In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, is een geschil ontstaan tussen de besloten vennootschap UNEX B.V. en de vennootschap naar Belgisch recht BVBA HEAT RESISTENT TECHNICAL CONCRETE (HTC) over de nakoming van een management- en consultancyovereenkomst. De partijen hebben op 1 oktober 2009 meerdere overeenkomsten gesloten, waaronder een management- en consultancyovereenkomst, waarop Belgisch recht van toepassing is. HTC heeft een Europees betalingsbevel aangevraagd bij de rechtbank van Koophandel in België voor een achterstallige managementvergoeding van € 43.554,54, en heeft daarnaast ontbinding van de managementovereenkomst en schadevergoeding gevorderd ter hoogte van € 572.916,67.
In het kort geding dat door Unex is aangespannen, vordert Unex de opheffing van conservatoire derdenbeslagen die HTC op 8 oktober 2013 heeft gelegd. De voorzieningenrechter heeft beoordeeld of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en of de vorderingen van Unex ontvankelijk zijn. De voorzieningenrechter oordeelt dat Unex een spoedeisend belang heeft bij de opheffing van de beslagen, maar dat HTC rechtmatig beslag heeft gelegd op basis van de achterstallige managementvergoeding.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat HTC niet summierlijk heeft aangetoond dat de vordering uit hoofde van de toekomstige managementvergoeding ondeugdelijk is. De rechter heeft geoordeeld dat de beslagen die verband houden met de achterstallige managementvergoeding in stand blijven tot een bedrag van € 75.000,--, terwijl de overige beslagen worden opgeheven. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 25 oktober 2013 door mr. A.E. Zweers.