ECLI:NL:RBOVE:2013:3360

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 december 2013
Publicatiedatum
19 december 2013
Zaaknummer
C/08/149368 / KG ZA 13-451
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.H. van der Veer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot staking van executie op basis van borgtocht

In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. J.G.M. Stassen, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, vertegenwoordigd door mr. D.L.A. van Voskuilen, met als doel de staking van executie op basis van een borgtochtakte. De zaak is behandeld op 19 december 2013 in Almelo. Eiser vordert de opheffing van een executoriaal beslag dat door gedaagde is gelegd op basis van een borgtocht die eiser in 2004 heeft aangegaan voor een aantal huurders. Eiser stelt dat de huurachterstand die gedaagde probeert te verhalen niet betrekking heeft op de huurders die in de oorspronkelijke akte zijn genoemd, en dat er geen geldige borgtocht meer bestaat omdat de echtgenote van eiser deze heeft vernietigd. Gedaagde voert verweer en stelt dat er geen nieuwe huurders zijn, maar enkel een naamsverandering, en dat eiser als professioneel onroerend goed handelaar geen toestemming van zijn echtgenote nodig had.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de huurachterstand betrekking heeft op nieuwe huurders en dat de borgtochtakte uit 2004 niet meer van toepassing is. De rechter stelt vast dat de discussie over de ondertekening van de aanvulling op de huurovereenkomst en de mogelijke vernietiging door de echtgenote van eiser in een bodemprocedure moet worden behandeld. De voorzieningenrechter besluit het beslag op te heffen en gedaagde in de proceskosten te veroordelen. De rechter gelast gedaagde om binnen 24 uur na betekening van het vonnis de executie te staken en veroordeelt gedaagde tot terugbetaling van reeds geëxecuteerde bedragen, vermeerderd met kosten, met een dwangsom van € 2.500,00 per dag voor elke dag dat gedaagde in gebreke blijft.

Het vonnis is uitgesproken door mr. J.H. van der Veer, voorzieningenrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: C/08/149368 / KG ZA 13-451
datum vonnis: 19 december 2013 (sr)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
verder te noemen [eiser],
advocaat: mr. J.G.M. Stassen te Enschede,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
verder te noemen [gedaagde],
advocaat: mr. D.L.A. van Voskuilen te Rotterdam.

1.Het procesverloop

1.1
[eiser] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
1.2
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 19 december 2013. Ter zitting zijn verschenen: [eiser] vergezeld door mr. Stassen en [gedaagde] vergezeld door mr. Van Voskuilen.
Partijen hebben middels hun advocaten hun standpunt toegelicht, de betrokken overgelegde pleitnota’s bevinden zich in het dossier.
1.3
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter terstond uitspraak gedaan onder aanzegging dat het dictum terstond zal worden afgegeven en de overwegingen later zullen volgen. Deze volgen thans.

2.Het geschil

2.1
Centraal is de vraag of en in hoeverre de borgtochtverplichtingen van [eiser] ten opzichte van [gedaagde] als neergelegd in de authentieke (borgtocht)akte van 15 november 2004 (productie 1) door [gedaagde] kunnen worden geëxecuteerd.
2.2
Die borgtocht is aangegaan door [eiser] ten aanzien van een vijftal met name in die akte genoemde huurders en ziet op een periode van 10 jaar.
2.3
In 2008 heeft [gedaagde] die vijf huurders vervangen door drie andere huurders, met wie nieuwe huurovereenkomsten zijn gesloten.
Eén en ander is neergelegd in een “Aanvulling op huurovereenkomst kantoorruimte”.
2.4
Eén van die drie nieuwe huurders –Fresh Vastgoed B.V.- heeft een aanzienlijke huurachterstand, terzake waarvan [gedaagde] onder voormelde authentieke (borgtocht)akte executoriaal beslag ten laste van [eiser] heeft doen leggen.
2.5
[eiser] vordert opheffing van dat executoriale beslag:
a. de huurachterstand betreft niet één van de met name in de oorspronkelijke akte genoemde huurders;
b. er is geen sprake van enige aanvulling, maar van nieuwe huurovereenkomsten met andere huurders, waarvoor [eiser] geen borg heeft gestaan;
c. de handtekening onder de betrokken aanvulling is niet van [eiser] afkomstig;
d. de echtgenote van [eiser], met wie hij sedert 2006 is gehuwd heeft die borgtocht, voor zover aangegaan, vernietigd.
2.6.
[gedaagde] heeft verweer gevoerd:
a. er is geen sprake van nieuwe huurders of nieuwe huurovereenkomsten; enkel nieuwe naam(geving);
b. het aanvullende stuk is wel degelijk door [eiser] ondertekend, anders zal in een bodemprocedure op basis van valsheid worden geageerd;
c. [eiser] heeft ter zake als professioneel onroerend goed handelaar gehandeld, zodat eventuele toestemming van zijn echtgenote i.c. niet vereist is.

3.De beoordeling

3.1
Parate executie op basis van een authentieke akte is mogelijk op voorwaarde dat de te executeren verplichtingen daaruit (voldoende) duidelijk zijn op te maken.
3.2
De huurders en de huurovereenkomsten als omschreven in de akte van 2004 zijn in 2008 blijkens de “Aanvulling” vervangen door nieuwe huurders en nieuwe overeenkomsten.
3.3
De huurachterstand betreft één van die nieuwe huurders en is mitsdien niet onder de “oude” borgtochtakte te executeren, zijnde die “Aanvulling” een daartoe onvoldoende onderhands stuk.
3.4
De discussie(s) omtrent ondertekening door [eiser] van die Aanvulling, het al dan niet c.q. in welke mate te vereenzelvigen van oude en nieuwe huurders respectievelijk het mogelijk vernietigingsberoep van de echtgenote van [eiser] hoort thuis in een bodemprocedure.
3.5
Dienvolgens zal de voorzieningenrechter als gevorderd het beslag opheffen en [gedaagde] in de proceskosten veroordelen. De gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd als na te melden.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter:
I. Gelast [gedaagde] om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de executie op basis van de grosse van de akte van borgtocht uit 2004 te staken en gestaakt te houden met terugbetaling aan [eiser] van de reeds geëxecuteerde bedragen vermeerderd met de kosten welke de bank bij [eiser] in rekening heeft gebracht in verband met de executie, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 per dag voor elke dag danwel deel van een dag dat [gedaagde] nalatig blijft hieraan te voldoen, zulks tot een maximum van € 100.000,00;
II. Veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van [eiser] begroot op € 368,79 aan verschotten en € 816,00 aan salaris van de advocaat;
III. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
IV. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. J.H. van der Veer, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 december 2013, in tegenwoordigheid van de griffier.