Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[gedaagde],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die werd behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, ging het om een kort geding tussen de Belastingdienst en twee besloten vennootschappen, Belba B.V. en A/b financiën B.V. De Belastingdienst vorderde dat gedaagden hun volledige medewerking zouden verlenen aan verzoeken om gegevens en inlichtingen met betrekking tot hun klanten, in het kader van de belastingheffing. De voorzieningenrechter had eerder op 27 september 2013 een tussenvonnis gewezen en de Belastingdienst gevraagd om een gespecificeerde opgave van de gewenste informatie. Tijdens de zitting op 1 november 2013 werd duidelijk dat de Belastingdienst niet voldoende duidelijk had gemaakt welke specifieke gegevens en inlichtingen nog nodig waren, wat leidde tot de conclusie dat de vorderingen van de Belastingdienst afgewezen moesten worden.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de inlichtingenplicht van gedaagden niet onbeperkt is en dat de Belastingdienst duidelijk moet aangeven welke informatie van belang is voor de belastingheffing. De voorzieningenrechter wees erop dat de Belastingdienst niet voldeed aan de vereiste specificiteit in zijn verzoeken, waardoor de vorderingen niet konden worden toegewezen. De Belastingdienst werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, maar de gevorderde nakosten werden afgewezen omdat gedaagden zich niet lieten bijstaan door een advocaat. Het vonnis werd uitgesproken op 15 november 2013 in Almelo.