ECLI:NL:RBOVE:2013:2627
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- K. Kok
- Rechtspraak.nl
Retentierecht in geschil tussen zorgbedrijven en gedaagde
In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, staat het retentierecht centraal. De eisers, Attent Thuiszorg B.V. en Attent Woonzorg B.V., hebben een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die een retentierecht claimt op een perceel in Hellendoorn. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 19 september 2012 al geoordeeld over de bevoegdheid van de rechtbank en de vorderingen van de partijen. De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard ten aanzien van de vordering van Thuiszorg, maar bevoegd verklaard voor de vordering van Woonzorg. De gedaagde heeft in deze procedure een retentierecht ingeroepen, wat door Woonzorg betwist wordt. Woonzorg stelt dat er geen aanneemovereenkomst is gesloten en dat de vordering van de gedaagde niet in verhouding staat tot de last die zij ondervindt van het retentierecht. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er voldoende samenhang is tussen de vordering van de gedaagde en de verplichting tot afgifte van het perceel. De rechtbank concludeert dat de gedaagde een opeisbare vordering heeft op Thuiszorg en dat het handhaven van het retentierecht niet onaanvaardbaar is. De rechtbank wijst de vorderingen van Woonzorg af en veroordeelt Woonzorg en Thuiszorg in de proceskosten aan de zijde van de gedaagde. Dit vonnis is gewezen door mr. K. Kok en op 2 oktober 2013 in het openbaar uitgesproken.