Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
2.De vaststaande feiten
26 februari 2013 een vaststellingsovereenkomst. Relevante passages uit deze vaststellingsovereenkomst luiden als volgt:
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 13 november 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Lindebrook Vastgoed B.V. en een gedaagde partij. Lindebrook vorderde betaling van een contractuele boete van € 40.000,--, die voortvloeide uit een niet nagekomen koopovereenkomst van 16 mei 2012. De gedaagde had percelen bouwgrond gekocht, maar was in gebreke gebleven met de betaling en levering. Lindebrook had de gedaagde meerdere keren in de gelegenheid gesteld om aan zijn verplichtingen te voldoen, maar zonder resultaat. Uiteindelijk heeft Lindebrook de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden en aanspraak gemaakt op de boete.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat aan de vereisten voor het toewijzen van een geldvordering in kort geding is voldaan. De vordering was aannemelijk, er was sprake van spoedeisend belang, en het restitutierisico was beperkt. De rechter oordeelde dat de gedaagde niet had voldaan aan zijn verplichtingen en dat de ontbinding van de koopovereenkomst rechtsgeldig was. De vordering van Lindebrook werd toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van het nakomen van contractuele verplichtingen en de mogelijkheden voor partijen om bij niet-nakoming juridische stappen te ondernemen. De rechter heeft de vordering van Lindebrook volledig toegewezen, wat de rechtsgeldigheid van de ontbinding en de boete bevestigt.