ondertekende concept-koopovereenkomst. (….) blijft ons college bij ons besluit om uit financiële overwegingen geen gebruik te maken van haar bevoegdheid tot aankoop van het perceel [adres].”.
Het standpunt van [eiser]
na 27 december 2010 kon de gemeente niet meer terug”. De levering had uiterlijk 1 juli 2011 moeten plaatsvinden. Nu dit niet is gebeurd door toedoen van de gemeente, is de gemeente tevens de contractuele boete verschuldigd van € 80.000,-, gebaseerd op 10% van de verkoopprijs. [eiser] biedt bewijs aan van onder meer het bestaan van wilsovereenstemming van partijen en het bestaan van de koopovereenkomst.
klem gezet” waarna door de gemeente op zeer onzorgvuldige wijze gebruik is gemaakt van haar positie. Vanaf het moment dat de gemeente bij monde van haar advocaat liet weten dat er overeenstemming was tussen partijen en dat zij nakoming wenste, kon [eiser] feitelijk geen kant meer op. In de tussentijd heeft [eiser] schade geleden door het moeten (blijven) inschakelen van deskundigen, wegens gederfde rente dan wel omdat zij de panden al die tijd niet hebben kunnen verhuren omdat deze immers gesloopt zouden gaan worden.
Het standpunt van de gemeente
- de door [eiser] gestelde koopovereenkomst is niet tot stand gekomen. De onderhandelingen hebben aan de zijde van de gemeente slechts plaatsgevonden op ambtelijk niveau. De voor wilsovereenstemming vereiste instemming van B&W is nimmer verkregen. De gemeente biedt daarvan bewijs aan;
- Herhaald, en ook bij brief 10 augustus 2009 van mr. Van Ruiven aan de gemachtigde van [eiser] is kenbaar gemaakt dat de overeen te komen voorbehouden betreffen “
- Van gerechtvaardigd vertrouwen dat goedkeuring van B&W was gegeven kan geen sprake zijn geweest. Daartoe bestond geen aanleiding nu niet sprake is geweest van enig “toedoen” van de zijde van B&W. Bovendien kan het aangevoerde vertrouwen om meer redenen niet gerechtvaardigd zijn geweest;
- deze gang van zaken brengt – kort gezegd - tevens mee dat niet onrechtmatig
De beoordeling van het geschil
Goedkeuring College B&W”.
Goedkeuring College B&W”niet is opgenomen in de eindtekst van de (concept-)overeenkomst. De rechtbank is van oordeel dat dat op zich niet betekent dat die opschortende voorwaarde geen deel is gaan uitmaken van het door partijen overeengekomene. Door de gemeente is herhaald gesteld dat tijdig aan de wederpartij duidelijk is gemaakt dat die opschortende voorwaarde hoe dan ook deel moet gaan uitmaken van het onderhandelingsresultaat. Die eis van de gemeente blijkt – zoals overwogen – ook onomwonden uit de brief van de raadsman van de gemeente aan [eiser] van 13 augustus 2010. Het overeenkomen van die voorwaarde ligt bovendien zeer voor de hand en spreekt in feite voor zich bij onderhandelingen met een gemeente. Bovendien is door [eiser] niet gesteld en te bewijzen aangeboden dat de gemeente op enig moment tijdens de onderhandeling – kort gezegd – de eis van het opnemen van die opschortende voorwaarde alsnog heeft laten vallen.
De beslissing
18 september 2013 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.