ECLI:NL:RBOVE:2013:2946
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.R. Schimmel
- L.E.C. van Rijckevorsel-Besier
- W.F. Bijloo
- Rechtspraak.nl
Hondenbelasting en gelijkheidsbeginsel in de gemeente Kampen
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 27 november 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de hondenbelasting die door de gemeente Kampen is opgelegd aan eiser, die houder is van één hond. De gemeente had eiser een aanslag van € 84,70 opgelegd voor het jaar 2013. Eiser had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard door de gemeente op 5 april 2013. Hierop heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank op 3 mei 2013. Tijdens de zitting op 4 november 2013 was eiser aanwezig, terwijl de gemeente werd vertegenwoordigd door C.J. Whien.
De rechtbank heeft in haar overwegingen het gelijkheidsbeginsel uit artikel 1 van de Grondwet besproken, dat stelt dat iedereen in gelijke gevallen gelijk behandeld moet worden. Eiser stelde dat er een objectieve en redelijke grond moet zijn voor het onderscheid tussen hondenbezitters en niet-hondenbezitters, vooral als de kosten van hondenbezit voor de gemeente significant zijn. De rechtbank verwees naar de Gemeentewet, die het heffen van hondenbelasting toestaat, en concludeerde dat de gemeente Kampen rechtmatig gebruik heeft gemaakt van deze bevoegdheid. Het onderscheid tussen hondenbezitters en andere inwoners is in overeenstemming met de wet en kan niet worden getoetst aan het discriminatieverbod van de Grondwet.
De rechtbank oordeelde dat de wetgever een ruime beoordelingsvrijheid heeft op fiscaal gebied en dat de hondenbelasting een algemene belasting is die de gemeente in staat stelt inkomsten te verwerven. De rechtbank kwam tot de conclusie dat de gemeente terecht eiser in de hondenbelasting had aangeslagen en verklaarde het beroep ongegrond. Er werden geen proceskosten aan eiser opgelegd, omdat de rechtbank geen termen aanwezig achtte voor een proceskostenveroordeling.