ECLI:NL:RBOVE:2013:3505

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
23 december 2013
Publicatiedatum
24 december 2013
Zaaknummer
2614574
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.G. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst met vergoeding voor de verweerder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 23 december 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Stichting Carint-Reggeland Groep en de verweerder, die sinds 15 augustus 2004 in dienst was als directeur. De arbeidsovereenkomst werd verstoord door verschillen van inzicht over de uitvoering van werkzaamheden, waardoor verdere samenwerking niet mogelijk was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een zodanige verandering van omstandigheden dat de dienstbetrekking billijkheidshalve moest eindigen per 1 maart 2014.

De kantonrechter heeft ook de vergoeding voor de verweerder behandeld. Carint bood een ontbindingsvergoeding van € 120.000,00 aan, terwijl de verweerder aanspraak maakte op € 195.000,00. Gezien de Wet Normering Topinkomens (WNT) is het niet toegestaan om een hogere ontslagvergoeding overeen te komen dan een jaarsalaris, met een maximum van € 75.000,00. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel de WNT een beperking oplegt, er in dit geval aanleiding was om een hogere vergoeding toe te kennen, omdat de billijkheid dat eiste. Uiteindelijk heeft de kantonrechter de ontbindingsvergoeding vastgesteld op € 120.000,00 bruto, wat overeenkomt met het aanbod van Carint.

De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 2647547 EJ VERZ 7 107/13

Beschikking van de kantonrechter d.d. 23 december 2014 in de zaak van:

Stichting Carint-Reggeland Groep

statutair gevestigd te Hengelo (0)
verzoekster
hierna te noemen Carint
gemachtigde: mr. M.A.M. Oude Breuil
advocaat te Enschede
tegen

[verweerder]

wonende te [woonplaats]
verweerder
hierna te noemen: [verweerder]
gemachtigde: mr. H. Dijks
advocaat te Enschede
Gezien het op 23 december 2013 ter griffie van dit gerecht binnengekomen verzoekschrift
strekkende tot ontbinding ex artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek van de tussen partijen
bestaande arbeidsovereenkomst.
Gezien het ingekomen verweerschrift en de overige op het geding betrekking hebbende stukken.
Gelet op hetgeen door en/of namens partijen is verklaard bij de mondelinge behandeling van het
verzoek op 23 december 2013.

Overweegt:

De kantonrechter heeft zich ervan vergewist of het verzoek verband houdt met enig in de Wet
opgenomen opzegverbod. Dat is niet het geval.
Tussen partijen staat onweersproken vast dat [verweerder] sedert 15 augustus 2004 in dienst is van
Carint, laatsteljk in de functie van directeur tegen een salaris van € 9.293,77 bruto per maand,
exclusief emolumenten.
[verweerder] is geboren op [geboortedag] 1953.
Partijen zijn het er over eens dat hun arbeidsverhouding, door verschil van inzicht over de wijze
waarop de werkzaamheden door [verweerder] dienen te worden uitgevoerd, dermate is verstoord dat
verdere vruchtbare samenwerking niet langer mogelijk is.
Op grond van het vorenstaande komt de kantonrechter tot de conclusie, dat er sprake is van een
zodanige verandering van omstandigheden dat de dienstbetrekking billijkheidshalve behoort te
eindigen en wel met ingang van 1 maart 2014.
Omdat de opgetreden wijziging in de omstandigheden niet in overwegende mate aan [verweerder] kan
worden verweten, komt naar het oordeel van de kantonrechter [verweerder] een vergoeding toe. Carint
heeft in dat kader [verweerder] een ontbindingsvergoeding van € 120.000,00 aangeboden. [verweerder] is
daarentegen van mening aanspraak te kunnen maken op een bedrag van € 195.000,00.
Uit hoofde van de Wet Normering Topinkomens (WNT) is het tussen partijen niet toegestaan om
een hogere ontslagvergoeding over een te komen dan een jaarsalaris, met € 75.000,00 als
maximum. Blijkens het bepaalde in artikel 7:685 3W kan de kantonrechter in het geval van
inwilliging van het verzoek tot ontbinding een vergoeding toekennen indien dat de kantonrechter
met het oog op de omstandigheden van het geval billijk voorkomt. Indien in de gegeven
omstandigheden de billijkheid klaarblijkelijk eist, dat een hogere vergoeding wordt toegekend
dan het in de WNT genoemde bedrag van € 75.000,00 dan staat de WNT daar naar het oordeel
van de kantonrechter niet aan in de weg.
De kantonrechter zal de ontbindingsvergoeding, alle omstandigheden in acht nemende, naar
billijkheid vaststellen op € 120.000 bruto. Nu dit bedrag overeenkomt met het aanbod van Carint,
kan toepassing van het bepaalde in het negende lid van artikel 7:685 3W achterwege blijven.
De kantonrechter acht termen aanwezig de kosten van deze procedure te compenseren.

Beschikt:

Ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst per 1 maart 2014.
Kent aan [verweerder] ten laste van Carint een vergoeding toe van € 120.000,00 bruto en veroordeelt
mitsdien Carint tot betaling van dit bedrag aan [verweerder].
Compenseert de proceskosten aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Aldus gegeven door mr. G.G. Vermeulen, kantonrechter en op 23 december 2013 in het openbaar
uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.