Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[verzoeker 1],wonende te [plaats 7],
[verzoeker 2],
wonende te [plaats 11],
[verzoeker 3],wonende te [plaats 7],
4.
[verzoeker 4],
wonende te [plaats 7]
[verzoeker 5],
wonende te [plaats 10],
[verzoeker 6],
wonende te [plaats 7],
[verzoeker 7],
wonende te [plaats 7],
[verzoeker 8],
[verzoeker 9],
[verzoeker 10],
[verzoeker 11],
[verzoeker 12],
[verzoeker 13],
[verzoeker 14],
[verzoeker 15],
[verzoeker 16],
[verzoeker 17],
[verzoeker 18],
[verzoeker 19],
[verzoeker 20]
[verzoeker 21],
[verzoeker 22],
[verzoeker 23],
[verzoeker 24],
1.De procedure
2.De feiten
2tot en met Awb 13-234 zijn kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op de grond dat geen griffierecht is betaald.
1(verder: de hoofdzaak) is Van den Noort bij brief van 21 oktober 2013 uitgenodigd ter zitting te verschijnen op donderdag 14 november 2013.
3.Het wrakingsverzoek
4.De beoordeling
Het moet er dan ook voor worden gehouden dat Van den Noort wrakingsverzoeken indient tegen een ieder die heeft bijgedragen of zou kunnen bijdragen aan een hem onwelgevallige beslissing.
Dat leidt tot de conclusie dat Van den Noort het middel van wraking gebruikt voor een ander doel dan waarvoor het is gegeven. De rechtbank zal daarom op de voet van artikel 8:18 lid 4 Awb bepalen dat een volgend verzoek tot wraking in de hoofdzaak niet meer in behandeling zal worden genomen.