ECLI:NL:RBOVE:2013:2795
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot tussentijdse beëindiging van de schuldsanering van schuldenaren met gezondheidsproblemen
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 2 september 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot tussentijdse beëindiging van de schuldsanering van twee schuldenaren, aangeduid als [schuldenaar sub a] en [schuldenaar sub b]. De rechter-commissaris had op 7 juni 2013 voorgesteld om de schuldsanering tussentijds te beëindigen, omdat de schuldenaren hun inlichtingenplicht niet naar behoren waren nagekomen. Dit was mede te wijten aan ernstige gezondheidsproblemen van [schuldenaar sub a], die na een amputatie in revalidatie was. Tijdens de zitting op 12 augustus 2013 hebben de schuldenaren verklaard dat zij de benodigde informatie aan de bewindvoerder zouden verstrekken. De rechtbank heeft de beslissing op het verzoek aangehouden en de schuldenaren de kans gegeven om binnen veertien dagen de benodigde informatie aan te leveren.
Op 23 augustus 2013 heeft de bewindvoerder aan de rechtbank gerapporteerd dat de schuldenaren de gevraagde informatie hadden aangeleverd. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel de schuldenaren geruime tijd niet aan hun inlichtingenplicht hadden voldaan, zij ter zitting voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij gedurende de resterende looptijd van de regeling wel aan deze verplichting zullen voldoen. De rechtbank heeft daarom besloten om de tussentijdse beëindiging van de schuldsanering af te wijzen en de termijn van de schuldsanering met negen maanden te verlengen, op grond van artikel 349a derde lid van de Faillissementswet.
De rechtbank heeft de schuldenaren erop gewezen dat zij voortaan spontaan alle relevante informatie aan de bewindvoerder moeten verstrekken, om een doeltreffende uitvoering van de schuldsanering te waarborgen. De uitspraak benadrukt het belang van de inlichtingenplicht in het kader van de schuldsanering, zelfs in situaties van gezondheidsproblemen.